In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Farmacologie test deel 1
Slide 1 - Tekstslide
Noem vijf dingen die niet op een recept staan maar wel op een etiket.
Slide 2 - Open vraag
Als een zorgvrager medicijnen die hij over heeft terugbrengt naar de apotheek, kunnen ze ........................................... hergebruikt worden.
A
Wel
B
Niet
Slide 3 - Quizvraag
Eén van je taken als verpleegkundige bij het toedienen van medicijnen is het voorkomen van interactie. Wat is interactie?
A
De zorgvrager bewaart de medicatie niet goed waardoor de werking verminderd.
B
De zorgvrager gebruikt twee of meer medicijnen die dezelfde werking hebben.
C
De zorgvrager krijgt verschillende medicijnen die elkaars werking beïnvloeden.
D
De zorgvrager neemt het medicijn niet goed in waardoor het niet goed werkt.
Slide 4 - Quizvraag
Beschrijf in enkele zinnen welk naslagwerk jij het fijnst vindt om informatie over medicijnen op te zoeken en waarom.
Slide 5 - Open vraag
Als je een medicatiefout hebt gemaakt, meld je de fout in een registratiesysteem.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Als een zorgvrager een medicijn niet goed kan doorslikken, mag je zelfstandig besluiten om het medicijn te malen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Ashley heeft per ongeluk oogdruppels in plaats van oordruppels aan meneer Smeets toegediend. Noem minimaal 3 dingen die Ashley na het maken van deze fout moet doen.
Slide 8 - Open vraag
We zijn er bijna
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Als een zorgvrager geestelijk en lichamelijk afhankelijk is van een medicijn dan is er sprake van...
A
complicatie
B
interactie
C
gewenning
D
verslaving
Slide 11 - Quizvraag
Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je het als twee medicijnen elkaar beïnvloeden?
A
complicatie
B
interactie
C
allergie
D
capsule
Slide 13 - Quizvraag
Medicatie dat op de huid wordt aangebracht, zoals zalf, noemen we..
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
dermaal of cutaan
D
oraal of per os
Slide 14 - Quizvraag
Bij een overdosis van een medicijn kunnen klachten optreden als
A
Misselijkheid
B
Hartritmestoornissen
C
Bewusteloosheid
D
Alle bovenstaande
Slide 15 - Quizvraag
Overdosering betekent dat iemand meer medicijnen nodig heeft dan de gemiddelde patiënt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Waaruit bestaat de regel van vijf bij het toedienen van medicijnen?