TB Opvoeding & Grenzen

Themabijeenkomst
Opvoedingsstijlen & Grenzen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Themabijeenkomst
Opvoedingsstijlen & Grenzen

Slide 1 - Tekstslide

Opvoedingsstijlen
Hoe er moet worden opgevoed is niet voorgeschreven of opgelegd. Hoe er kan worden opgevoed wordt grotendeels door de opvoeder zelf bepaald. Mede afhankelijk van zijn eigen competenties en de situatie en omstandigheden waarin de opvoeding plaatsvindt, zal hij hieraan een bepaalde inhoud en vorm proberen te geven. Niet alle opvoeders hebben altijd duidelijk voor ogen welke weg ze bij de opvoeding willen volgen. We kunnen bij de meeste wel een bepaalde stijl in hun opvoedend handelen waarnemen. Een veel gebruikt onderscheidt in opvoedingsstijlen is die tussen autoritair, democratisch of autoritatief, laissez-faire en permissief. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Autoritaire opvoedingsstijl 
Een autoritaire opvoeding wordt onder meer gekenmerkt door het feit dat:
 – de opvoeder weinig inspraak duldt;
 – het kind aan strenge regels gebonden is en er door de opvoeder geëist wordt dat het gehoorzaamt;
 – het kind (streng) gestraft zal worden als het niet gehoorzaamt;
 – de opvoeder bepaalt veelal wat wel en niet mag en staat weinig of niet open voor de mening en wensen van het kind;
 – de opvoeder de spontane ontwikkeling van het kind belemmert, er wordt weinig rekening gehouden met de emoties en gevoelens;
 – er weinig wederzijds vertrouwen is tussen opvoeder en kind.

Slide 4 - Tekstslide

Democratische opvoedingsstijl 
Bij een structurerende of autoritatieve opvoeding zien we onder meer dat:
 – de opvoeder openstaat voor de ideeën van het kind, er is veel overleg;
 – naast de eisen en controle die aan het kind worden gesteld, het ook een bepaalde vrijheid krijgt;
 – er weinig wordt gestraft en op een gepaste manier corrigerend gehandeld;
 – de opvoeder het kind sterk in zijn activiteiten stimuleert;
 – de opvoeder met het kind een open relatie tracht op te bouwen waarin sprake is van een wederzijds vertrouwen.

Slide 5 - Tekstslide

Laissez-faire opvoedingsstijl 
Of we bij deze stijl ook van opvoeden mogen spreken is de vraag, er wordt ook wel gesproken over verwaarlozend. Laissez-faire betekent immers ‘laat maar gaan’ of ‘laat maar waaien’. De opvoeder is hier min of meer passief en laat het kind min of meer aan zijn lot over. Dat wil zeggen dat er weinig of geen eisen worden gesteld. Het kind mag het veelal zelf uitzoeken. We zien onder meer dat:
 – ‘alles kan en mag’, ook kan het kind veelal zelf bepalen wat het doet;
 – de opvoeder weinig betrokken is bij het kind;
 – eigen belang vóór het belang van het kind gaat;
– er naast weinig eisen en regels ook weinig controle is op wat het kind doet;
 – conflicten zoveel mogelijk worden vermeden.

Slide 6 - Tekstslide

Permissieve (toegevende) stijl 
Hierbij zien we onder meer:
- opvoeders zijn toegeeflijk;
- opvoeders zijn communicatief en zorgzaam;
 – kinderen leren van de consequenties van hetgeen ze doen; opvoeders stellen weinig regels;
– besluitvorming wordt overgelaten aan de kinderen, kinderen mogen zelf beslissingen nemen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

GRENZEN
Heb je dat ook wel eens, dat je jezelf loopt uit te foeteren omdat je weer over je grenzen bent gegaan of anderen over jouw grenzen hebt laten gaan. Wat zou het betekenen voor jouw energie, lijf, humeur als jij beter met jouw grenzen leert omgaan, ze leert ervaren en erover leert communiceren? Grenzen hebben alles te maken met gevoelens en behoeften. Met jouw leefregels. Mensen die regelmatig over hun eigen grenzen heen gaan, ervaren hun gevoelens en grenzen onvoldoende. Ze nemen hun eigen behoeften onvoldoende serieus. Op zich hoeft het geen probleem te zijn, als je een keertje over je grenzen heen gaat of over je grenzen heen laat gaan. Het wordt een ander verhaal als je structureel over je grenzen heen gaat of laat gaan.

Slide 10 - Tekstslide

WAT IS EEN GRENS?
Een persoonlijke grens is een denkbeeldige lijn tussen jouzelf en een ander persoon, tussen jou en de buitenwereld. In feite gaat het om de afbakening tussen jouw emotionele en fysieke ruimte en die van anderen. Stel je die ruimte voor als een tuin, een afgebakend stukje grond, al dan niet met een hek en een poort. Jouw tuin is jouw ruimte waarbinnen jij je prettig voelt en die jij wilt beschermen. Als anderen deze grenzen of die ruimte niet respecteren, overschrijdt die ander bij jou een grens.






Slide 11 - Tekstslide

Jij bepaalt zelf hoe jouw emotionele ruimte eruit ziet. Het uiterlijk van jouw tuin wordt bepaald door vragen als:

Wat vind ik belangrijk?
Wat zijn voor mij gewenste omgangsvormen?
Welke spelregels hanteer ik in het leven?
Waar zou ik nee tegen willen zeggen?

Jouw emotionele ruimte wordt ook ingekleurd door jouw ervaringen en een leven lang leren…
Bovenstaande vragen zijn terug te brengen tot één belangrijke vraag:
Hoe wil ik leven & lesgeven?


Slide 12 - Tekstslide

Voor veel mensen zijn emotionele grenzen vaak het lastigst om aan te geven en te begrijpen.
Als jij niet weet wat belangrijk voor jouw is, als je niet weet wat jouw emotionele grenzen zijn, dan wordt het lastig om ze aan te geven en anderen kenbaar te maken dat ze over je grenzen heengaan.

Slide 13 - Tekstslide

WAAROM ZIJN GRENZEN BELANGRIJK?
Met grenzen laat je zien wie je bent en waar je voor staat. Grenzen geven je de vrijheid om te groeien. Grenzen zijn een teken van eigenwaarde en stellen je in staat om je unieke zelf te zijn.

 

Gezonde grenzen hebben ook een poort, waardoor je in staat bent om de goede dingen binnen te laten: bijvoorbeeld mensen om wie je geeft, plezier, gevoelens. Gezonde grenzen helpen je ook om de poort gesloten te houden voor relaties die jou kunnen schaden, voor grenzeloosheid, ja zeggen op alles wat je gevraagd wordt, tegen nare woorden of gedragingen van anderen. Jij bent de poortwachter en beslist of en wat er binnenkomt.

Slide 14 - Tekstslide

JE GRENZEN (HER)KENNEN
Wanneer je bijvoorbeeld voortdurend over je grenzen heengaat, voel je op een gegeven moment niet meer wat goed of niet goed voor je is. Dan is het belangrijk om weer te ontdekken wat je lichaam en je gevoel willen zeggen om zo je eigen gedrags- en gedachtenpatronen te leren (her)kennen en (weer) ruimte te ervaren om (andere) keuzes te maken en te oefenen om anders om te gaan met problemen en situaties.

 

Opmerkzaamheid kan je helpen om je eigen grenzen te leren kennen en te respecteren. Het lichaam is hierbij een hele waardevolle bron van informatie. 

Slide 15 - Tekstslide

Je leert je grenzen beter kennen door ze te leren voelen. Door op te merken dat iets wat de ander doet of zegt onprettig voor jou aanvoelt. Gevoelens openbaren zich in je lijf, vooral in je romp: bij je hartstreek, buik of schouders. Om je grenzen beter te voelen, 'moet' je eerst beter leren voelen. Dat leer je door er een gewoonte van te maken aandachtig stil te staan bij de lichamelijke signalen van je lichaam. 


Slide 16 - Tekstslide

DE DRIE STAPPEN
Stap 1: Definieer je grenzen
  

Stap 2: Herken het grens-moment

Stap 3: Bescherm je grenzen

Slide 17 - Tekstslide

DE LAATSTE STAP
Stap 3: Hoe bescherm ik mijn grenzen?
 

Je herkent je grensmoment en je staat voor een keuze: je grens overschrijden, of laten overschrijden, óf er voor kiezen om je grens te beschermen. 

Wanneer iemand anders je grenzen overschrijdt, zal je duidelijk moeten zijn naar die ander en jezelf toe. Kies voor de vriendelijke assertieve weg om je grenzen aan te geven.

Slide 18 - Tekstslide

VRIENDELIJK ASSERTIEF IN 3 STAPPEN
Deel met de ander wat de situatie met jou doet. 
Begin je zin met IK. Bijvoorbeeld: Ik denk, ik voel, ik weet, ik ervaar, ik zie, ik hoor, ik verwacht, ik ontdek net . . , ik twijfel, ik wil etc.
 

Toon vervolgens begrip voor de ander.: “Ik begrijp wel dat jij . . .” Hiermee toon je oprecht begrip voor de ander, je bekijkt en benoemt de situatie vanuit het perspectief van de ander. Doe je best om je in te leven in wat maakt dat de ander doet wat hij doet en zegt wat hij zegt.

De laatste stap is een korte en bondige weergave van jouw grens. Deze zin kun je laten beginnen met ; Dus . . . , samengevat . . . dat neemt niet weg dat . . . , conclusie: . . ., . . . etc.

Slide 19 - Tekstslide