In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
het 5 stappen plan
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag ?
start:leerdoelen + waarvoor is het 5 stappen plan
herhalen:grootheden en eenheden
Uitleg:Wat is het 5 stappen plan en wanneer gebruik je het
check:oefenvragen met het 5 stappen plan
verwerken: Zelf aan de slag met opdrachten 5 stappen plan
afsluiting:samenvatting les
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- De grootheden en eenheden van Energie, Vermogen en Tijd opnoemen
- uitleggen waarom we het 5 stappen plan gebruiken
- zelf de stappen van het 5 stappen plan opschrijven
- zelf eenvoudige opdrachten maken met het 5 stappen plan
Slide 3 - Tekstslide
Wat zouden we bedoelen met het 5 stappen plan ?
Slide 4 - Woordweb
het vijf stappen plan
Het 5 stappen plan kunnen wij bij M&N/Nask gebruiken om berekeningen te maken. Het 5 stappen plan gaat je helpen om alle gegevens goed op te schrijven en het gaat je helpen om gestructureerd te werken
Slide 5 - Tekstslide
waarom gebruiken we het 5 stappen plan ?
A
omdat het leuk is
B
Omdat docenten de leerlingen graag extra werk geven
C
Omdat het meer structuur geeft bij je berekeningen
D
omdat je dan minder fouten maakt bij je berekeningen
Slide 6 - Quizvraag
Gootheden en eenheden
De vorige periode hebben wij het al veel gehad over grootheden en eenheden. Op de volgende dia komen 3 nieuwe grootheden. Deze heb je als het goed is al in je schrift staan van de vorige les.
Slide 7 - Tekstslide
grootheden + eenheden
Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
Energie
E
Joule
J
Vermogen
p
Watt
W
Tijd
t
seconde
s
Slide 8 - Tekstslide
Welke eenheid hoort bij de grootheid met afkorting P
A
Watt
B
Seconde
C
Energie
Slide 9 - Quizvraag
energie
J
P
Watt
Tijd
s
Slide 10 - Sleepvraag
aantekingen
Vanaf deze dia wil ik graag dat je met mij meeschrijft. Zorg dat alle stappen goed in je aantekeningenschrift staan!
Slide 11 - Tekstslide
De som
Hieronder zie je een voorbeeld som met het berekenen van de energie. Deze som gaan we samen met het vijf stappen plan oplossen. Neem de som over in je schrift:
Een föhn heeft een vermogen van 25 Watt en staat 90 seconden aan. Hoe groot is het energieverbruik van de föhn
Slide 12 - Tekstslide
stap 1: gevraagd (gev)
Bij de eerste stap schrijf je altijd op wat er wordt Gevraagd. In deze periode is dat altijd de Energie, maar het kan ook de snelheid zijn (periode 4) of het vermogen (klas 2). Wij werken altijd met de afkortingen.
Op de volgende pagina staat hoe je het moet opschrijven
Slide 13 - Tekstslide
Een föhn heeft een vermogen van 25 Watt en staat 90 seconden aan. Hoe groot is het energieverbruik van de föhn
gevraagd (gev): E = ?
Slide 14 - Tekstslide
stap 2: gegeven (geg)
Bij de tweede stap schrijf je altijd op wat er wordt gegeven. In deze periode is dat altijd het vermogen en de tijd. In andere periodes kunnen dit ook andere grootheden worden.
Op de volgende pagina staat hoe je het moet opschrijven
Slide 15 - Tekstslide
Een föhn heeft een vermogen van 25 Watt en staat 90 seconden aan. Hoe groot is het energieverbruik van de föhn
gevraagd (gev): E = ?
gegeven (geg): P = 25 W
t = 90 s
Slide 16 - Tekstslide
stap 3: formule (for)
Bij de derde stap schrijf je altijd de formule op. De formule om de energie te berekenen is als volgt:
Energie = vermogen * tijd
E = p * t
Wij werken altijd met de afkortingen
Op de volgende pagina staat hoe je het op moet schrijven
Slide 17 - Tekstslide
Een föhn heeft een vermogen van 25 Watt en staat 90 seconden aan. Hoe groot is het energieverbruik van de föhn
gevraagd (gev): E = ?
gegeven (geg): P = 25 W
t = 90 s
Formule (for) E = p * t
Slide 18 - Tekstslide
stap 4: invullen (inv)
Bij stap 4 ga je de formule invullen. je kijkt bij de gegevens welk getal je waar moet invullen, en daarna vul je bij de juiste letter het getal in. denk bij het invullen van de getallen altijd aan je eenheid
Op de volgende pagina staat hoe je het op moet schrijven
Slide 19 - Tekstslide
Een föhn heeft een vermogen van 25 Watt en staat 90 seconden aan. Hoe groot is het energieverbruik van de föhn
gevraagd (gev): E = ?
gegeven (geg): P = 25 W
t = 90 s
Formule (for) E = p * t
Invullen (inv) E = 25 W * 90 s
Slide 20 - Tekstslide
stap 5: antwoord (anw)
Bij de laatste stap ga je invullen wat je antwoord is. Je kijkt bij stap 4 welke berekening je moet maken. Deze berekening maak je dan op je rekenmachine. Het antwoord schrijf je op bij stap 5. Denk hierbij aan je eenheid
Op de volgende pagina staat hoe je het op moet schrijven
Slide 21 - Tekstslide
Een föhn heeft een vermogen van 25 Watt en staat 90 seconden aan. Hoe groot is het energieverbruik van de föhn
gevraagd (gev): E = ?
gegeven (geg): P = 25 W
t = 90 s
Formule (for) E = p * t
Invullen (inv) E = 25 W * 90 s
Antwoord (anw) E = 2250 J
Slide 22 - Tekstslide
hoeveel stappen heeft het stappenplan bij M&N
A
3
B
5
C
4
D
ligt eraan wat voor vraag
Slide 23 - Quizvraag
Hoe goed ken jij de stappen van het 5 stappen plan ?
Slide 24 - Poll
instructie voor oefenen
Jullie krijgen nu van mij een som op het bord. Deze som ga je met het 5 stappen plan proberen te maken. Je krijgt voor deze som 3 minuten. Daarna bespreek ik de som!
Slide 25 - Tekstslide
oefenen!
Een Playstation heeft een vermogen van 800 Watt. Deze Playstation staat 7200 seconden ( 2 uur) aan. Bereken de hoeveelheid energie die de Playstation heeft gebruikt!
timer
3:00
Slide 26 - Tekstslide
stap 1: gevraagd
Gevraagd (gev) E = ?
Slide 27 - Tekstslide
stap 2: gegeven
Gevraagd (gev) E = ?
Gegeven (geg) p = 800 Watt
t = 7200 s
Slide 28 - Tekstslide
stap 3: formule
Gevraagd (gev) E = ?
Gegeven (geg) p = 800 Watt
t = 7200 s
formule (for) E = p * t
Slide 29 - Tekstslide
stap 4: invullen
Gevraagd (gev) E = ?
Gegeven (geg) p = 800 W
t = 7200 s
formule (for) E = p * t
invullen (inv) E = 800 W * 7200 s
Slide 30 - Tekstslide
stap 5: antwoord
Gevraagd (gev) E = ?
Gegeven (geg) p = 800 W
t = 7200 s
formule (for) E = p * t
invullen (inv) E = 800 W * 7200 s
antwoord (anw) E = 5760000 J
Slide 31 - Tekstslide
nu zelf
Je krijgt nu van mij een werkblad met sommetjes over energie. Deze sommetjes ga je samen met je buurman of buurvrouw maken. Bij de sommetjes staat precies wat de stappen van het stappenplan zijn, en waar je op moet letten bij welke stap
Als je vragen hebt steek je je vinger op, ik loop rond om te kijken hoe het gaat!