2MA 19-11

Bonjour 2MA
Prenez un ordinateur/cahier/livre/stylo!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour 2MA
Prenez un ordinateur/cahier/livre/stylo!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Qu'est-ce qu'on va faire?
-herhaling/ révision avoir/être
- herhaling/révision vervoegen op -er
- herhaling/ révision l'adjectif ( bijvoeglijk naamwoord

- document de révision (herhaling)
- réflection

Slide 2 - Tekstslide

l'objectifs
1.Avoir en être kunnen vervoegen van Nederlands
2.Het bijvoeglijknaamwoord kunnen aanpassen en op de juiste plaats zetten.
3. werkwoorden op -er kunnen vervoegen in het Frans

Slide 3 - Tekstslide

(ik heb) beaucoup de choses à faire!
A
J'ai
B
Je suis
C
nous sommes
D
Tu as

Slide 4 - Quizvraag

Malheureusement,(Wij zijn)malades.
A
vous êtes
B
nous sommes
C
Ils sont
D
Elles sont

Slide 5 - Quizvraag

( jij bent) très sympa!

Slide 6 - Open vraag

(Mike is) très grand

Slide 7 - Open vraag

Waar moet ik op letten als ik een bijveoglijk naamwoord moet aanpassen in het Frans?


example: Mon grand- père a une voiture (grand)

Slide 8 - Woordweb

Mon ( petit) frère s'appelle Lucas

Slide 9 - Open vraag

Sarah est une fille ( italien)

Slide 10 - Open vraag

Dit bijvoeglijknaamwoord komt altijd achter het zelfstandig naamwoord
Dit bijvoeglijknaamwoord komt altijd voor het zelfstandignaamwoord
bleu 
jeune
bon
mauvais
haut
sympa
grand
préféré

Slide 11 - Sleepvraag

Als ik een werkwoord op -er wil vervoegen in het Frans, wat is dan mijn aanpak?

Slide 12 - Woordweb

Mon frère Lucas (parler) français.

Slide 13 - Open vraag

Jacques et Mike (aimer) les films de Star Wars

Slide 14 - Open vraag

Excercice
1. neem je oefenblad erbij/ prenez les excercices
2. travailler ensemble / samenwerken met je buurman/vrouw
3. geluidsniveau : fluister
4. 10 a 15 min
Klaar? Fini -> ga naar Grandes Lignes-> slimstampen bron C+I

Slide 15 - Tekstslide

Bijvoeglijknaamwoorden vervoegen gaat bij mij
A
Beter, maar ik moet nog wat oefenen (voldoende)
B
Lukt nu heel goed! (GOED)
C
D
Ik begrijp het nog niet, ik ga u om tips vragen! (WERK AAN DE WINKEL)

Slide 16 - Quizvraag

Werkwoorden op -er vervoegen gaat nu
A
Très bien! ik heb er vertrouwen in
B
Beter dan vorige keer maar ik moet bron C nog goed doorkijken
C
D
nog niet zo goed, ik ga u om tips vragen!

Slide 17 - Quizvraag

Avoir en être beheers ik nu...
A
fantastique, ik heb goed geoefend via verbuga
B
voldoende, maar ik zou hier meer tijd in moeten steken!
C
D
onvoldoende, ik wil graag samen even zitten om het te bespreken

Slide 18 - Quizvraag