Les 4B - Spotprenten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

§1.4 De Nieuwe kaart van Europa

Plan vandaag

Doel

Je hebt geoefend met spotprenten analyseren en kan het stappenplan toepassen. 

• Quiz
• Spotprenten opdracht
• Nummers

Verdrag van Versailles werd getekend in:

1. 1919
2. 1914
3. 1918
4. 1929

In het Verdrag van Versailles werd ... als schuldige aangewezen

1. Servië
2. Duitsland
3. Oostenrijk-Hongarije
4. Rusland

Wat was het Verdrag van Versailles?

1. Een verdrag dat gesloten werd in 1919, waarin Duitsland alle schuld kreeg van de Eerste Wereldoorlog
2. Een nieuwe grondwet in Frankrijk waardoor Frankrijk een machtig land werd na de Eerste Wereldoorlog
3. Een wapenstilstand tussen Duitsland en Engeland zodat beide landen hun legers konden uitbreiden
4. Een verdrag dat werd gesloten na de Tweede Wereldoorlog, Duitsland kreeg alle schuld van de oorlog op zich

Wat stond NIET in het Verdrag van Versailles?

1. Duitsland moest een republiek worden
2. Duitsland moest grondgebied afstaan, ook koloniën
3. Duitsland moet enorme herstelbetalingen doen aan andere getroffen landen.
4. Hitler werd aangewezen als nieuwe regeringsleider van Duitsland.

Welk land deed niet mee aan het Verdrag van Versailles?

1. Engeland
2. Rusland
3. Verenigde Staten
4. Italië

Nationalisme is:

1. Een eigen staat voor je land willen.
2. Een grote liefde hebben voor je eigen volk.
3. Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
4. Niet zwakker willen zijn dan andere volken.

In 1919 zei president Wilson
" Elk volk heeft het recht om zijn eigen toekomst te bepalen".
Hij had het dus over

1. dekolonisatie
2. zelfbeschikkingsrecht
3. soevereiniteit
4. nationalisme

Kaart Europa 1914

Kaart Europa 1919

Bron 1: spotprent waarin Duitsland wordt afgebeeld terwijl het vredesvoorwaarden met de paplepel ingegoten krijgt van de Raad van Vier. Het onderschrift luidt: "Je moet de pil doorslikken, of je het nu leuk vindt of niet". De Raad van Vier bestond uit de Verenigde Staten,  Groot-Brittannië, Italië en Frankrijk. 

Leg uit hoe de tekenaar naar het Verdrag van Versailles keek. Benoem twee bron-elementen waaraan je dat herkent.

Stappenplan spotprent

1. Wat zie je? - geef een omschrijving van de spotprent, geen interpretatie maar letterlijk wat je ziet: jaartallen, figuren, bijschrift
2.  Welke gebeurtenis? - over welke historische gebeurtenis gaat de spotprent?
3. Boodschap van de tekenaar - Wat wilt de tekenaar uitbeelden? Is het positief of negatief?
4. Klopt de boodschap met de werkelijkheid? - Hoe gekleurd of zelfs propagandistisch is de spotprent eigenlijk
5. Geef antwoord op de vraag: 'Welke mening heeft de tekenaar over het onderwerp' Geef twee verwijzingen naar de bron.