2.3 Geld te kort?

2.3 Geld te kort?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.3 Geld te kort?

Slide 1 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom zou je lenen?
Lenen 
Lenen omdat het moet OF lenen omdat het kan

Slide 3 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 4 - Tekstslide

Maak opdracht 1, 3, 4 
(blz. 54+55)
Tijd: 4 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Maak opdracht 5 t/m 8
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Lenen bij een bank
maandtermijn
aflossing
rente
Eerst sparen, dan kopen OF eerst kopen, dan afbetalen?
Meerderjarig = 18+

Slide 6 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht
6, 7, 8 (blz. 56)
Tijd: 4 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: 9 t/m 13
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Wat kost een lening?
kosten van een lening
Geld aflossen zijn uitgaven, maar noemen we geen kosten. 
Sleepvraag maken: Sparen of lenen?

Slide 9 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 10 - Tekstslide

Maak opdracht
9 t/m 13 (blz. 57)
Tijd: 5 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 58
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel procent is dat?
percentage = aantal of bedrag : totaal x 100%

Slide 12 - Tekstslide

Je leert in deze paragraaf:
1) welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
2) hoe een bank geld uitleent.
3) op welke manier je de kosten van een lening berekent.
4) hoe je een percentage berekent.

Slide 13 - Tekstslide

Maak opdracht
14 t/m 17 (blz. 53)
Tijd: 5 minuten 
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/vrouw toegestaan
Klaar: Rekenopdrachten
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide