Zet de volgende getallen om in rangtelwoorden: 1. one 2. eight 3. three
(Let op! Geef antwoord als volgt: 1= ..... 2=..... 3=......)
Slide 8 - Open vraag
When is it the turn of the man with the hat?
A
first
B
second
C
third
D
fourth
Slide 9 - Quizvraag
When is it the turn of the lady with the black bag?
A
first
B
second
C
third
D
fourth
Slide 10 - Quizvraag
When is it the turn of the man with the red book?
A
second
B
third
C
fourth
D
fifth
Slide 11 - Quizvraag
When is the turn of the girl with the pink shirt?
A
second
B
third
C
seventh
D
fifth
Slide 12 - Quizvraag
Schrijft het rangtelwoord voluit: eerste
Slide 13 - Open vraag
Schrijf het rangtelwoord voluit: derde
Slide 14 - Open vraag
Opdracht:
Schrijf een kort verhaaltje waarin minstens 5 rangtelwoorden worden gebruikt. Wees zo creatief mogelijk!
Voorbeeld:
Today, the twenty-sixth day of February. I'ts the first time I am going to run a marathon. In the twentieth minute I tied my shoelaces for the second time. I came in seventh.