24 juni
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Diálogo 1: Wat betekent de vraag "¿Qué vas a tomar?"
A
Wat ga je drinken?
B
Wat ga je eten?
C
Wil je een koffie?
D
Wat wil je drinken?
Slide 4 - Quizvraag
Diálogo 2: ¿Qué comen y beben? ¿Wat eten en drinken ze?
A
Un café con leche, un zumo de manzana y tostadas.
B
Un cortado, un zumo de pera y tarta.
C
Un café con leche, un zumo de naranja y tarta.
D
Un café solo, un zumo de naranja y tostadas.
Slide 5 - Quizvraag
Hoe zeg je "de rekening" in het Spaans?
A
La cuenta
B
La factura
C
El dinero
D
Pagar
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Hoe heet de Spaanse koude tomaten soep?
A
Gazpacha
B
Gazpacho
C
Gaspacha
D
Gaspacho
Slide 8 - Quizvraag
Welke ingrediënt gebruikt ze niet voor de gazpacho?
A
cebolla
B
tomate
C
ajo
D
azúcar
