Quiz H1 t/m 3 Hindoeïsme

Quiz H1 t/m 3 Hindoeïsme
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Quiz H1 t/m 3 Hindoeïsme

Slide 1 - Tekstslide

China schiet raketten met zilverjodide op regenwolken om het te laten regenen. Wat verstoor je dan misschien?
A
Brahman
B
Sanatana Dharma
C
Ksatria
D
Ahimsa

Slide 2 - Quizvraag

Welke twee volken smolten samen toen het hindoeïsme ontstond?
A
Ksatria's en Indiërs
B
Ksatria's en Ariërs
C
Indiërs en Ariërs
D
Vaisja's en Perzen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen kaste?
A
Sjoedra's
B
Vaisja's
C
Ksatria's
D
Dalits

Slide 4 - Quizvraag

Welke naam gaf Gandhi aan de dalits?
A
Paria's
B
Hajirans
C
Mahatma
D
Ksatria's

Slide 5 - Quizvraag

Wat geeft het kastenstelsel aan? Kies het beste antwoord
A
Het structureert de maatschappij naar beroep
B
Het geeft iets aan over je reinheid
C
Het geeft iets aan over je afkomst
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Leg uit op welk begrip uit het hindoeïsme Ghandi's manier van protesteren gebaseerd is. Leg ook uit hoe je betekenis van dit begrip terugziet in de manier van protesteren. (2 pt.)

Slide 7 - Open vraag

Ghandi
Gandhi's manier van protest is gebaseerd op het hindoeïstische begrip ahimsa (1 pt.). Dit begrip houdt in dat je geweld wilt vermijden, het protest van Gandhi was daarom geweldloos (1 pt.).

Slide 8 - Tekstslide

Hoe wordt je 'ziel' genoemd?
A
Dharma
B
Karma
C
Atman
D
Warna

Slide 9 - Quizvraag

Hoe wordt de cyclus van eeuwige wedergeboorte genoemd?
A
Reïncarnatie
B
Samsara
C
Sanata Dharma
D
Moksha

Slide 10 - Quizvraag

Vul in. Het ... is in alles aanwezig.
A
Moksha
B
Brahman
C
Shiva
D
Karma

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord past het beste bij 'samsara'?
A
Bevrijding
B
Kringloop
C
Orde
D
Inzicht

Slide 12 - Quizvraag

Wat is GEEN weg naar verlossing?
A
Toewijding aan god/goden
B
Goed handelen
C
Opkomen voor hajirans
D
Meditatie

Slide 13 - Quizvraag

Welke optie hoort niet bij de trimurti?
A
Shiva, Vishnu
B
Shiva, Brahma
C
Krishna, Ganesha
D
Shiva

Slide 14 - Quizvraag

Stelling: In het hindoeïsme is er één God.
Geef je mening over de stelling en leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Uitleg
In de hoofdstroom van het hindoeïsme, waar wij vanuit gaan, gelooft men dat er uiteindelijk één God is. 
Deze God manifesteert zich (wordt vertegenwoordigd) door verschillende goden die een stukje van de ene God laten zien. Bijv. Brahma toont het scheppende aspect.

Slide 16 - Tekstslide

t/m H2

Slide 17 - Tekstslide

Welke 3 wegen zijn er naar Moksha?

Slide 18 - Open vraag

Wegen naar Moksha
1. Op de juiste manier handelen, dus volgens de dharma (handen).
2. Liefdevolle toewijding aan één of meer goden (hart).
3. Verkrijgen van inzicht door meditatie (hoofd).
Zie blz. 20 en 21.

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekent het AUM-teken? Kies het beste antwoord.
A
Symbool van de trimurti
B
Teken van de cyclus van de zon.
C
Symbool voor het ritme van het leven.
D
Sanatana dharma

Slide 20 - Quizvraag

Wat is 'de dagelijkse verering'?
A
Holi
B
Puja
C
Mantra
D
Karma

Slide 21 - Quizvraag

Leg uit. Wat is een ritueel?

Slide 22 - Open vraag

Ritueel
Een ritueel is iets wat je doet met een bepaalde betekenis. Vaak hoort het bij een 'ritme in het leven'. 
Bijv. Het dagelijks bidden en branden van wierrook bij een godenbeeld betekent de verering van deze god, de puja.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is GEEN categorie ritueel in het hindoeïsme?
A
Dagelijks
B
Wekelijks
C
Jaarlijks
D
Levensmomenten

Slide 24 - Quizvraag

Welk ritueel hoort NIET bij Divali?
A
Rijst in het vuur gooien
B
Vuurwerk afsteken
C
Je huis schoonmaken
D
Divali's aansteken

Slide 25 - Quizvraag

Welk ritueel hoort NIET bij Holi?
A
Een vreugdevuur maken
B
Rijst in het vuur gooien
C
Vuurwerk afsteken
D
As op je voorhoofd

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de betekenis van Divali?
A
Goede overwint het kwade
B
Licht verjaagt het duister
C
Komst van de lente
D
Het is nieuw jaar

Slide 27 - Quizvraag

Welk ritueel hoort NIET bij de geboorte?
A
Graankorrels in het vuur werpen
B
Een druppeltje honing en boter aan de baby geven
C
Bij de priester bidden om een goede zwangerschap
D
Een zegenspreuk in het oor fluisteren

Slide 28 - Quizvraag

Stelling - Het lichaam is in het hindoeïsme niet belangrijk in vergelijking met de ziel.
Eens/Oneens? Leg je antwoord uit met behulp van je kennis van de rituelen uit het hindoeïsme.

Slide 29 - Open vraag

Lichaam en ziel
Het lichaam is een voertuig voor de ziel. 
Daarom wordt het lichaam na de dood verbrand (crematie), zodat de ziel kan ontsnappen. 
Daarna incarneert de ziel (atman) weer in een nieuw lichaam. 
Het lichaam is minder belangrijk in het hindoeïsme dan de ziel.

Slide 30 - Tekstslide