Les 7 Medicijngebruik

Medicatie les 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Medicatie les 2

Slide 1 - Tekstslide

Als je denkt aan anatomie en fysiologie en met name het spijsverteringskanaal. Benoem wat de route door het lichaam is van het moment dat je de medicatie oraal inneemt tot het moment dat het zijn werking gaat doen?

Slide 2 - Open vraag

Welke medicatie ken je al?

Slide 3 - Woordweb

Wat betekent therapietrouw en waarom is dit belangrijk?

Slide 4 - Woordweb

Om het medicijn goed zijn werking te laten doen moet de bloedspiegel op pijl zijn
Dit doe je door het medicijn zo gelijk mogelijk over de dag (=24uur) te verdelen!​

1 x dgs = 's morgens of 's avonds medicatie innemen (8.00 of 18.00)​
2x dgs = om 8.00 en tussen 18.00 - 20.00 medicatie innemen​
3x dgs = om 8.00, 15.00 en 23.00 medicatie innemen​
4x dgs = om 8.00, 13.00, 18.00 en 23.00 medicatie innemen



Slide 5 - Tekstslide

Check jij altijd de datum als jij een paracetamol neemt?
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Ken jij de regel van 5 bij medicatietoediening ?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Waarvoor heb jij wel
eens medicatie gebruikt?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Medicijnen hebben vaak drie soorten namen:

Chemische naam of soortnaam: de chemische naam verwijst naar de groep medicijnen waartoe dit medicijn behoort op basis van de chemische samenstelling. Een voorbeeld van een dergelijke naam is de groep benzodiazepine.
Stofnaam of generieke naam: de stofnaam verwijst naar het werkzame bestanddeel van het middel. Stofnamen van medicijnen uit dezelfde groep lijken vaak op elkaar. Zo eindigen medicijnen uit de groep benzodiazepines meestal op ‘pam’, bijvoorbeeld oxazepam of diazepam.
Merknaam of handelsnaam: de merknaam is de beschermde naam van de producent. Een merknaam begint met een hoofdletter en wordt gevolgd door het teken ®. Het teken ® betekent dat het een merknaam is die in Nederland is geregistreerd. Voor diazepam is dit bijvoorbeeld: Valium® of Stesolid®.

Slide 12 - Tekstslide

Op welke manieren kun je medicatie toedienen? Heb je er voorbeelden bij ?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Welke risico's hebben medicijnen?
Welke ken je al?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Jij hebt vroeg dienst en vindt aan het begin van je dienst een baxterzakje met daarin medicatie op de kast bij Mw. De Graaf. Hierin zit haar medicatie van gisteravond. ​

Slide 17 - Open vraag

Ken jij al wetten welke te maken hebben met medicatieveiligheid?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide