Tips & Tricks for writing
Grammatica tijden
Past dingen die je in het verleden
hebt meegemaakt
Present feiten, gewoontes, etc.
Present Perfect vroeger zo+nu nog steeds,
als je iets altijd al /nooit
hebt gedaan/gewild
Present Continu nu bezig, irritatie
Future wensen, plannen, dromen,
hopen, beloftes