In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.
Je kent de volgende begrippen en kunt deze in een verwerkingsopdracht over een gelezen boek duidelijk maken:
1. Fictie en non-fictie
2. Realistische en niet-realistische fictie
3. Genres
4. Personage (hoofdpersoon)
- Uiterlijke kenmerken
- Karaktereigenschappen
5. Perspectief
6. Ruimte
7. Spanning
8. Beoordelingswoorden
9. Plot
Lees een boek.
Het boek moet wel geschreven zijn voor jongeren van jouw leeftijd. Als je twijfelt, laat mij dan voordat je begint met lezen het boek zien.
Tip: Schrijf na elk hoofdstuk of deel van het boek een paar zinnen op waarin je vertelt waar het over gaat.