Persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval

Naamvallen??
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Naamvallen??

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerp? / Lijdend voorwerp?

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 3 - Woordweb

Hoe kunnen we naamvallen ook noemen?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
wer
was
mich = mij
dich - jij
ihn = hem
sie = haar
es = het
uns = ons
euch = jullie
sie = hen
Sie = u
wen = wie
was = wat

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels???

Slide 7 - Tekstslide

Voorzetsels 4e naamval
durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang

Slide 8 - Tekstslide

durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang

   door

  voor

  zonder

   om

   tot

  tegen
langs

Slide 9 - Sleepvraag

Geht ihr ohne ......(mij) in die Stadt?
A
ich
B
du
C
mich
D
dich

Slide 10 - Quizvraag

Meine Oma macht sich Sorgen um ....... (jou)
A
du
B
sie
C
dich
D
ihn

Slide 11 - Quizvraag

Spielt er am Samstag gegen ..... (ons)?
A
ihr
B
uns
C
sie
D
wir

Slide 12 - Quizvraag

Sie wurde durch ...... (hem) nicht eingeladen.
A
er
B
sie
C
ihr
D
ihn

Slide 13 - Quizvraag

Ich bestelle Pizza für ....... (jullie).
A
mich
B
ihr
C
euch
D
sie

Slide 14 - Quizvraag

Für ...... (wie) hast du Eis geholt?
A
wie
B
wer
C
was
D
wen

Slide 15 - Quizvraag

Ich warte, bis ..... (zij) fertig ist.
A
sie
B
ihr
C
Sie
D
du

Slide 16 - Quizvraag

....... (ik) sehe euch nicht.
A
ich
B
mich
C
ihr
D
uns

Slide 17 - Quizvraag

....... (door hem) kann ich jetzt nicht nach Hause.
A
für er
B
durch ihn
C
gegen ihn
D
um er

Slide 18 - Quizvraag

Mein Bruder kann ......... (zonder mij) nicht schlafen.
A
um ich
B
bis mich
C
durch ich
D
ohne mich

Slide 19 - Quizvraag

Hausaufgaben
  • 27, 28, 29
  • Fertig? Kontrolle bei Frau Rademaker

Slide 20 - Tekstslide