Samenvatten

Vandaag: samenvatten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag: samenvatten

Slide 1 - Tekstslide

Waarom zou je een samenvatting maken?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een goede samenvatting?

Slide 3 - Open vraag

Hoe weet je bij geschiedenis wat er in je samenvatting moet komen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is belangrijk bij een geschiedenissamenvatting?
- Maak een tijdlijn (van het hele hoofdstuk) incl. jaartallengebeurtenissen en begrippen;
- Maak een samenvatting (bijv. tekst, mindmap) met een overzichtelijke structuur; verwerk de titel van de paragraaf en van de subparagrafen erin, net als de dikgedrukte begrippen;
- Leg de begrippen in eigen woorden uit!
- Wees kort en krachtig

Slide 5 - Tekstslide

Wat moet er nog meer in je samenvatting komen bij geschiedenis?
- Belangrijke personen. En dan vooral: waarom zijn die belangrijk? Bij welke begrippen? Bij welke gebeurtenissen?
- Belangrijke gebeurtenissen, en dan vooral: waarom of waardoor vindt die plaats? Oftewel: wat zijn de oorzaken.
- Gevolgen van gebeurtenissen en ontwikkelingen, op korte en lange termijn
- Belangrijke kenmerken (en noem er dan een aantal).

Slide 6 - Tekstslide

Tips
  • gebruik opsommingen (punt, sterretje, streepje)
  •  gebruik verschillende kleuren (geef begrippen een bepaalde kleur, geef gevolgen/oorzaken andere kleuren)
  • gebruik pijltjes om dingen aan te geven 
  • werk netjes

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
- Pak een paragraaf van geschiedenis erbij.
- Stap 1: lees zelf (ALLEEN) de paragraaf door  
- Stap 2: maak een samenvatting
- Stap 3: vergelijk de samenvatting met die van de anderen
- Stap 4: bespreken van samenvatting klassikaal 

Slide 8 - Tekstslide

Samenvattingsvraag
- Open vraag, dus niet gesloten, waar je niet maar met één woord antwoord op kan geven.
- Een vraag dus die aanzet geeft tot het beschrijven of uitleggen van iets.

- Bijvoorbeeld: waarom gebeurde iets? Of waardoor? Of wat waren de oorzaken? Wat waren de gevolgen? Wat waren de kenmerken? Welke rol speelde een bepaald persoon? Verklaar waarom... (iets gebeurde)

Slide 9 - Tekstslide

Een voorbeeld...
Op 28 juni 1914 schiet Gavrilo Princip kroonprins Franz Ferdinand dood.
- Vragen waar je weinig aan hebt: wie schoot FF dood? Wanneer werd FF vermoord? Waar werd hij vermoord? 
--> Dit zijn bijzaken. Deze kun je wel in je samenvatting zetten als basis. Maar daarna ga je verder met vragen als:
- Waarom was de moord op Franz Ferdinand de aanleiding (directe oorzaak) voor het uitbreken van WOI? Wat waren de oorzaken van WOI? Wat waren de directe en indirecte oorzaak van WOI? Wat waren de gevolgen van de aanslag van Gavrilo Princip?

Slide 10 - Tekstslide