§2.1 De Grieken

H2 De Grieken & de Romeinen
§2.1 De Grieken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 De Grieken & de Romeinen
§2.1 De Grieken

Slide 1 - Tekstslide

Oude Grieken

Slide 2 - Woordweb

Oudheid
De tijd waarin de Grieken leefden, noemen we ook wel de oudheid. Dat is de periode tussen 3000 v.C. en 500 n.C.

Slide 3 - Tekstslide

§2.1 De Grieken
"Hoe leefden de Grieken?"

Slide 4 - Tekstslide

Planning
- Samen lezen
- Extra uitleg
- Zelf opdrachten maken
- Nabespreken
- Afsluiten

Slide 5 - Tekstslide

Wat is dit?
A
De agora
B
Olympisch stadion
C
Een plein
D
Akropolis

Slide 6 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Een tempel van de Olympische Zeus
B
Akropolis
C
Agora
D
Een plein

Slide 7 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Agora
B
Een plein
C
Akropolis

Slide 8 - Quizvraag

Wat is dit?
A
Tempel
B
Park
C
Woonwijk
D
Agora

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe en door wie een Griekse stadstaat bestuurd werd.

  • Je kunt vijf Griekse goden noemen en uitleggen dat mensen in Griekenland verhalen over goden gebruikten om de wereld om hen heen te begrijpen.

  • Je kunt uitleggen dat Griekse geleerden met behulp van wetenschap de wereld om hen heen probeerden te begrijpen.

Slide 10 - Tekstslide

Samen lezen
Open je boek op blz. 72
Hou een pen of potlood bij de hand
Iedereen krijgt een beurt
Lees goed mee, dat doe je met je ogen niet met je mond 

Slide 11 - Tekstslide

Stadstaten

Steden in Griekenland waren zelfstandig = Stadstaat
- Eigen leger
- Eigen regering

Bv: Sparta en Athene

Slide 12 - Tekstslide

Stadstaten

Stadstaat had landbouwstedelijke samenleving
In zo'n stadstaat had je:
- Agora
- Akropolis


Griekenland bestonden uit zo'n 700 stadstaten. Er was geen centraal bestuur.


Slide 13 - Tekstslide

Stadstaten



Slide 14 - Tekstslide

Democratie
In 500 v. Chr. kregen mannen in ruil voor het verdedigen van de stadstaat, burgerrechten. Ze mochten meebeslissen met het bestuur in de stad. Iemand met burgerrechten is een burger.

Er ontstond een democratie, bijv. in Athene (Een vorm van bestuur waarbij het volk via stemming meebeslist wie de bestuurders zijn.)

Er was een ongelijkheid binnen het volk. Vrouwen en slaven waren minder belangrijk dan mannen.

Agora
Marktplein, hier komen Atheners samen voor de handel. Hier staat ook de rechtbank bijvoorbeeld. Enkel mannen mogen hier stemmen (democratie). Vrouwen en slaven niet.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat was het middel van bestaan voor de Grieken?
A
Jagen
B
Verzamelen
C
Vissen
D
Winkelen

Slide 17 - Quizvraag

Wat er in een Agora te vinden?
Bestuursgebouwen
Arme wijken
Plein
Markt
Woning van ambachtsman

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is geen Griekse stadstaat?
A
Sparta
B
Rome
C
Athene
D
Lesbos

Slide 19 - Quizvraag

Griekse goden
  • Goden zijn erg belangrijk voor de Grieken. Zeus was de oppergod en god van de aarde en hemel. Hij had twee broers: Poseidon (God van de zeeën) en Hades (God van de onderwereld). 

  • De Griekse goden hadden ook kinderen. Athene was de dochter van Zeus. Zij was de godin van wijsheid en krijgskunst. 


  • De Grieken vertelden elkaar allerlei verhalen over goden. Deze godenverhalen noemen we mythen. Deze verhalen werden gebruikt om natuurverschijnselen te verklaren, zoals: een aardbeving.

Tempel van Athene op de Akropolis. Deze tempel heet: Parthenon.

Slide 20 - Tekstslide

Griekse cultuur
(Klassieke cultuur)

Slide 21 - Tekstslide

Griekse cultuur
  • Grieken waren waren nieuwsgierig en zochten voor alles een verklaring. In het begin dachten ze dat de Goden overal achter zaten. 

  • Hippocrates (460-377 v. Chr) ontdekte dat mensen ziek werden, als ze ongezond leven. Dit was het begin van de wetenschap: het verzamelen en bestuderen van kennis. 

  • De beelden, gebouwen, wetenschap, goden en verhalen van de Grieken bij elkaar wordt de Griekse cultuur genoemd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Zelf aan de slag
Wat
Hoe
Geluidsniveau
Hoe lang?
Vragen?
Klaar?
2.1 opdracht 3, 4, 6, 8, 9
Zelf of met je buurman/buurvrouw
Fluisterend
10 minuten
Steek je hand op
Kom het mij laten zien
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiten
Welke opdrachten waren lastig?
Wat ging er goed?
Wat kan er beter?
Wat vond jij fijn deze les?
Wat werkte minder goed voor jou deze les?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Huiswerk
Maak alle opdrachten van §2.2 in je werkboek of op je iPad.

Slide 26 - Tekstslide