Rekenen week 6 Workshop

• HBO

Jelina Hoekstra

Hylke van der Meer

Nadia Mulder

Roy Oelen

Dorien de Vries

Lizzy Wils

1e

Workshop rekenen
week 6

Wat zijn de drie fases van het ijsbergmodel?

Fase 1

Contextgebonden handelen en redeneren

 - betekenis van bewerkingen

Fase 2

Modelondersteunend handelen en redeneren

 - basisstrategieën en varia-aanpakken

Fase 3

Formeel handelen en redeneren

 - oefenen en gebruiken van procedures en strategieën, 

 - automatiseren en memoriseren

Welke strategie wordt hier toegepast?

1. Splitsen
2. Rijgen
3. Compenseren
4. Transformeren

Splitsen

Beide getallen worden opgesplitst in honderdtallen, tientallen en eenheden. Waarbij de bewerking los van elkaar plaatsvindt.

Rijgen

Het eerste getal blijft heel, het tweede getal wordt opgesplitst. Waarna het in stapjes wordt opgeteld of afgetrokken.

Compenseren

Een getal afronden en dat verschil later compenseren.

Transformeren

Getallen met elkaar aanvullen om de bewerking makkelijker te maken.

In welke volgorde wordt het onder elkaar optellen aangeleerd?

1. 1, 2, 3
2. 3, 2, 1
3. 2, 3, 1
4. 1, 3, 2

Kolomsgewijs rekenen

De deelgetallen worden in hun waarde gelaten; er wordt met hele getallen gerekend.

Eerst wordt van links naar rechts gerekend, later van rechts naar links.

Cijferend rekenen

Er wordt gerekend met de afzonderlijke cijfers en van rechts naar links.

Van welke eigenschap wordt hier gebruik gemaakt?

1. associatieve eigenschap
2. distributieve eigenschap
3. commutatieve eigenschap
4. kwalitatieve eigenschap

Associatieve eigenschap (schakeleigenschap)

Volgorde van bewerkingen kunnen veranderen.

Bij optellen of vermenigvuldigen kun je kiezen welke getallen je eerst optelt of vermenigvuldigt.

Commutatieve eigenschap (wisseleigenschap)

Termen of factoren kunnen verwisselen. Bij optellen of vermenigvuldigen kun je de termen of factoren verwisselen.

Distributieve eigenschap (verdeeleigenschap)

Opgave kan worden opgedeeld in eenvoudigere deelopgaven door een of meerdere factoren te splitsen.