In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
The Passive
3V
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een passieve zin?
Een zin waarin het onderwerp iets ondergaat, dus zelf NIKS doet, bijvoorbeeld:
De student werd eruit gestuurd
Slide 2 - Tekstslide
Hoe ziet de passive eruit?
Een vorm van TO BE (en die betekent hier: WORDEN)
gevolgd door een voltooid deelwoord (werkwoord + ed OF 3e rijtje van de irregular verbs)
Slide 3 - Tekstslide
Hoe maak je een zin passief?
KIJK GOED NAAR DE ACTIEVE ZIN (bv. I push the button)
WAT IS HET LIJDEND VOORWERP OF MEEWERKEND VOORWERP?
DIT WORDT HET ONDERWERP VAN DE LIJDENDE ZIN
VOORBEELD: I OPEN THE DOOR
LIJDEND VOORWERP: THE DOOR
Slide 4 - Tekstslide
STAP 1: Wat is het lijdend voorwerp in deze zin: I press the button
Slide 5 - Open vraag
THE BUTTON wordt nu het onderwerp in de passieve zin
Slide 6 - Tekstslide
Stap 2: Bepaal de tijd waar de zin in staat
Slide 7 - Tekstslide
In welke tijd staat de zin: I press the button
A
past simple
B
present simple
Slide 8 - Quizvraag
De actieve en de passieve zin moeten in dezelfde tijd staan, in dit geval de present simple
Slide 9 - Tekstslide
I press the button
Je hebt al het onderwerp van de passieve zin bepaald:
THE BUTTON
En de tijd waarin deze zin staat is: de present simple
De vorm van TO BE moet in dit geval in de present simple staan
Slide 10 - Tekstslide
Welke vorm van to be heb je nodig voor de passive van I PRESS THE BUTTON? The button ...
A
is
B
are
C
am
D
was
Slide 11 - Quizvraag
De laatste stap:
de vorm van to be wordt gevolgd door het voltooid deelwoord van de persoonsvorm/het hoofdwerkwoord van de actieve zin, in dit geval wordt press --> PRESSED
Slide 12 - Tekstslide
Active: I press the button
Passive: the button is pressed by me
Slide 13 - Tekstslide
De stappen
1. Bepaal het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp van de actieve zin (oftwel : MET WIE Of WAT wordt iets gedaan of AAN wie of wat )
2. Bepaal de tijd van de actieve zin. De vorm van TO BE moet in deze tijd staan
3. Volg de vorm van TO BE door het voltooid deelwoord van de persoonsvorm van de ACTIEVE zin (ww + ed of 3e rijtje)