introductieles basisschool

Herzlich Willkommen!
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Welkom online 3 Vwo
Vandaag log je in bij lessonup.com met de code die in je mail staat. Het is de bedoeling dat je alle opdrachten in deze les maakt.    Heb je vragen/problemen gebruik dan de chat. We zitten namelijk hier in een repetitie en we willen de leerlingen in lokaal 102 zo min mogelijk storen. 
            Ga naar lessonup.com en log in met de code     
De code staat links onder                 voer je eigen naam in                                            



Slide 2 - Tekstslide

Deutsch lernen ist nicht schwer
Ich stelle mich vor:

Slide 3 - Tekstslide

wat heb je gehoord
over mij?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Welke redenen om Duits te leren worden er in het filmpje genoemd? Noem er 3!

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Als dit op mijn bord ligt, wat eet ik dan?
A
Boulette
B
Huhn
C
Knödel
D
Hackfleisch

Slide 8 - Quizvraag

0

Slide 9 - Video

In welk dialect is dit lied gezongen?
A
Berlinerisch
B
Österreichisch
C
Sächsisch
D
italienisch

Slide 10 - Quizvraag

Welk van de volgende woorden betekent in het Duits niet hetzelfde als in het Nederlands?
A
het meer / das Meer
B
echt / echt
C
de angst / die Angst

Slide 11 - Quizvraag

Welke drie merken zijn Duits?

A
Ikea, Facebook en Chanel
B
Dr. Oetker, Adidas en Porsche
C
Apple, Porsche und Nike

Slide 12 - Quizvraag

0

Slide 13 - Video

Wat denk je dat er met Dori aan de hand is?

A
Ze vindt Nemo op eens toch niet meer leuk en van hem af komen
B
Ze is helemaal vergeten dat ze Nemo net ontmoette
C
Ze leidt aan achtervolgingswaan

Slide 14 - Quizvraag

In Duitsland liggen veel pretparken. Welk pretpark is de grootste (qua bezoekersaantallen)?
A
Phantasialand
B
Europapark
C
Heide-Park

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de bijnaam van bondskanselier Angela Merkel?
A
Die Professorin
B
Die Eiserne Dame
C
Mutti

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het hoogste cijfer dat je in Duitsland op school kunt halen?
A
6
B
1
C
10

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de bijnaam van voetbalclub Bayern München?
A
FC Hollywood
B
FC Die Champions
C
FC Hollandia

Slide 18 - Quizvraag

Welk sportmerk is niet Duits?
A
Puma
B
Nike
C
Adidas

Slide 19 - Quizvraag

Welke volgorde hebben (van boven naar beneden) de kleuren van de Duitse vlag?
A
Zwart-rood-goud
B
Rood-goud-zwart
C
Goud-rood-zwart

Slide 20 - Quizvraag

Veel  Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten  zien. Je gaat met een quiz nu een aantal nieuwe woorden  leren.

Slide 21 - Tekstslide


A
reiten
B
tanzen
C
schwimmen
D
malen

Slide 22 - Quizvraag


A
reiten
B
malen
C
singen
D
tanzen

Slide 23 - Quizvraag


A
singen
B
Rad fahren
C
schwimmen
D
reiten

Slide 24 - Quizvraag


A
Volleyball spielen
B
Fußball spielen
C
Minigolf spielen
D
Schlittschuh laufen

Slide 25 - Quizvraag


A
Ski laufen
B
Skien
C
reiten
D
tanzen

Slide 26 - Quizvraag


A
reiten
B
Ski laufen
C
Rad fahren
D
malen

Slide 27 - Quizvraag

de wereldkampioen
A
der Kampioen
B
der Europameister
C
der Weltmeister

Slide 28 - Quizvraag


A
das Fußballfeld
B
der Sportverein
C
die Kondition

Slide 29 - Quizvraag


A
gewinnen
B
üben
C
trainieren
D
singen

Slide 30 - Quizvraag

Doelen

Je kent een aantal vraagwoorden in het Duits
Je kunt jezelf voorstellen in het Duits


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'was' in het Nederlands?
A
wat
B
wie
C
hoe
D
waar

Slide 33 - Quizvraag

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie' in het Nederlands?
A
wie
B
hoe
C
waar
D
wanneer

Slide 34 - Quizvraag

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie' in het Duits?
A
wer
B
wohin
C
woher
D
wann

Slide 35 - Quizvraag

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wohin' in het Duits?
A
waarvandaan
B
waar
C
wanneer
D
waarheen

Slide 36 - Quizvraag

Bekijk het volgende filmpje

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Wie heißt du?
A
Hoe heet u?
B
Hoe heet jij?
C
Waar woon je?
D
Hoe oud ben je?

Slide 39 - Quizvraag

Wo wohnen Sie?
A
Waar woon je?
B
Waar woont u?
C
Hoe heet jij?
D
Hoe heet u?

Slide 40 - Quizvraag

Wie heißt du?

Slide 41 - Open vraag

Wo wohnst du?

Slide 42 - Open vraag