Ch 3 - les 9

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

We verwachten van jou dat je...

• rustig het lokaal binnenkomt zonder telefoon: je telefoon zit in je tas.
  
• jouw spullen/boeken op tafel legt.
  
• laptop is opgeladen.
  
• vriendelijk praat tegen je klasgenoten en de docenten.
  
• stil 🤫 bent als dat gevraagd wordt. Je praat niet door de docent of door je klasgenoten heen!
  
• een actieve houding hebt (je zit rechtop, doet goed mee en stelt vragen als je het niet begrijpt)
• goed voorbereid naar de les komt (je hebt je huiswerk gemaakt en geleerd)

Script:

eerste keer waarschuwing

tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Objectifs
• Vocabulaire
• Parler
• Écrire
• Aanwijzend voornaamwoord
• Verbes pouvoir/vouloir
• Oefentoetsje of leren

Objectifs

• Ik ken woorden en zinnen die met winkelen te maken hebben.
• Ik kan het aanwijzend voornaamwoord gebruiken.
• Ik ken de getallen t/m 1000.
• Ik kan de werkwoorden vouloir en pouvoir gebruiken.

Vocabulaire

10 minuten Slim Stampen

woorden: A B E F

zinnen: C G

grammatica: D H

Parler

Réponds aux questions en phrases complètes.

Écrire

Décrit deux enfants. 

Fais des phrases complètes.

*haar = les cheveux

Elle/il a les cheveux blonds

Grammaire

Het aanwijzend voornaamwoord

... fille s'appelle Marianne.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

... homme a une belle voiture

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

... couleur est vraiment belle!

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

... vélo est trop petit!

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Les verbes vouloir/pouvoir

Les verbes vouloir/pouvoir

www.verbuga.eu

temps: présent

verbes irrégulier: pouvoir, vouloir

10 minuten oefenen met de werkwoorden

Toets voorbereiden

• Leren via Slim Stampen, WRTS, ...
• Oefentoets in online methode
• Oefentoets op socrative.com (A9AF5F4)
• Werkwoorden: www.verbuga.eu
• Extra lezen: H4 online methode, www.maxitaal.net/extra
• Extra luisteren: YouTube -> extra en français, www.maxitaal.net/extra

Objectifs

• Ik ken woorden en zinnen die met winkelen te maken hebben.
• Ik kan het aanwijzend voornaamwoord gebruiken.
• Ik ken de getallen t/m 1000.
• Ik kan het werkwoord vouloir gebruiken.

Lire

On va lire 

Brandon Brown veut un chien.