In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
1. weet je hoe je tussenletters moet gebruiken in een samenstelling.
Als je twee of meerdere woorden aan elkaar plakt, dan noemen we dat een samenstelling.
Als je deze aan elkaar plakt, heb je soms een tussenletter nodig, zoals -en, -e of -s.
paard + stal
wordt
paardenstal
groente + soep
groentesoep
want
groenten/groentes
Bijvoorbeeld:
rijst + vlaai
rijstevlaai
beer + sterk
beresterk
lach + bek
lachebek
maan + schijn
maneschijn
dorp + kern
dorpskern
station + straat
stationsstraat
Vervang tweede deel: stationshal, dan hoor je de tussen -s
uitleg:
http://woordenlijst.org/leidraad/8/1
oefenen:
https://www.jufmelis.nl/spelling/samenstellingen/samenstellingen-1