MEMO Test Jezelf 3.4

Test Jezelf 3.4
Welkom klas

3.4 De Bezetting van Nederland

In deze Test Jezelf zitten veel vragen met bronnen!




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Test Jezelf 3.4
Welkom klas

3.4 De Bezetting van Nederland

In deze Test Jezelf zitten veel vragen met bronnen!




Slide 1 - Tekstslide

Wat testen we nu?
1. Je kunt beschrijven hoe de Duitsers Nederland bezetten en welke gevolgen dat had voor politiek, cultuur, economie en dagelijks leven.


2. Je kunt uitleggen dat Nederlanders op verschillende manieren op de Duitse bezetting reageerden.


3. Je kunt beschrijven hoe Nederland werd bevrijd.

Slide 2 - Tekstslide

Leg het uit wat het volgende begrip betekent:

'Collaboratie '

Slide 3 - Open vraag

Juist of onjuist?
Leg je antwoord alléén uit als het onjuist is.

'Het grootste deel van de bevolking werkte samen met de bezetter.'

Slide 4 - Open vraag

Juist of onjuist?
Leg je antwoord alléén uit als het onjuist is.

'Anton Mussert was de leider van de NSB.'

Slide 5 - Open vraag

In Nederland waren er tijdens de Duitse bezetting Joodse onderduikers.
Vanaf 1942 doken ook veel niet-Joodse mannen onder, omdat zij geen
gehoor wilden geven aan een maatregel van de Duitse bezetter.

Welke maatregel wordt bedoeld?

Slide 6 - Open vraag


Bekijk de bron.
Geef per houding aan welke herinnering daarbij past. Let op! Er blijft één herinnering over!
Doe het zo:
Aanpassing past bij herinnering … (vul nummer in).
Collaboratie past bij herinnering … (vul nummer in).
Verzet past bij herinnering … (vul nummer in).

Slide 7 - Open vraag

Bekijk de bron:
Leg uit dat dit bombardement leidde tot de capitulatie van Nederland.

Doe dit door:
- eerst aan te geven welke stad gebombardeerd werd,
- en daarna een reden te geven waarom de Nederlandse legerleiding besloot te capituleren.

Slide 8 - Open vraag

Een bewering: 'De Duitse inval in Nederland is een voorbeeld van een Blitzkrieg.'

Geef één argument waaruit blijkt dat de bewering juist is.

Slide 9 - Open vraag

Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaven sommige Nederlanders aan hun kinderen namen als Wilhelmina, Juliana en Beatrix.
Eind 1942 besloot het ministerie van Justitie om deze namen te verbieden in kranten.

1: Welk begrip past bij het geven van deze namen?
2: En welk begrip past bij het verbieden van de namen in kranten?

Slide 10 - Open vraag

Lees de bron:

Iemand beweert dat veel van deze directeuren collaborateurs waren.

Geef één argument voor deze bewering.

Slide 11 - Open vraag

Lees de bron:
De schrijver herinnert zich een periode in het westen van Nederland tijdens
de Tweede Wereldoorlog.

Hoe heet deze periode?

Slide 12 - Open vraag

Bekijk de bron.
In de bron staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met Nederland tijdens
de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.

Doe het zo:
Eerst ..., dan ..., daarna ..., vervolgens ... en ten slotte ... (vul nummers in).

Slide 13 - Open vraag

Lees de bron.
Vind jij het terecht of onterecht dat de medewerkers van de
Luchtbeschermingsdienst een medaille hebben gekregen?
Geef een argument voor je keuze.
Doe het zo:
Ik vind het … (kies uit: terecht / onterecht) dat ze een medaille kregen,
want … (geef argument).

Slide 14 - Open vraag

Bekijk de bron:

Welke titel past bij deze kaart?
A
D-Day
B
Operatie Market Garden
C
Slag om Engeland
D
Spoorwegstaking

Slide 15 - Quizvraag

Lees de bron: Tegenwoordig vinden sommige mensen dat de vrouw een collaborateur
was, anderen vinden van niet...
Geef voor beide meningen één argument.

Doe het zo:
'De vrouw was een collaborateur, omdat … ' (geef een argument).
'De vrouw was géén collaborateur, omdat … ' (geef een argument).

Slide 16 - Open vraag

Lees de bron:
Een bewering: 'De situatie van de Nederlander uit de bron is anders dan
de situatie van de meeste Nederlanders in Nederlands-Indië in die tijd.'

Noem één verschil tussen de situatie van de Nederlander uit de bron en de
situatie van de meeste Nederlanders in Nederlands-Indië in die tijd.

Slide 17 - Open vraag

In 1944 vond de Slag om Arnhem plaats.
Leg uit, met behulp van de foto, dat het oorspronkelijke doel van de
Geallieerden bij de Slag om Arnhem niet bereikt werd.

Doe dit door:
Eerst het doel te noemen van de Slag om Arnhem en daarna met behulp
van de foto een reden te geven waarom het doel niet bereikt werd.

Slide 18 - Open vraag

De tekening is gemaakt naar aanleiding van een gebeurtenis in Nederland
in mei 1940.

Welke gebeurtenis wordt bedoeld?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video