EX3_Inkomensheffing berekenen

EX3_Inkomensheffing berekenen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

EX3_Inkomensheffing berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
Het inkomen dat je in een jaar verdient is vaak niet hetzelfde als het bedrag waarover je belasting betaalt. Dit komt doordat je bij dit inkomen soms nog dingen moet optellen, zoals een eigenwoningforfait, of moet aftrekken, zoals een hypotheekrenteaftrek bij een hypotheek. 

Over het bedrag dat je daarna overhoudt betaal je belasting.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
Het primair inkomen is het inkomen dat je verdient met het beschikbaar stellen van je productiefactoren, oftewel alle loon, pacht, rente en winst die je in een jaar binnenkrijgt. Als je werkt en dus arbeidsinkomsten hebt, zijn je inkomsten hiervan het brutoloon.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
Het belastbaar inkomen is het bedrag waarover je belasting betaalt. Dit is niet hetzelfde als het primair inkomen: je moet nog een aantal dingen bij het primair inkomen optellen en ervan aftrekken om bij het belastbaar inkomen te komen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
De inkomensheffing wordt berekend volgens het schijventarief.
Het belastbaar inkomen wordt verdeeld in verschillende schijven met een steeds hoger belastingtarief.
Op het totale belastingbedrag worden heffingskortingen in mindering gebracht. ledereen heeft recht op de algemene heffingskorting en daarnaast zijn er nog aanvullende kortingen, zoals de
arbeidskorting.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
Aftrekposten zijn onder andere: 

- bijzondere ziektekosten
- hypotheekrente aftrek
- giften aan goede doelen
- woon- en werkverkeer

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
Verschillende belastingstelsels: 

- Progressief belastingstelstel
(draagkrachtbeginsel; leidt tot nivellering van de inkomens)
- Degressief belastingstelsel
(leidt tot denivellering van de inkomens)
- Proportioneel belastingstelsel
(geen invloed op verdeling van inkomens)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
OEFENEN

Slide 9 - Tekstslide

Oefening: 

Iemand heeft een bruto inkomen van €72.000 en €5.000 aan aftrekposten. 

De lengte van de 1e schijf is €60.000.

Er is een heffingskorting van €2.000.

Hoeveel inkomensheffing betaalt deze persoon?
EX3_Inkomensheffing berekenen
Het percentage van je bruto inkomen wat je aan belasting en premie moet afdragen is het gemiddelde heffingstarief of het gemiddelde belastingtarief.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
OEFENEN

Slide 11 - Tekstslide

Oefening: 

Wat is het gemiddelde belastingtarief van de persoon uit de eerdere oefening?
EX3_Inkomensheffing berekenen
Het marginale belastingtarief is het percentage dat iemand over zijn laatst verdiende euro, dus over de top van zijn inkomen, betaalt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EX3_Inkomensheffing berekenen
OEFENEN

Slide 13 - Tekstslide

Oefening: 

Wat is het marginale belastingtarief van de persoon uit de oefening?