Bevolking & Ruimte - H5 §1 & §2

Bevolkingsgroei in Duitsland
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bevolkingsgroei in Duitsland

Slide 1 - Tekstslide

Bevolking en ruimte - begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Urbanisatie is....
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen

Slide 3 - Quizvraag

Suburbanisatie is...
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen

Slide 4 - Quizvraag

Plan van de gemeente over de inrichting van een bepaald gebied heet...
A
Bemestingsplan
B
Bestemmingsplan
C
Besmetingsplan
D
Beplantingsplan

Slide 5 - Quizvraag

Braindrain is
A
Drainage van de vochtige grond
B
Gebied waar het aantal inwoners daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleide uit een gebied.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je de afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst?

Slide 7 - Open vraag

Mensen verlaten de stad en gaan in de omgeving van de stad wonen.
A
Suburbanisatie
B
Drempelwaarde
C
Forensisme
D
Ruimtelijke ordening

Slide 8 - Quizvraag

Drempelwaarde is...
A
De hoogte van een drempel
B
Minimaal aantal klanten dat nodig is om een zaak draaiend te houden
C
De afstand die klanten afleggen
D
Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking

Slide 9 - Quizvraag

De oorzaak van het verdwijnen van voorzieningen kan zijn...
A
De drempelwaarde wordt niet gehaald.
B
De sociale controle neemt toe
C
De steden snel groeien
D
Het aantal ouderen neemt toe.

Slide 10 - Quizvraag

Als de wegen verstopt raken, dan is er sprake van ....

Slide 11 - Open vraag

Einde quiz.

Slide 12 - Tekstslide

H5: Bevolking en ruimte in Duitsland


Overzicht van belangrijke formules:
  • Natuurlijke bevolkingsgroei = geboortecijfer - sterftecijfer
  • Sociale bevolkingsgroei = immigratie - emigratie
  • Geboorteoverschot = geboortecijfer > sterftecijfer
  • Sterfteoverschot = sterftecijfer > geboortecijfer
  • Vestigingsoverschot = immigratie > emigratie
  • Vertrekoverschot = emigratie > immigratie


Slide 13 - Tekstslide

§1: Bevolkingsgroei in Duitsland

  • Natuurlijke bevolkingsgroei: vanaf 1972 een sterfteoverschot
  • Sociale bevolkingsgroei: vestigingsoverschot door migratie

2 redenen voor de groei vanaf 2011:
  • meer migranten
  • jonge vrouwelijke migranten krijgen meer kinderen
  • Gezinshereniging 
69 miljoen in 1950
                                      82,5 miljoen in 2002
83,2 miljoen in 2021


Slide 14 - Tekstslide

4 groepen migranten in Duitsland
  1. Volksduitsers: mensen uit gebieden die vroeger bij Duitsland hoorden.
  2. Gastarbeiders: uit landen rond de Middellandse Zee. Grootste groep zijn de Turken. Zij werken in de mijnbouw en industriegebieden.
  3. Arbeidsmigranten: uit andere landen van de EU, bv. Polen.
  4. Vluchtelingen: bv. uit Syrië  

Slide 15 - Tekstslide

Bevolkingsgroei Duitsland -> Demografisch Transitiemodel
Fase 1:
Geboortecijfer + sterftecijfer hoog
Weinig of geen natuurlijke bevolkingsgroei.

Fase 2:
Geboortecijfer hoog
Sterftecijfer daalt snel
Gevolg: snelle bevolkingsgroei.
Fase 3:
Geboortecijfer daalt
Sterftecijfer daalt langzaam
Gevolg: bevolking groeit minder snel.
Fase 4:
Geboortecijfer + sterftecijfer laag
Gevolg: weinig of geen bevolkingsgroei
Fase 5:
Geboortecijfer erg laag
Sterftecijfer laag
Gevolg: afname bevolking door sterfteoverschot

Slide 16 - Tekstslide

Demografisch transitiemodel

Slide 17 - Tekstslide

Bevolkingsgroei in de toekomst
Vergelijking leeftijddiagram Nederland (links) en Duitsland (rechts)
  1. Levensverwachting is in beide landen gestegen
  2. Babyboom begon in Duitsland zo'n 10 jaar later, dus de vergrijzing (65+ bult) start er later
  3. Ontgroening in Duitsland sterker

Slide 18 - Tekstslide

Bevolkingsgroei in de toekomst
Tussen 2011 en 2017 groeide de Duitse bevolking licht, ondanks het sterteoverschot => door sociale bevolkingsgroei -> migranten.

Gevolgen:
  • sterfteoverschot daalde
  • geboortecijfer ging omhoog -> vrouwelijke migranten kregen meer kinderen gemiddeld.
  • gezinshereniging
  • komst van vluchtelingen

Slide 19 - Tekstslide

Bevolkingsgroei in de toekomst
  • De bevolking zal tot 2060 niet groeien maar juist afnemen.
  • Sterfteoverschot zal groter worden dan vestigingsoverschot.

Conclusie:
=> tot 2060 bevolkingskrimp in Duitsland
=> Duitsland zit in fase 5 van het transistiemodel

Slide 20 - Tekstslide

§1: Bevolkingsgroei in Duitsland

Met de vergrijzing start de laatste fase van het demografisch transitiemodel:
  • Fase 1: geboorte- en sterftecijfer zijn hoog, maar gelijk
  • Fase 2: geboortecijfers blijft gelijk, maar sterftecijfer neemt af, omdat iedereen nog steeds veel baby's wilt
  • Fase 3: groot geboorteoverschot en laag sterftecijfer zorgt voor grote groei
  • Fase 4: sterftecijfer blijft gelijk, maar geboortecijfer neemt af
  • Fase 5: sterfteoverschot (door vergrijzing)

Slide 21 - Tekstslide

5.2 Regionale verschillen 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

West Duitsland: groei
kapitalistisch, VS Bondgenoot
Oost Duitsland: vertrekoverschot, communistisch

Slide 24 - Tekstslide

grote verschillen
tussen 
West (BRD)
en Oost 
(DDR)

Slide 25 - Tekstslide

Twee staten
  • Van 1949 tot 1989 was Duitsland verdeeld in twee aparte landen
Verschillen: 
  • Oost-Duitsland was communistisch, dictatuur, arm
  • West-Duitsland was kapitalistisch, democratie, welvaart
  • In 1989 kwam er een eind aan het communisme en werden de twee landen weer 1 Duitsland in 1990

Slide 26 - Tekstslide

Duitsland vanaf 1990, gevolgen van de hereniging
  • Grote vertrekoverschotten in voormalig Oost-Duitsland
  • Oost-Duitsland liep leeg, soms wel 30% minder mensen.

Oorzaken:
- bedrijven en fabrieken gingen failliet door concurentie met moderne bedrijven uit West-Duitsland
- hoge werkloosheid

Slide 27 - Tekstslide

Duitsland vanaf 1990, gevolgen van de hereniging
  • Grote vertrekoverschotten in voormalig Oost-Duitsland
  • Oost-Duitsland liep leeg, soms wel 30% minder mensen.

Gevolgen:
- voorzieningen in dorpen verdwijnen -> oplossing is samenvoegen van voorzieningen in 1 gebouw bv wijkcentrum
- vergrijzing, jongen mensen trekken weg naar bv Berlijn
Uitzondering = de stad Berlijn -> daar neemt de bevolking juist toe.

Slide 28 - Tekstslide

Krimp en groei in de rest van Duitsland
Krimpgebieden:
  • Ruhrgebied, Saarland (oude industriegebieden)
  • platteland
Oorzaak = geen werk = afstotingsfactor

Bevolkingsgroei:
  • Munchen
Oorzaak = werk in industrie (auto) en diensten (hightech) = aantrekkingsfactor

Slide 29 - Tekstslide

Krimp en groei in de rest van Duitsland
Ondanks de krimp moeten er in veel deelstaten toch meer huizen gebouwd worden.

Hoe kan dat?
  • Eenpersoonshuishoudens: ouderen die alleen wonen, jongeren die op zichzelf wonen, gescheiden mensen.
  • Al deze mensen hebben woonruimte nodig, daarom moeten er ook in gebieden met krimp huizen bijgebouwd worden.

Slide 30 - Tekstslide

Afstotingsfactoren
Oost Duitsland?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

Welk deel van Duitsland is erg welvarend en kent weinig werkloosheid?
A
Het oostelijke deel van Duitsland
B
Het westen van Duitsland
C
Het zuiden van Duitsland
D
Het Noorden van Duitsland

Slide 33 - Quizvraag

Hoe kan de werkloosheid in het Oosten van Duitsland zo hoog zijn?

Slide 34 - Open vraag

Hoe kan het dat het economisch ook minder ging met het Westen van Duitsland?

Slide 35 - Open vraag

Wat wordt er met demografische krimp bedoeld?

Slide 36 - Open vraag

De demografische krimp is een gevolg van vergrijzing en ontgroening
A
Juist
B
onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Na 1955 kwamen er veel immigranten uit het Middellandse zeegebied naar Duitsland, waarom?
A
In de oorlog waren veel soldaten meegekomen naar Duitsland
B
In het Middellandse zeegebied was nog een oorlog bezig
C
Om te werken in de industrie en mijnbouw van Duitsland
D
Vanwege het fijne klimaat in Duitsland

Slide 38 - Quizvraag

Hoe zorgen de niet westerse allochtonen voor een minder grote daling van de demografische krimp?

Slide 39 - Open vraag

Door welke factoren steeg de werkloosheid na 1960 in het Ruhrgebied?

Slide 40 - Open vraag

Maakwerk
opdr 1+2+5+6+7 v.a. blz 122

Slide 41 - Tekstslide