Hofcultuur voorbereiding toets

VOORBEREIDING Havo 4
TOETS HOFCULTUUR
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VOORBEREIDING Havo 4
TOETS HOFCULTUUR

Slide 1 - Tekstslide

HOFCULTUUR
- Lees Hoofdstuk 4 Bespiegeling goed door!
- Leer de LessonUps
- Leer de aantekeningen
- Onthoud alles uit deze Lessonup
- Oefen met vragen uit het werkboek
- Oefen op examenblad.nl


Slide 2 - Tekstslide

Kunst in opdracht van rijken
WAAROM?
Met welk doel?

Slide 3 - Tekstslide

Functie Kunst in opdracht van rijken
- Status in beeld vastleggen en tonen
- Laten zien dat ze rijkdom/geld  hadden om kunst in opdracht te laten maken
- Ze op die manier konden laten zien dat ze belezen waren.
 - Ze zich op die manier konden vereeuwigen voor het nageslacht (of voor werknemers)
 - Ze daarmee een historisch belangrijk moment konden vastleggen. 

Slide 4 - Tekstslide

Veranderende positie van de kunstenaar
ROL kunstenaar: van ambachtsman naar wetenschapper/intellectueel met hogere status. Want er was nu meer theoretische en technische kennis nodig. 

Welke voordelen leverde deze culturele bloeiperiode tijdens de renaissance op voor kunstenaars? 


Slide 5 - Tekstslide

Voordelen kunstenaars:

-meer/vaker opdrachten kregen.
- bescherming van de (nieuwe) rijken (mecenaat) / (regelmatig) inkomen / werkruimte verkregen (en daarmee een stabiele positie).
- hoge(re) bedragen vragen voor hun werk
- mogelijkheid zich (intellectueel) verder te ontwikkelen. 

Slide 6 - Tekstslide

Renaissance kunst
• (theoretische kennis) De kunstenaar moest kennis hebben  van de kunst uit de klassieke oudheid en van kunstwerken van andere grote meesters
 • (technisch aspect) De kunstenaar moest proportieleer / perspectief (lijnperspecief en atmosferisch perspectief / anatomie kunnen toepassen 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Barok kenmerken
- Dramatiek door sterke contrasten in licht-donker (clair-obscur)
− (suggestie van) beweging / dynamiek
- realisme, levensechte stofuitdrukking en plasticiteit
- aandacht voor emotie (gezichtsuitdrukkingen) 

Slide 9 - Tekstslide

Absolute vorst
Werk in opdracht van vorst
 (Lodewijk XIVe)
met als doel imponeren: macht en rijkdom vastleggen om status te verkrijgen/behouden. 

Kunstenaar moest zich houden aan de opdracht van de vorst!

Slide 10 - Tekstslide

De academies 
 Lodewijk de XIVe  vond kunst heel belangrijk en hij lied verschillende academies oprichten: 
Academies voor beeldende kunst  /   Academies voor dans  /   Academisch voor muziek

Dit had twee voordelen: 
1: Het niveau van de kunsten in Frankrijk werd zo steeds hoger, want de hiërarchie en selectie was groot
2: De academies waren overheidsinstellingen die konden bepalen wat er werd geschilderd, bijvoorbeeld meer propaganda. Dit vergrootte dan weer de macht van de koning. 
3: Op zo'n academie was een strenge hiërarchie en concurrentie, waardoor de kunstenaars elkaars niveau omhoog brachten. 
4: Alle leerlingen op de academie leerden dezelfde regels en technieken. Daardoor ontstond een duidelijk herkenbare stijl die in heel het koninkrijk te herkennen viel.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken academisch ballet
-Vloeiende beheerste bewegingen.

- (vijf) basisposities van het klassieke ballet 
- De bewegingen zijn buitenwaarts gedraaid (en-dehors).
- Huppelen op de tenen ziet de dans er licht of ‘zwevend’ uit.
De dans lijkt weinig kracht en inspanning te kosten.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Improvisatie is een belangrijk onderdeel van de commedia dell’arte stukken. Het verhaal is feitelijk slechts een aanleiding. Het echte stuk ontstaat op het podium door de vaste karakters die op elkaar reageren.

Slide 16 - Tekstslide

FEITELIJK, SPECIFIEK en GEDETAILLEERD ANTWOORDEN!!

Slide 17 - Tekstslide

TIPS tijdens de toets
- LEES de vraag: wat wordt er nu ECHT gevraagd?
- BELUISTER/BEKIJK/LEES de bron!
- CONTROLEER je antwoord.
-bij vergelijkingen altijd beide kunstwerken/periodes/enz. in het antwoord bespreken
- kladblaadje gebruiken om belangrijkste informatie uit de bron te noteren die betrekking hebben op de vraag en ze zo overzichtelijk te maken en daarna te betrekken in je antwoord

Slide 18 - Tekstslide

Heel veel succes!

Slide 19 - Tekstslide