In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat is politiek?
Slide 1 - Tekstslide
Politiek
Slide 2 - Woordweb
Politiek betekent het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.
Politici bedenken en nemen namens de bevolking besluiten dit noemen we ook wel besturen.
Dit doen de politici niet alleen hiervoor krijgen ze hulp van ambtenaren. Dit zijn mensen die voor de overheid werken. Met de overheid bedoelen we alle politic en ambtenaren
Slide 3 - Tekstslide
Democratie het volk heeft invloed op de politieke besluiten. Dit kan via directe democratie en indirecte democratie.
Directe democratie iedereen die mag stemmen beslist mee. Denk aan een referendum!
Indirecte democratie wij kiezen volksvertegenwoordigers en die nemen dan namens ons beslissingen.
Slide 4 - Tekstslide
- Directe democratie: burgers beslissen direct over een onderwerp zoals bij een referendum.
- Indirecte democratie: we kiezen vertegenwoordigers die namens ons de beslissingen nemen.
Slide 5 - Tekstslide
Kiezen
Elke 4 jaar mogen Nederlanders kiezen. Er zijn verkiezingen voor: gemeente provincie het land De mensen stemmen dan op een politieke leider. De politieke leiders zijn lid van een politieke partij.
Slide 6 - Tekstslide
De gemeente. Gemeenteraad. De gemeenteraad kiest wethouders. Zij zorgen voor vergunningen, veiligheid en ander dingen in de gemeente. De burgemeester is de voorzitter.
Slide 7 - Tekstslide
De provincie. Provinciale Staten. Waar komt een nieuwe weg, waar komen nieuwe huizen. De commissaris van de Koning is de voorzitter.
De Provinciale Staten kiezen ook de leden van de Eerste kamer.
Slide 8 - Tekstslide
Besturen
Nederland heeft verschillende besturen: Land: Parlement: Eerste en Tweede kamer
Slide 9 - Tekstslide
Eerste kamer: In de Eerste Kamer zitten 75 mensen. Je kunt niet stemmen op die mensen. Ze worden gekozen door het provinciebestuur. De Tweede Kamer stemt altijd eerst over een wetsvoorstel. Daarna pas de Eerste Kamer. De Eerste Kamer mag alleen ja of nee zeggen
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Het Parlement
De Eerste- en de Tweede Kamer
(De Staten-Generaal)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wie zitten er in de Tweede Kamer?
Fracties = een groep personen van een politieke partij die in de Tweede Kamer zit
Regeringspartijen (coalitie)= deze partijen zitten ook in de regering
Oppositiepartijen = deze partijen zitten niet in de regering, wel in de Tweede Kamer