§3.4 - Soorten reacties

§3.4 - Soorten reacties
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§3.4 - Soorten reacties
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Tekstslide

  • L3-17 Je kent de verschillende soorten reacties: ontleding-, oxidatie-, verbranding-, vormingsreacties.
  • L3-18 Je kunt de verschillende soorten reactie herkennen op micro en macroniveau.
Leerdoelen § 3.4
Na de les kun je vertellen in hoeverre je deze doelen beheerst.

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens de instructie moet je aantekeningen maken. 

Deze moet je halverwege ook laten zien.
Tijdens de instructie moet je aantekening maken.

Deze aantekeningen moet je na de video ook laten zien.

Slide 3 - Tekstslide

Welke getallen mag je aanpassen om een reactievergelijking kloppend te maken?
A
De coefficienten
B
De index
C
De coefficienten en de index
D
De coefficienten en de index van de producten

Slide 4 - Quizvraag

Dit is een ontleedbare-stof.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 5 - Quizvraag

Hiernaast zie je 2 niet-ontleedbare stoffen.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 6 - Quizvraag


Geef de systematische naam van de volgende formule.
BaCl

Slide 7 - Open vraag

Welke coëfficiënten moeten er staan om de vergelijking kloppend te maken?
....Mg3N2(s)+....H2O(l)....MgO(s)+....NH3(l)
A
1 - 3 - 3 - 2
B
2 - 6 - 6 - 4
C
1 - 2 - 2 - 3
D
1 - 6 - 3 - 2

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Soorten chemische reacties
  1. Ontledingsreactie: uit één beginstof ontstaan meerdere reactieproducten.
  2. Verbrandingsreactie: reactie waarbij een stof reageert met zuurstof. Altijd vuurverschijnselen.
  3. Oxidatie: verbranding van metalen. Dus ook een reactie met zuurstof. Oxidatie van ijzer noem je roesten. Hoeven geen vuurverschijnselen te zijn.
  4. Vormingsreactie: uit twee of meer beginstoffen ontstaat 1 reactieproduct. 

Slide 10 - Tekstslide

Soorten chemische reacties met voorbeelden

Slide 11 - Tekstslide

A + B → C.
Welk type reactie is dit?
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 12 - Quizvraag

Ijzer reageert met zuurstof tot ijzeroxide.
Welk type reactie is dit?
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 13 - Quizvraag


Welk type reactie is dit?
2H2O(l)2H2(g)+O2(g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 14 - Quizvraag


Welk type reactie is dit?
N2(g)+3H2(g)2NH3(g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 15 - Quizvraag


Welk type reactie is dit?
4HNO3(aq)2H2O(l)+2N2(g)+5O2(g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 16 - Quizvraag


Welk type reactie is dit?
2Al(s)+3O2(g)2Al2O3(s)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 17 - Quizvraag


Welk type reactie is dit?
CH4(g)+2O2(g)2H2O(g)+CO2(g)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 18 - Quizvraag


Calciumoxide, CaO(s), uit de kalkbrander is een droogmiddel. Het reageert met water. Hierbij ontstaat calciumhydroxide (CaO2H2). Geef de reactievergelijking.

Slide 19 - Open vraag


Welk type reactie is dit?
CaO(s)+H2O(l)CaO2H2(s)
A
Ontledingsreactie
B
Verbrandingsreactie
C
Oxidatiereactie
D
Vormingsreactie

Slide 20 - Quizvraag


Maak een foto van je aantekeningen. 

Slide 21 - Open vraag

Vervolg van de les
De planner staat dus ook in LessonUp
  • Uitvoeren Plan Van Aanpak voor scheikunde n.a.v. toets
  • Ga nu aan de gang met §3.4 
  • Maak online de vragen 42 t/m 48 
  • Heb je toestemming om het in je schrift te maken plaats dan een foto van het gemaakte en nagekeken werk op de volgende slide.

Slide 22 - Tekstslide


Plaats hier een foto van je gemaakte en nagekeken werk.
Alleen met toestemming van docent.

Slide 23 - Open vraag