A1B_Afronding_H1,2&3

Ga a.u.b. op je eigen plek zitten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwo

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga a.u.b. op je eigen plek zitten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Voorlezen uit De man zonder gezicht (deel 2)                10'
  • Kort opfrissen theorie H1, H2 en H3                                  5'
  • Tekst 'Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt?' 
      zelfstandig lezen >> in stilte                                            10'
  • Quiz (toepassen theorie)                                                  10' 
  • Afronding: terugblik op de les                                          10'

Slide 2 - Tekstslide

Herhalingsles H1,2 &3
H1: Ik kan oriënterend lezen.
       Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.

H2: Ik kan globaal en zoekend lezen om info uit een tekst te halen.
       Ik kan het deelonderwerp van één alinea of ≠ alinea’s bepalen.

H3: Ik kan precies lezen om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen.
       Ik kan de inleiding en het slot van een tekst herkennen.
Tekst Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt?

Slide 3 - Tekstslide

Om het onderwerp van een tekst te bepalen lees ik
A
precies
B
oriënterend
C
zoekend
D
globaal

Slide 4 - Quizvraag

Als ik oriënterend lees bekijk ik
A
tussenkopjes, opvallende tekens en anders gedrukte woorden
B
de eerste en de laatste zin van elke alinea
C
de titel, tussenkopjes, illustraties, anders gedrukte woorden en de 1e alinea
D
de hele tekst van het begin tot het einde nauwkeurig.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is waar?
Het onderwerp van een tekst
(2 antwoorden zijn juist)
A
is datgene waar de tekst over gaat
B
bestaat uit een hele zin
C
bestaat uit 1 of een paar woorden
D
vind je door de tussenkopjes van de tekst te lezen

Slide 6 - Quizvraag

  H1
onderwerp bepalen  >>  oriënterend lezen 
Het onderwerp van een tekst
 - datgene waar de tekst
   over gaat
 - bestaat uit één of
   een paar woorden (≠ zin!)

Je bekijkt
- de titel
- de tussenkopjes
- illustraties
- anders gedrukte WOORDEN
- en je leest de 1e alinea

Slide 7 - Tekstslide

Wat is waar?
Deelonderwerpen van een tekst
(meerdere antwoorden zijn juist)
A
zijn ≠ aspecten/delen van het onderwerp
B
zijn datgene waar de tekst over gaat
C
geven aan waar één alinea of meerdere alinea's over gaan
D
vind je in het middenstuk/kern van de tekst

Slide 8 - Quizvraag

Als ik de eerste en laatste zinnen van alle alinea's lees, lees ik ...
A
oriënterend
B
zoekend
C
precies
D
globaal

Slide 9 - Quizvraag

Als ik het deelonderwerp van één of meerdere alinea's wil bepalen, lees ik ...
A
oriënterend
B
zoekend
C
globaal
D
precies

Slide 10 - Quizvraag

Bij zoekend lezen let je op ...
(meerdere antwoorden zijn juist)
A
tussenkopjes
B
opvallende tekens
C
de inleiding
D
anders gedrukte woorden

Slide 11 - Quizvraag

H2
globaal en zoekend lezen   >>  deelonderwerpen bepalen
                                                       in middenstuk/kern van tekst
globaal lezen
- welke alinea's gaan over hetzelfde 
  deelonderwerp (≠ aspecten/kanten/
  delen van het onderwerp)
- lees eerste + laatste zinnen van alle
  alinea's
zoekend lezen
- als je iets wil opzoeken
- Let op:
  • tussenkopjes
  • opvallende tekens (•, 1. 2. 3., ...)
  • anders gedrukte WOORDEN, ...

Een deelonderwerp bestaat soms uit 1, soms uit ≠ alinea's (>> vaak tussenkopjes)

Stel je zelf per alinea de vraag:
Waar gaat deze alinea over?
 >> antwoorden op deze vragen zijn de
      deelonderwerpen

Zo vind je deelonderwerpen:
- kijk naar de tussenkopjes
- lees de eerste + laatste zin van elke alinea

Slide 12 - Tekstslide

timer
1:00
HOOFDGEDACHTE
INLEIDING
SLOT
vat het belangrijkste dat in de tekst wordt gezegd over het onderwerp samen
geeft een conclusie of korte samenvatting
laat lezer kennis maken met het onderwerp
meestal terug te vinden in inleiding en slot
maakt lezer nieuwsgierig om verder  te lezen
als hier wordt terug verwezen naar de inleiding is de tekst mooi rond

Slide 13 - Sleepvraag

H3
hoofdgedachte                                inleiding & slot herkennen

Inleiding
- begin van de tekst
- meestal 1 alinea
- kennismaking met het onderwerp
  bv. door vraag, [grappig] verhaaltje, ..
- schrijver wil lezer nieuwsgierig maken


Slot
- laatste deel van de tekst
- conclusie of korte samenvatting
- advies geven of oproep doen
- terug verwijzen naar de inleiding
  = mooi rond verhaal


- 1 volledige zin
- vat het belangrijkste samen dat in de tekst
  over het onderwerp wordt gezegd 
- staat meestal in inleiding of slot
- soms letterlijk, soms zelf een zin formuleren

- Hoofdgedachte
van een tekst vinden?
>> wat is het belangrijkste dat in de tekst over
     het onderwerp wordt gezegd?

Precies lezen:
nauwkeurig lezen van begin tot eind
>> om hoofdgedachte tekst te vinden


Slide 14 - Tekstslide

INLEIDING
  • kennismaken met het onderwerp
  • vaak met voorbeeld, verhaaltje,   
     bijzondere situatie, ...
  • lezer nieuwsgierig maken
  • hoofdgedachte in inleiding?
MIDDENSTUK/KERN
  • grootste deel tekst
     (alles tussen
     inleiding + slot
    )
  • meerdere alinea's
  • meeste info
  • deelonderwerpen
     + tussenkopjes
SLOT
  • laatste deel van de tekst
  • conclusie of korte samenvatting
  • advies geven of oproep doen
  • terug verwijzen naar de inleiding
      = mooi rond verhaal
  • hoofdgedachte in slot?
Opdracht: lees de tekst in stilte op zo'n manier dat je de belangrijkste info er binnen 9' uit kan halen!
timer
9:00

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst 'Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoord?'
A
moord
B
taart
C
wraak
D
rattengif

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

timer
0:50
(Geniaal) dwaalspoor
taart
Wat zijn deelonderwerpen van de tekst?
wraak
rattengif
Hoornse taart-arrest
voorbedachten rade
klikspaan
Levenslang in het gevang
Moord of tragisch ongeval?
opzet
boven de wc

Slide 18 - Sleepvraag

2. (Geniaal)
dwaalspoor
3. taart
4. wraak

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
timer
0:45

Slide 20 - Open vraag

Hoofgedachte van de tekst
Ook als je uit wraak per ongeluk de verkeerde vermoord is er sprake van moord.

Slide 21 - Tekstslide

Wat was in eerste instantie onduidelijk in deze zaak?
A
of Johannes Jacobus Beek nu echt een moord had gepleegd
B
of Johannes Jacobus Beek een verdachte was
C
of er ook sprake is van moord als je doelwit (Willem Markus) overleeft
D
of er ook sprake is van moord als je per ongeluk de verkeerde vermoordt

Slide 22 - Quizvraag

Waarom kwam men op 9 maart 1911 en op 19 juni 1911 tot een heel andere uitspraak?
A
omdat de rechters oordeelden dat Beek had kunnen bedenken dat er ook andere slachtoffers konden vallen
B
omdat de rechters oordeelden dat Beek tijdens de verhoren had gelogen
C
omdat de rechters oordeelden dat Beek onnodig risico had genomen
D
omdat de rechters oordeelden dat Beek een gevaarlijke psychopaat was die sowieso opgesloten moest worden

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Ik heb wat aan deze herhalingsles gehad: de theorie van H1, H2 en H3 is mij nu (meer) duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik vond de tekst 'Wat als je per ongeluk de verkeerde vermoordt?' best interessant.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik geef deze les het cijfer ..., omdat ...

Slide 27 - Open vraag

Einde les
Ruim rustig je spullen op, schuif je stoel aan en wacht op de bel.

Slide 28 - Tekstslide