In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Zouten
Neerslagreacties
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Herhaling oplos- en indampvergelijkingen
Uitleg neerslagreacties
Sommen uit de lessonup
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt met een 'mini'oplosbaarheidstabel voorspellen wat er zal gebeuren als je 2 oplossingen met elkaar mengt
Slide 3 - Tekstslide
Is deze stof goed oplosbaar?
Na2CO3
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Geef de oplosvergelijking van
Na2CO3
Slide 5 - Open vraag
Geef de indampvergelijking van kwik(II)chloride-oplossing
Slide 6 - Open vraag
2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren:
Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing
Het wordt een troebele suspensie: 2 soorten ionen reageren met elkaar en worden een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Binas 45A
Slide 10 - Tekstslide
Let op! dit is geen indampvergelijking. Het lijkt er wel op!
Slide 11 - Tekstslide
Wat gebeurt er als je..
Kaliumjodide toevoegt aan loodnitraat?
Slide 12 - Tekstslide
Stappenplan:
- Eerst d.m.v een tabel voorspellen of er neerslag zal ontstaan?
+/-
I-
NO3-
K+
g
g
Pb2+
s
g
Ja, er is neerslag!
De lood en jodide ionen!
Slide 13 - Tekstslide
Noteer eerst oplosvergelijking:
1. Kaliumjodide
2. Loodnitraat
Slide 14 - Tekstslide
Uitvoering:
- Als je vaste stoffen hebt, los deze eerst op voor het gebruiken!
- Voeg de oplossingen aan elkaar toe!
- Wat neem je waar?
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Loodjodide
- Je hebt een neerslag gekregen
- het is een troebele mengsel
- Filtreren!
Slide 17 - Tekstslide
Reactievergelijking
Stel de reactievergelijking op voor de gevormde neerslag.
Slide 18 - Tekstslide
Antwoord:
Pb2+ (aq) + I- (aq) --> PbI2 (s)
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Slide 23 - Tekstslide
OPDRACHT 1: Een slecht oplosbaar zout maken. Je kan bariumcarbonaat maken uit oplossingen van...
A
Bariumchloride en calciumcarbonaat
B
bariumchloride en natriumcarbonaat
C
Zilverchoride en natriumcarbonaat
D
Natriumchloride en kaliumcarbonaat
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
OPDRACHT 2:Een slecht oplosbaar zout maken. Je kan calciumcarbonaat maken uit oplossingen van...
A
Calciumchloride en calciumcarbonaat
B
Calciumchloride en natriumnitraat
C
Calciumnitraat en natriumcarbonaat
D
Natriumchloride en calciumcarbonaat
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
OPDRACHT 3: Verwijderen van ionen uit een oplossing: Verwijder de sulfaat-ionen uit een koper(II)sulfaat-oplossing
A
Met natriumnitraat
B
Met kaliumnitraat
C
Met ammoniumnitraat
D
Met bariumnitraat
Slide 28 - Quizvraag
OPDRACHT 4: Het aantonen van ionen in een oplossing. Toon aan of je zilvernitraat-oplossing of een calciumnitraat-oplossing hebt. TIP! Zoek een goed oplosbaar zout met een negatief ion dat neerslag met het zilver of calcium-ion.