Arbowet les 2

• Beveiliging
• MBO
• Studiejaar 1

Arbowet les 2

Lesprogramma: Wat doen we in deze les!​

 

​Terugblik vorige les! ​

Opdracht vorige les bespreken​

Uitleg over rechten en plichten van werknemer en werkgever​

​Leerdoel bij punt 3​

Aan het eind van de les kent de student de rechten en plichten van de werkgever en de werknemer voor goede arbeidsomstandigheden.​

Arbowet

Terugblik vorige les! ​

​

Wat weet je nog van de vorige les?​

Betekenis Arbo?​

Arbowet

Veiligheid​

Voorbeeld: Werken met veilige en goedgekeurde middelen. Dus beschermingsmiddelen gebruiken en goede voorlichting en werkinstructies​

​Gezondheid​

Voorbeeld: je moet kunnen werken zonder dat je ziek wordt. Dus voldoende frisse lucht en daglicht.​

​Welzijn​

Voorbeeld: je moet met plezier naar je werk. Dus niet druk, rommelig en hectisch.

Recht en plichten werkgever

Rechten en Plichten werkgever​:

De werkgever moet zich houden aan de regels over gezondheid, welzijn en veiligheid. Hij moet zorgen voor een veilige werkplek.

Rechten en plichten wernemer

Rechten en Plichten werknemer:

​

Jij moet je werk doen volgens de regels. 

Jij mag geen gevaarlijke situaties veroorzaken ​

Zie je gevaarlijke of ongezonde omstandigheden, dan meld je dit.​

​

Niet houden aan regels

Wat als jij of de werkgever zich niet houden aan de regels?​

​Werkgever krijgt boete van de Arbeidsinspectie Deze boetes kunnen heel hoog worden. ​

​Werknemer (Jij) moet je ook aan de regels houden. Ook jij kunt een boete krijgen als je dat niet doet. ​

​De Arbeidsinspectie kan zelfs beslissen het werk stil te leggen als de risico’s te groot zijn.

Wanneer er niet aan regels wordt gehouden

Onveilige situaties op werkplek

Wat doet de beveiliger bij ​

onveilige situaties / onveilig gedrag?​

​

- Op een nette manier aanspreken ​

- Waarom doe je dit zo​

- Leg op een nette manier uit wat er fout kan gaan​

- Probeer er samen uit te komen​

Werkgever of werknemer?

Einde les

Vragen ?​

​

Wat vond je van de les ( Feedback)​

​

Volgende les gaat over / gaan we doen​

We gaan een ronde in de school lopen en controleren op veiligheid