H6P3 De multiculturele samenleving

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • Filmpje
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoe veranderde de houding tussen mannen en vrouwen in de jaren 60?

Slide 3 - Open vraag

Wat eisten vrouwen?

Slide 4 - Open vraag

Hoe noemen we de periode waarin vrouwen in de jaren 60 voor zichzelf opkwamen?
A
Eerste feministische golf
B
Tweede feministische golf
C
Opkomstperiode
D
Vooruitgang

Slide 5 - Quizvraag

  • Migranten
  • integratie
  • benoemen waarom na 1945 nieuwe groepen migranten naar Nederland kwamen.
  • drie verschillende groepen migranten van elkaar onderscheiden en bij elke groep de reden benoemen waarom zij naar Nederland kwamen.

Slide 6 - Tekstslide

Klokhuis

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Uitleg

Slide 9 - Tekstslide


Multiculturele samenleving

  • Vanaf 1950 kwamen  grote groepen mensen van buiten Europa naar Nederland. Zo werd Nederland een multiculturele samenleving een samenleving waarin mensen met verschillende culturen  en geloven samenwonen.
  • Motief 1: Migranten uit voormalige Nederlandse kolonies
  • Motief 2: Politieke vluchtelingen
  • Motief 3: Economische vluchtelingen

Slide 10 - Tekstslide

Migreren
  • Migreren betekent verhuizen.

  • Emigratie is verhuizen naar een ander land

  • Immigratie is als mensen uit andere landen in Nederland zijn komen wonen

  • Zolang er mensen zijn komt migratie voor.

Slide 11 - Tekstslide

Voormalige koloniën
  • 300.000 Indische Nederlanders kwamen in 1949  naar Nederland omdat zij samen met Nederland hadden gevochten in Indonesië. 

  • In 1975 werd Suriname onafhankelijk. Surinamers kregen toen de keuze om te emigreren naar Nederland. 

Slide 12 - Tekstslide



Gastarbeiders


  • De eerste gastarbeiders kwamen, eind jaren 50,  uit het Middellandse Zeegebied. (Italianen, Grieken)
  • Het ging heel goed met de Nederlandse economie. Er waren niet genoeg mensen voor al het werk dat er te doen was. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Jaren 60/70
  • In de jaren 60/70 kwam er steeds meer gastarbeiders uit Marokko en Turkije. 

  • 1974 wordt de wet op gezinshereniging aangenomen, gastarbeiders laten hun gezinnen overkomen. 

  •  De regering liet deze mensen niet inburgeren, want ze waren er maar tijdelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Hedendaagse migratiestromen
  • Politieke vluchtelingen: mensen die gevlucht zijn voor vervolging. Zij vragen asiel aan. Oost-Europa, Syrië, Afghanistan, Oekraïne Eritrea.

  • Economische vluchtelingen: mensen die op zoek zijn naar een beter bestaan. 
    Vluchtelingen uit Oost-Europa, Azië en Afrika.  

  • Klimatologische vluchtelingen? 

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

  • Wat: Lees het eerste kopje van 6.3  en maak de eerste 3 leerdoelen. Je mag onderstrepen in de tekst.
  • Hoe: individueel (eerste 5 min. stil)
  • Hulp: tekstboek, Lessonup, docent
  • Tijd: 20 min.
  • Uitkomst: leerdoelen behaald
  • Klaar?: Maak WB opdrachten van 6.3

Slide 19 - Tekstslide

Welke drie groepen migranten kwamen naar Nederland? En waarom?

Slide 20 - Open vraag

Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
Jaren 80

Slide 21 - Sleepvraag

economische migranten
politieke migranten
Gastarbeider die naar Nederland komt om hier in de fabrieken werk te vinden.
Iemand die vlucht omdat er oorlog is het land waar hij woonde.
Iemand die woont in een land waar veel armoede is en ze willen meer kansen hebben om uit armoede te komen.
Iemand die vanwege zijn geloof niet veilig is in zijn eigen land.
Iemand die homoseksueel is in een land waar dit strafbaar is.
Iemand die seizoenswerk doet in een ander land en daarna weer terug gaat.

Slide 22 - Sleepvraag

Quiz

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Tekstslide

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • Discussie over integratie en migratie
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Welke drie groepen migranten kwamen naar Nederland? En waarom?

Slide 27 - Open vraag

Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
Jaren 80

Slide 28 - Sleepvraag

economische migranten
politieke migranten
Gastarbeider die naar Nederland komt om hier in de fabrieken werk te vinden.
Iemand die vlucht omdat er oorlog is het land waar hij woonde.
Iemand die woont in een land waar veel armoede is en ze willen meer kansen hebben om uit armoede te komen.
Iemand die vanwege zijn geloof niet veilig is in zijn eigen land.
Iemand die homoseksueel is in een land waar dit strafbaar is.
Iemand die seizoenswerk doet in een ander land en daarna weer terug gaat.

Slide 29 - Sleepvraag



Goede tijden


Zolang het economisch goed gaat, komen er geen discussies over integratie.

In de jaren 70 kwam er een economische crisis en groeide de werkloosheid 
--> mensen die werden getroffen kregen het gevoel dat migranten hun banen en huizen inpikten --> zorgde voor onrust

Slide 30 - Tekstslide

Integratie
  • Jaren 70 en 80: eind economische groei.
  • Jaren 90: economie groeit, maar migranten weer werkloos
  • Ook jaren 90: discussies over integratie. 

Slide 31 - Tekstslide

Integratie 
De overheid bemoeide zich vanaf de jaren 80 met de integratie van migranten: door Nederlands te leren konden migranten meer opgaan in de Nederlandse samenleving. 

Slide 32 - Tekstslide

Verschillende meningen
Voorstanders multiculturele samenleving:
  1. vinden dat migranten zich niet hoeven aan te passen. Ze mogen leven zoals ze willen, zolang ze zich maar aan de wet houden.

Tegenstanders multiculturele samenleving:
  1. vinden dat alle migranten zich moeten aanpassen --> kreeg meer aanhang door terroristische aanslagen (9/11 en de moord op Theo van Gogh). Erg tegen de islam. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide


Discussie

  • Vanaf de jaren '90 ontstaat er steeds meer discussie over de multiculturele samenleving. 
  • Er kwam kritiek door:
    - Zorgen over tradities en ideeën van immigranten (positie van vrouwen of islam) 
    - Lage opleidingsniveaus en hoge werkloosheid onder immigranten
    - Economische achteruitgang van Nederland
  • En het verdwijnen van Nederlandse tradities en de Nederlandse identiteit. 

Slide 35 - Tekstslide

Wat is de Nederlandse
identiteit?

Slide 36 - Woordweb

0

Slide 37 - Video


Alles moet anders 

  • Vanaf eind jaren '90: opkomst van Pim Fortuyn later 'opgevolgd' door Geert Wilders (PVV)
  • Doorbreken het taboe om over het mislukken multiculturele samenleving te
      spreken
  • Veel Nederlanders spreekt hun nieuwe boodschap aan, wat zorgt voor de
     overwinning van de LPF (2002) (26 zetels) en later de PVV (2010) (24 zetels). En in 2021 17 zetels. De derde grootste partij van Nederland.

 (1998-2002)

Slide 38 - Tekstslide




Strenger





  • Vanaf de jaren '90 laat de regering steeds minder immigranten toe. Ook zijn er taal- en inburgeringscursussen gekomen voor asielzoekers zodat zij beter integreren. 
  • Sommige van die politici zien de islam als een grote veroorzaker van deze problemen. 
  • Het wereldwijde terrorisme na 2001 sterkt deze gedachte. 
  • Tegenwoordig zijn er hele strenge immigratiewetten. 

Slide 39 - Tekstslide

Geld enzo...
  • Een asielzoeker krijgt 12,95 euro aan "zakgeld". 

  •  Het "eetgeld" is 46,95 per week. Een gezin met twee kinderen krijgt 117,- per week. 

  • Leefgeld  per week van gemiddelde Nederlander is 200/250 euro.  Daarvan gaat ongeveer 140 naar boodschappen. 

  • Armoede grens is: 1.100,-

Slide 40 - Tekstslide

Hedendaagse migratiestromen
  • Politieke vluchtelingen: mensen die gevlucht zijn voor vervolging. Zij vragen asiel aan. Oost-Europa, Syrië, Afghanistan, Oekraïne Eritrea.

  • Economische vluchtelingen: mensen die op zoek zijn naar een beter bestaan. 
    Vluchtelingen uit Oost-Europa, Azië en Afrika.  

  • Klimatologische vluchtelingen? 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Samenvatting

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

  • Wat: Lees 6.3 helemaal. Je mag onderstrepen in de tekst. Maak alle leerdoelen af.
  • Hoe: individueel (eerste 5 min. stil)
  • Hulp: tekstboek, Lessonup, docent
  • Tijd: 20 min.
  • Uitkomst: leerdoelen behaald
  • Klaar?: Maak WB opdrachten van 6.3 af of maak de begrippenopdracht op 232, de herhaling op blz. 234, verdieping blz. 236

Slide 47 - Tekstslide