Sociale hygiëne & Ongewenst Gedrag

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
HotelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale Hygiëne

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Sociale Hygiëne volgens jou?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal hygienisch beleid
  1. Je hebt de bedrijfsformule bepaalt
  2. Je hebt de gastvrijheidsformule bepaalt
  3. Je hebt bepaalt welk gedrag gewenst is

Dit maak je kenbaar aan je gast met...

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie wetten heb je direct mee te maken binnen Sociale Hygiëne?
A
Wegenverkeerswet
B
Drank- en horecawet
C
Grondwet
D
Arbowet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale Hygiëne

Sociale hygiëne leert je wat je moet doen in situaties die afwijken van het normale of die afwijken van de verwachting

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van sociale hygiëne?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van sociale hygiëne

Het doel van sociale hygiëne is om de veiligheid, gezondheid en het welzijn van gasten en werknemers beschermen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hygiëne in de bediening of keuken is onderdeel van sociale hygiëne
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Sociale hygiëne heeft niks met hygiëne in de keuken of met schone handen te maken. In de keuken en voor de omgang met voedsel gebruik je de Hygiënecode voor de horeca. Sociale hygiëne daarentegen gaat over de omgang met mensen.
Als leidinggevende ben jij als enige verantwoordelijk voor de sociale hygiëne binnen je bedrijf.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Als leidinggevende ben je verantwoordelijk, maar dat betekent niet dat jij als enige verantwoordelijk bent. Iedereen binnen je bedrijf hoort zich te houden aan de regels, en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid dat binnen het bedrijf geldt.
Recensies
Zoek twee recensies op bijvoorbeeld The Fork, Bol.com of een ander platform.

Deel deze met de groep en geef aan wat voor soort klacht het is (gegrond, ongegrond, subjectief) en welke doelgroep deze heeft geschreven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOCIAAL GEDRAG

Slide 12 - Tekstslide

Wat heeft sociaal gedrag te maken met sociale hygiëne.
Bij het woord ‘sociaal’ denk je misschien aan iemand die makkelijk kletst en veel mensen kent. Maar sociaal gedrag is meer dan alleen makkelijk kunnen omgaan met anderen. Het gaat er ook om dat je op de juiste manier met anderen omgaat.
Uit welke twee pijlers bestaat
sociaal gedrag?
A
normen
B
ethiek
C
waarde
D
moraal

Slide 13 - Quizvraag

Normen zijn richtlijnen voor je gedrag in sociale situaties. Een waarde is iets dat je waardevol vindt om na te leven. Als je elkaar respecteert op basis van normen en waarden, dan noem je dat sociaal gedrag.
Wat zijn je verantwoordelijkheden
als leidinggevende wat betreft
het sociaal hygiënisch beleid?
A
Voorlichting geven aan medewerkers over beleid
B
Registratielijsten invullen
C
Gasten op de hoogte stellen van regels
D
Huisregels opstellen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gastgericht werken maakt
onderdeel uit van sociale hygiëne.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BELEID

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een beleid is de manier waarop je de doelstellingen van jouw bedrijf realiseert

Ook voor sociale hygiëne stel je een beleid op, dit noem je een sociaal-hygiënisch beleid

Slide 17 - Tekstslide

Een beleid is de manier waarop je de doelstellingen van jouw bedrijf realiseert. Het is als het ware een afgesproken plan van aanpak. Ook voor sociale hygiëne stel je een beleid op. Dit noem je een sociaal-hygiënisch beleid. Hiermee kun je de gezondheid en veiligheid van gasten en medewerkers bewaken.

Voor de gast kun je vaak de regels terugvinden in het huisregels.
ONGEWENST GEDRAG

Slide 18 - Tekstslide

Wat heeft sociaal gedrag te maken met sociale hygiëne.
Bij het woord ‘sociaal’ denk je misschien aan iemand die makkelijk kletst en veel mensen kent. Maar sociaal gedrag is meer dan alleen makkelijk kunnen omgaan met anderen. Het gaat er ook om dat je op de juiste manier met anderen omgaat.
Wat kunnen oorzaken zijn van ongewenst gedrag?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je ongewenst gedrag voorkomen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen oorzaken zijn van risicogedrag?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken risicogedrag
1) Karakter
2) Opvoeding
3) Drugs
4) Alcohol
5) Frustratiefactor 

Slide 22 - Tekstslide

1) Iemand is soms gewoon zo... snel agressief, of op zijn tenen getrapt. (heeft vaak wel onderliggend probleem)
2) slechte jeugd, (vb. mishandeld) of is nooit tegengesproken waardoor het sociale kader ontbreekt. zijn voorbeelden van hoe iemand groot geworden is. 
3) Het gebruik hiervan kan onvoorspelbaar zijn. iemand kan hierdoor risicogedrag vertonen.
4) teveel dranken veranderd het karakter van een persoon en verhoogd het risicogedrag.
5) Frustratietolerantie is de hoeveelheid frustratie die je kunt verdragen. Met een hoge frustratietolerantie maak je je niet snel druk bij frustraties.
Soorten risicogedrag
  • Tegenwerkend gedrag (A1+A2/B1+B2)
  • Agressief gedrag (C)
  • Gewelddadig gedrag (D)
  • Crimineel gedrag
  • Problematisch groepsgedrag

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden A1-gedrag, het geven van excuses
De gast probeert de leidinggevende ervan te overtuigen dat hij er niets aan kon doen en biedt een excuus aan. De gast geeft eigenlijk een reden voor het gedrag waarbij de gast zelf geen schuld heeft. Voorbeelden van A1-gedrag zijn:

  • Ik kan er niets aan doen.
  • Het was niet mijn schuld. 
  • Ik wist dat niet.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden A2-gedrag, het risicogedrag ontkennen.
De gast probeert de leidinggevende ervan te overtuigen dat hij geen regelovertreding of risicogedrag heeft laten zien. De gast ontkent dat hij een fout heeft gemaakt. Voorbeelden van A2-gedrag zijn:

  • Dat is niet waar.
  • Dat heb ik niet gedaan.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden B1-gedrag, kritiek hebben op de regel of het beleid.
De gast probeert de leidinggevende ervan te overtuigen dat de regel of het beleid niet goed is. De gast heeft kritiek op de regel en vindt de regel bijvoorbeeld te streng of nutteloos. Voorbeelden van B1-gedrag zijn:
  
  • De regel slaat nergens op
  • U bent toch geen politie?
  • Bij die andere kroeg mag dit wel!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden B2-gedrag, kritiek hebben op de regelhandhaving of de uitvoering van de sanctie.
De gast probeert de leidinggevende ervan te overtuigen dat de uitvoering van de sanctie niet helpt. De gast kent de regel wel, maar wil niet dat de regel wordt gehandhaafd.
Voorbeelden van B2-gedrag zijn:

  • Ik val toch niemand lastig.
  • Daarom hoef je me toch niet weg te sturen?
  • Ik kan mijn sigaret toch wel oproken, er is toch niemand.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden C-gedrag, agressief gedrag
De gast vertoont agressief gedrag naar mensen in zijn omgeving, dit kunnen zowel gasten als personeel zijn. C-gedrag is altijd gericht op mensen en is bedoeld om te intimideren of om tegengedrag uit te lokken.

  • Treiteren en uitschelden.
  • Uitdagen tot een gevecht, maar niet echt vechten.
  • Seksueel intimideren.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden D-gedrag, gewelddadig gedrag.
De gast heeft als doel om iemand zwaarder te treffen dan C-gedrag.
Een voorbeeld van een verbale bedreiging is:
  • Ik wacht je op.
  • Ik steek je neer als je vanavond klaar bent.

Een voorbeeld van een fysieke bedreiging is:
  • Het tonen van een wapen.
  • Het opheffen van een gebalde vuist.
  • Slaan of schoppen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld Crimineel gedrag
Onder crimineel gedrag valt alles wat als een strafbaar feit is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en in andere wetgeving (zoals de Opiumwet). Bijvoorbeeld diefstal, vernieling, wapenbezit, bedreiging, geweld, flessentrekkerij, overval, afpersing

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld problematisch groepsgedrag
Een groep mensen met vaak een leider vertoont probleemgedrag. Denk bijvoorbeeld aan een voetbalkantine of een hele rumoerige familiebijeenkomst.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je er mee om?
Ombuigen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A/B gedrag: 
Ruimte laten, begrip tonen en ombuigen met argumenten.

C/D gedrag: 
Kan strafbaar gedrag zijn. 
Blijf hierbij rustig, houd controle over de situatie en 
schakel hulp in.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel één vraag over iets dat je nog niet
zo goed hebt begrepen.

Slide 34 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.