Voorbereiding SO U3 V1 LS A 1-5

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

V1A lundi 2 mars
Les objectifs pour aujourd'hui :
Jij bent voorbereid  om een mooi cijfer voor jouw SO te halen !
Wat jij moet leren:
SO Unité 3, A 1 tot en met A 5, maar A4 hoeft niet

Slide 2 - Tekstslide

partie 1
Geef de vertaling van de volgende woordjes.

De woorden moet je vertalen van Nederlands naar Frans.

Er zijn 18 woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal " de overhoring"

Slide 4 - Open vraag

Vertaal "leren":

Slide 5 - Open vraag

Vertaal "de pen":

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de 7 dagen van de week (in de juiste volgorde, begin bij maandag)?

Slide 7 - Open vraag

Dans ton sac à dos, il y a :
A
un cahier
B
une note
C
une tablette
D
un livre

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal "het bord":

Slide 9 - Open vraag

Vertaal "de etui":

Slide 10 - Open vraag

Vertaal "le sac à dos":

Slide 11 - Open vraag

Partie 2
De regelmatige werkwoorden op -er

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer?
Formule voor het maken van het rijtje van een regelmatige werkwoord:  
stap 1: hele ww - er  -- > stam
stap 2: stam + uitgang die bij het onderwerp past

Slide 13 - Tekstslide

ik
jij
wij
zij
jullie, u
hij, zij, men
je
nous
vous
tu
ils, elles
il, elle, on

Slide 14 - Sleepvraag

ALORS.......
je             parl         e
tu            parl         es
il, elle    parl          e
nous     parl         ons
vous      parl        ez
ils, elles parl       ent 

Slide 15 - Tekstslide

je (donner)

Slide 16 - Open vraag

Aya (chercher)

Slide 17 - Open vraag

Aya et Adam (fermer)

Slide 18 - Open vraag

Vous (oublier)

Slide 19 - Open vraag

wij (dessiner)

Slide 20 - Open vraag

Vertaal "il joue":

Slide 21 - Open vraag

Vertaal "nous écoutons":

Slide 22 - Open vraag

partie 3
werkwoorden met "houden van "
Wat was daar ook al weer mee aan de hand?

DAAP!!

Slide 23 - Tekstslide

Werkwoorden met "houden van" -- > DAAP staat voor:
A
donner, apprendre, aimer, préférer
B
détester, aimer, adorer, parler
C
détester, aimer, adorer, partir
D
détester, aimer, adorer, préférer

Slide 24 - Quizvraag

De DAAP werkwoorden worden altijd gevolgd door:
A
un, une, des
B
le, la, l', les
C
mon, ma, mes
D
niets

Slide 25 - Quizvraag

welk woord past op de open plek?
Nous aimons ... prof de français
A
un
B
les
C
la
D
une

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord past op de open plek?
Nicolas déteste ... histoire
A
l'
B
la
C
le
D
un

Slide 27 - Quizvraag

Vertaal "wij hebben een hekel aan de voorstelling"

Slide 28 - Open vraag

Vertaal "hij is dol op tekenen":

Slide 29 - Open vraag

voor de toets van woensdag...
haal ik zeker een 9 of 10
haal ik zeker een voldoende
ga ik mijn best doen
vind ik sommige onderdelen nog moeilijk
moet ik echt nog heel veel leren

Slide 30 - Poll