B1/KB1 wiskunde Hoofdstuk 7 7.3 Percentage berekenen

Hoofdstuk 7
PERCENTAGE BEREKENEN

Pak je schrift, potlood, geodriehoek, rekenmachine en je boek erbij! We gaan de berekeningen in je schrift opschrijven!!!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7
PERCENTAGE BEREKENEN

Pak je schrift, potlood, geodriehoek, rekenmachine en je boek erbij! We gaan de berekeningen in je schrift opschrijven!!!

Slide 1 - Tekstslide

Let goed op!



We gaan beginnen!

Slide 2 - Tekstslide

Als je batterij van je telefoon HELEMAAL vol is. Hoeveel procent is je batterij dan?
A
1
B
25
C
50
D
100

Slide 3 - Quizvraag

50%
10%
25%
70%
1 / 2
1 / 4
1/10
7/10

Slide 4 - Sleepvraag

50 % =
A
1/2
B
1/4
C
1/3
D
6/10

Slide 5 - Quizvraag

1/5 =
A
25 %
B
2 %
C
12 %
D
20 %

Slide 6 - Quizvraag

1/4 =
A
12 %
B
25 %
C
30 %
D
50 %

Slide 7 - Quizvraag

3/4 =
A
15 %
B
20 %
C
25 %
D
75 %

Slide 8 - Quizvraag

12.5 % =
A
1 / 4
B
1 / 10
C
1 / 8
D
3 / 8

Slide 9 - Quizvraag

7/10 =
A
45 %
B
70 %
C
50 %
D
30 %

Slide 10 - Quizvraag

Maak van 65% een decimaal getal.
A
6.5
B
0.6
C
0.065
D
0.65

Slide 11 - Quizvraag

Maak van 4% een decimaal getal.
A
4
B
0.04
C
0.4
D
4.00

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Maken in je schrift zonder overleg
In totaal zijn er 12 500 neushoorns. 
Van deze neushoorns is 61% een witte neushoorn. 
Bereken hoeveel witte neushoorns er zijn.

Slide 14 - Tekstslide

12 500
61
x 61
x 61
125
7625
aantal

Slide 15 - Tekstslide

Maken in je schrift zonder overleg
Anita zet €90,- op haar spraarrekening.
Ze krijgt 3,3% rente per jaar.
Hoeveel staat er na 1 jaar op haar spaarrekening?

Slide 16 - Tekstslide

90
3,3
x 3,3
x 3,3
2,97
Na 1 jaar staat er:
€ 90 + € 2,97 =  92,97 op Anita haar spaarrekening.

Slide 17 - Tekstslide

90
3,3
x 3,3
x 3,3
2,97
Na 1 jaar staat er:
€ 90 + € 2,97 =  92,97 op Anita haar spaarrekening.

Slide 18 - Tekstslide

Percentage berekenen
Tot nu toe wist je steeds de procenten. 
Je berekende het aantal dat daarbij hoorde. 

Nu gaan we het andersom leren. Dus je weet het procent nog niet, dat ga je uitrekenen. 
Je gebruikt dan een verhoudingstabel en je rekenmachine.

Slide 19 - Tekstslide

Procenten berekenen
Voorbeeld opdracht:
In een klas zitten 16 leerlingen. Zeven van deze leerlingen zijn ziek thuis. Hoeveel procent van de leerlingen is ziek?

 









aantal
240









aantal







Je begint altijd met 
een verhoudingstabel.

Slide 20 - Tekstslide

Procenten berekenen
In een klas zitten 16 leerlingen. Zeven van deze leerlingen zijn ziek thuis. Hoeveel procent van de leerlingen is ziek?

 









aantal
240









aantal







16
7

Slide 21 - Tekstslide

Procenten berekenen
In een klas zitten 16 leerlingen. Zeven van deze leerlingen zijn ziek thuis. Hoeveel procent van de leerlingen is ziek?

 









aantal
240









aantal







16
7
1
: 16
x 7
: 16
x 7
6,25
43,75
43,75 = 43,8%


Procenten rond je af op 1 decimaal 
(1 cijfer achter de komma).

Slide 22 - Tekstslide



In Nederlands kennen we 21 soorten vleermuizen. Hiervan zijn 9 soorten zeldzaam. Mart wil weten hoeveel procent dat is. 



Slide 23 - Tekstslide



Van de 21 soorten vleermuizen komen er 7 veel voor in Nederland. Pjotr wil weten hoeveel procent dat is. 



Slide 24 - Tekstslide

PRAKTISCHE OPDRACHT 7.1

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld praktische opdracht

Slide 26 - Tekstslide

Einde van deze uitleg
Maak nu op Snappet het onderdeel:

PERCENTAGE BEREKENEN

Klaar? Ga verder op STUDYFLOW of werk verder aan je praktische opdracht

Slide 27 - Tekstslide