Voornaamwoorden: vragend en onbepaald

Voornaamwoorden:
vragend en onbepaald
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voornaamwoorden:
vragend en onbepaald

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Vragend voornaamwoord
  • Wie
  • Wat
  • Welke
  • Wat (voor een)

Slide 3 - Tekstslide

Waar ga jij naar de fitness?
'Waar' is een...
A
vragend voornaamwoord
B
bijwoord

Slide 4 - Quizvraag

Waarom heb jij dat gedaan?

'Waarom' is een...
A
vragend voornaamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
bijwoord
D
werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Wat heb je gedaan?

'Wat' is een....
A
voorzetsel
B
vragend voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bijwoord

Slide 6 - Quizvraag

Waarom kwam je niet eerder met dat antwoord?
'Waarom' is een...
A
vragend voornaamwoord
B
voorzetsel
C
bijwoord
D
betrekkelijk voornaamwoord

Slide 7 - Quizvraag

Ik vind deze opdracht best lastig.
'Deze' is een...
A
aanwijzend voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Link

Onbepaalde voornaamwoorden
       Iemand         Niets          Alles            Zoiets              Elk(e)

Iedereen           Het              Ieder(e)         Menig(e)           Wat

     Men         Ene         (een) zekere        een of ander(e)            Je

  Menigeen                        Iets                             Niemand 

Slide 10 - Tekstslide

Lastige gevallen
  • Je (men)
    Gedoe kun je maar beter vermijden.
  • Wat (iets)
    Neem jij ook wat meer naar het feest?
  • Het (tijd, weer, sfeer)
    Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig!

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de onbepaalde voornaamwoorden?

In de zomer gaat men graag naar het strand. Niet iedereen houdt van zand in al zijn spullen dus wordt er vaak een strandstoel gehuurd. Smeer je flink in met wat goede zonnebrandolie! Iemand die dat niet doet, verbrandt snel! Smeer op alle plekken die aan de zon blootgesteld worden, dus ook op je rug en je gezicht.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn de onbepaalde voornaamwoorden?

In de zomer gaat men graag naar het strand. Niet iedereen houdt van zand in al zijn spullen dus wordt er vaak een strandstoel gehuurd. Smeer je flink in met wat goede zonnebrandolie! Iemand die dat niet doet, verbrandt snel! Smeer op alle plekken die aan de zon blootgesteld worden, dus ook op je rug en je gezicht.

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je gedaan?

'Je' is een...
A
persoonlijk voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
bijwoord

Slide 14 - Quizvraag

Wat eet jij het liefst?
'Wat' is een...
A
voorzetsel
B
bijwoord
C
vragend voornaamwoord
D
persoonlijk vnw

Slide 15 - Quizvraag

Wil jij mij nu helpen?
'Nu' is een...
A
voorzetsel
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 16 - Quizvraag

Als ‘wat’ gebruikt wordt in de betekenis van iets/een beetje’, is ‘wat’ een onbepaald voornaamwoord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Maak een zin met een vragend voornaamwoord of een onbepaald voornaamwoord

Slide 18 - Open vraag

Maak een zin met twee onbepaalde voornaamwoorden.

Slide 19 - Open vraag