M3 Nask1 H3 Krachten Nova Max

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H3: Krachten

Nu maak je de voorkennistoets

Bladzijde 124 en 125

3.1 Krachten herkennen

1. Veranderen van de vorm van een voorwerp

Effect 1 van een kracht

3.1 Krachten herkennen

2. De snelheid vergroten of verkleinen.

Effect 2 van een kracht

3.1 Krachten herkennen

3. De richting van een beweging veranderen.

Effect 3 van een kracht

Welk effect van een kracht zie je hier het beste?

1. Verandering van vorm van een voorwerp
2. De snelheid vergroten of verkleinen.
3. De richting van een beweging veranderen.

3.1 Krachten herkennen

Er zijn allerlei soorten krachten, zoals:

• spierkracht
  
• veerkracht
  
• spankracht
  
• zwaartekracht
  
• magnetische kracht.
  
• wrijvingskracht.

Opdracht :Sleep de soort kracht naar de passende afbeelding.

wrijvingskracht

veerkracht

zwaartekracht

elektrostatische kracht

spierkracht

krachten op afstand

krachten met contact

zwaartekracht

veerkracht

magnetische kracht

spankracht

wrijvingskracht

spierkracht

3.1 Krachten herkennen

Krachtenpijlen hebben een:

- richting

- aangrijpingspunt

- lengte

Het aangrijpingspunt van de pijl geeft de ........ 

aan waar de kracht wordt uitgeoefend.

De richting van de pijl geeft de ...........

aan waarin de kracht werkt.

De lengte van de pijl geeft aan hoe .......

de kracht is.

plaats

richting

groot

Aangrijpingspunt

Grootte van de kracht

richting

Een kogel aan een touw.

Sleep de krachten naar de juiste plek:

Spankracht

Veerkracht

Zwaartekracht

Sarah hangt een zak aardappelen aan een krachtmeter. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.

Kies de juiste symbolen.

De kracht die omhoog is gericht, is de             .

De kracht die omlaag is gericht, is de               .

F_v

F_n

F_span

F_z

3.1 Krachten herkennen

Plastische en elastische vervorming

3.1 Krachten herkennen

Het zwaartepunt

Demo bezem

Paragraaf 1

Bladzijde 126 t/m 128 lezen

Blz 129-132: opgave 1 t/m 12

Zwaartepunt

3.2 Krachten meten

Veerunster

Krachtmeter

3.2 Krachten meten

Rechtevenredig verband

Kracht x2 -> Uitrekking x2

3.2 Krachten meten

Zwaartekracht

Bij alles wat je optilt voel je een kracht, dit is zwaartekracht.

Hoe kleiner de massa, hoe minder zwaartekracht

Fz = m x g

Mavo 3:                      g = 10 N/kg

Symbool voor kracht

Symbool voor massa

Eenheid voor kracht

Eenheid voor gewicht

Eenheid voor massa

m

kg

F

N

N

1

2

3

Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.

Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.

1: grootste kracht.

2: grootste kracht.

3: grootste kracht.

Paragraaf 2

Bladzijde 133 t/m 136 lezen

Blz 136-143: opgave 1 t/m 13

Proef 1 t/m 3

3.3 Nettokracht

Nettokracht/resulterende kracht:

• krachten in dezelfde richting tel je bij elkaar op;

• krachten in tegengestelde richting trek je van elkaar af.

3.3 Nettokracht

Twee krachten in evenwicht. 

3 voorwaarden:

• de krachten zijn even groot;

• de krachten hebben een tegengestelde richting;

• de krachten werken langs dezelfde lijn (in elkaars verlengde).
 

3.3 Nettokracht

Er staat en schaal fruit op tafel. Er zijn in de figuur twee krachten weergegeven.

Kies de juiste symbolen.

De kracht die omhoog is gericht, is de             .

De kracht die omlaag is gericht, is de               .

F_v

F_n

F_span

F_z

Paragraaf 3

Bladzijde 144 t/m 147 lezen

Blz 148-153: opgave 1 t/m 11

3.4 Krachten in werktuigen

korte arm

lange arm

grote kracht

kleine kracht

draai punt

3.4 Krachten in werktuigen

     Enkele hefboom                                             Dubbele hefboom

phet.colorado.edu

Paragraaf 4

Bladzijde 154 t/m 158 lezen

Blz 159-167: opgave 1 t/m 12

Proef 4

Demo's hefbomen

Het P.O.

Proef 5