Toonhoogte, klankkast, instrumenten

Tonen en geluid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tonen en geluid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat geluid is en hoe geluid zich verplaatst.
Je kunt uitleggen wat de frequentie is van een trilling.
Je kunt het verband uitleggen tussen de frequentie en de toonhoogte.



Slide 2 - Tekstslide

Wat is geluid?
Geluid is een trilling
als je praat, trillen je stembanden


In dat geval zijn jou stembanden een geluidsbron

Slide 3 - Tekstslide

1
2
Trillingen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe verplaatst geluid zich?
Als een geluidsbron begint te trillen dan begint ook de tussenstof te trillen.
De tussenstof is vaak lucht, maar het kan ook water, steen of metaal zijn. 
De trillingen bewegen met de geluidssnelheid


Slide 5 - Tekstslide

Muziek
De trillingen van de lucht gaan je oor binnen en laten je trommelvlies ook trillen.
Je hersenen kunnen van die trillingen geluid maken. 
Zo hoor je dus muziek. Het instrument bepaalt de toonhoogte en daarmee het geluid dat je hoort.

Slide 6 - Tekstslide

1
2
Toonhoogte

Slide 7 - Tekstslide

1
2
3
Toonhoogte verhogen/verlagen

Slide 8 - Tekstslide

1
Hoge/lage tonen

Slide 9 - Tekstslide

Muziek
Als je geluid wilt versterken heb je iets nodig dat dat doet, dat noemen we een klankkast.

Geluid heeft ook een resonantie, het weerklinken.
Bij veel resonantie kun je bijvoorbeeld een glas breken omdat iets gaat bewegen. Kijk maar.



Slide 10 - Tekstslide

Trillingen in beeld

Slide 11 - Tekstslide

1
2
Frequentie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Muziek
De trillingen van de lucht gaan je oor binnen en laten je trommelvlies ook trillen.
Je hersenen kunnen van die trillingen geluid maken. 
Zo hoor je dus muziek. Het instrument bepaalt de toonhoogte en daarmee het geluid dat je hoort.

Slide 14 - Tekstslide

Dit weet ik nu
Geluid ontstaat bij de geluidsbron. Een geluidsbron bestaat voor een gedeelte uit iets dat trilt.
Geluid is een hoorbare trilling. Geluid kan hard of zacht zijn. Geluid kan hoog of laag zijn.

Belangrijk:
Geluid is een hoorbare trilling, veroorzaakt door een geluidsbron.
Een snelle trilling veroorzaakt een hoge toon een langzame trilling een lage toon

Slide 15 - Tekstslide