3.4 Omgaan met verschillen

Planning
-Leerdoelen doornemen
-Welke begrippen kun je al uitleggen?
-Blauwe leerstof doornemen (verduidelijken van begrippen)
-Beginnen aan huiswerk: maken opdracht 1 tot en met 8 (beide niveaus)
Af hebben op: 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning
-Leerdoelen doornemen
-Welke begrippen kun je al uitleggen?
-Blauwe leerstof doornemen (verduidelijken van begrippen)
-Beginnen aan huiswerk: maken opdracht 1 tot en met 8 (beide niveaus)
Af hebben op: 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je weet dat bepaalde symbolen, helden en rituelen bij een cultuur horen.
-Je kunt voorbeelden geven van waarden en normen en je kunt uitleggen wat met respect bedoeld wordt.
-Je kunt voorbeelden geven van feiten en meningen en je kunt een standpunt onderbouwen met argumenten.
-Je kunt voorbeelden geven van vooroordelen.

Slide 2 - Tekstslide

symbolen, rituelen en helden van Nederland

Slide 3 - Woordweb

Wat valt er onder 'waarden'?
A
Trouw
B
Vriendschap
C
Geduld
D
Eerlijkheid

Slide 4 - Quizvraag

Filmpje
https://schooltv.nl/video/normen-waarden-en-de-nederlandse-cultuur-samen-vormen-ze-je-identiteit/#q=normen%20en%20waarden


Slide 5 - Tekstslide

Waarden en normen
Deze worden vaak samen genoemd. Toch zijn het twee verschillende dingen. Waarden gaat om zaken die mensen belangrijk vinden. Normen zijn zaken die mensen normaal vinden. Het zijn regels waar je je wel of niet aan kan houden. 

Slide 6 - Tekstslide

Welke normen gelden bij ons op school?

Slide 7 - Open vraag

Filmpje
https://schooltv.nl/video/wat-is-het-verschil-tussen-een-feit-en-een-mening-feiten-staan-vast/#q=feiten%20en%20meningen

Slide 8 - Tekstslide

Feiten en meningen
Als er iets wordt gezegd, en je kunt dit controleren en het is waar, dan spreek je van een feit. Bijvoorbeeld: 'alcohol is slecht voor de gezondheid'. 
Als iemand zegt: 'ik vind dat juffrouw van Dijck een fantastische docent is', dan is dat de mening van iemand. Een mening van iemand hoeft dus niet waar te zijn (wat het in dit geval natuurlijk wel is ;)

Slide 9 - Tekstslide

Welke van onderstaande zinnen is een mening?
A
Roken is slecht voor de gezondheid.
B
Op een scooter rijden luie mensen.
C
Leerlingen moeten tot hun 18de jaar naar school.
D
In Nederland hebben we een minister-president.

Slide 10 - Quizvraag

Vooroordelen
Vooroordelen zijn ook meningen, maar eigenlijk nergens op gebaseerd. Bijvoorbeeld: 
'Nederlanders zijn zuinig'. 
'Belgen zijn dom'.
'Voetbalsupporters zijn gewelddadig.
Als je een vooroordeel gebruikt, doe je net of alle mensen van een groep hetzelfde kenmerk bezitten.

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen op een rijtje:

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
-Lees de blauwe leerstof nog een keer goed door!
-Maak opdracht 1 tot en met 8 voor de volgende les (geldt voor beide niveaus).

Slide 13 - Tekstslide