Welvaart en groei 2.1 (les 4)

Leerdoelen § 1: belasting betalen
  1. Je kunt het verschil tussen directe en indirecte belastingen toelichten.
  2. Je kunt de verschillende belastingstelsels beschrijven en koppelen aan de termen progressief, proportioneel en degressief tarief.
  3. Je kunt aan de hand van de begrippen 'marginaal tarief' en 'heffingskorting' de gevolgen van belastingheffing uitleggen voor de netto inkomens in een land.
  4. Je kunt aan de hand van de begrippen 'nivelleren' en 'denivelleren' uitleggen dat een belastingstelsel voor de inkomstenbelasting een afspiegeling is van de opvattingen over de gewenste mate van inkomensongelijkheid in een land.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen § 1: belasting betalen
  1. Je kunt het verschil tussen directe en indirecte belastingen toelichten.
  2. Je kunt de verschillende belastingstelsels beschrijven en koppelen aan de termen progressief, proportioneel en degressief tarief.
  3. Je kunt aan de hand van de begrippen 'marginaal tarief' en 'heffingskorting' de gevolgen van belastingheffing uitleggen voor de netto inkomens in een land.
  4. Je kunt aan de hand van de begrippen 'nivelleren' en 'denivelleren' uitleggen dat een belastingstelsel voor de inkomstenbelasting een afspiegeling is van de opvattingen over de gewenste mate van inkomensongelijkheid in een land.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

De overheid heeft geld nodig om alle uitgaven te kunnen
financieren. Daarom heft de overheid belasting.
Belasting


Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

De overheid heeft geld nodig om alle uitgaven te kunnen
financieren. Daarom heft de overheid belasting.
Directe belasting:
Belastingen op naam die worden geheven op inkomen, winst en vermogen.


Belasting


Direct

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

De overheid heeft geld nodig om alle uitgaven te kunnen
financieren. Daarom heft de overheid belasting.
Directe belasting:
Belastingen op naam die worden geheven op inkomen, winst en vermogen.


Belasting


Direct
  • Loonheffing
  • Vennootschapsbelasting


Loonheffing:
Belasting op arbeid. Deze bestaat uit loonbelasting en premie volksverzekeringen.



Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

De overheid heeft geld nodig om alle uitgaven te kunnen
financieren. Daarom heft de overheid belasting.

Directe belasting:
Belastingen op naam die worden geheven op inkomen, winst en vermogen.


Belasting


Direct
  • Loonheffing
  • Vennootschapsbelasting


Indirect
  • Btw
  • Accijns


Loonheffing:
Belasting op arbeid. Deze bestaat uit loonbelasting en premie volksverzekeringen.



Indirecte belasting:
Kostprijsverhogende belastingen op producten en diensten.




Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Elk land kiest zijn eigen manier van inkomstenbelasting heffen:
1. Degressief tarief
    Hetzelfde bedrag aan belasting voor iedereen. Hierdoor daalt
    de gemiddelde belastingdruk als je meer gaat verdienen.

Degressief tarief: 
Tarief waarbij hogere inkomens procentueel minder belasting betalen.

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2. Proportioneel tarief
    Hetzelfde belastingpercentage voor iedereen. Hierdoor blijft de
    gemiddelde belastingdruk gelijk als je meer gaat verdienen.




Proportioneel tarief: 
Tarief waarbij iedereen procentueel evenveel belasting betaalt.

Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3. Progressief tarief
    Een stijgend percentage aan belasting voor hogere inkomens.
    Hierdoor stijgt de gemiddelde belastingdruk als je meer gaat 
    verdienen.




Progressief tarief: 
Tarief waarbij hogere inkomens procentueel meer belasting betalen.

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

3. Progressief tarief
    Een stijgend percentage aan belasting voor hogere inkomens.
    Hierdoor stijgt de gemiddelde belastingdruk als je meer gaat 
    verdienen.




Progressief tarief: 
Tarief waarbij hogere inkomens procentueel meer belasting betalen.

Dit is het belastingstelsel waar Nederland voor gekozen heeft bij de inkomstenbelasting

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nederland heeft een progressief belastingstelsel. Via inkomens-
schijven stijgt het belastingpercentage dat je moet betalen 
naarmate je meer verdient:




Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nederland heeft een progressief belastingstelsel. Via inkomens-
schijven stijgt het belastingpercentage dat je moet betalen 
naarmate je meer verdient:




Lage inkomens betalen een lager belastingpercentage en hebben recht op
toeslagen (= negatieve inkomstenbelasting).
Negatieve  inkomstenbelasting: 
Subsidie van de overheid om een bepaald minimum inkomen na belastingheffing te garanderen.

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Om de te betalen belasting uit te rekenen moet je eerst het
belastbaar inkomen van een persoon vaststellen. Van het bruto
inkomen mag een persoon zijn inkomen verlagen 
met aftrekposten als die daarvoor in aanmerking komt. Hij moet
zijn belastbaar inkomen verhogen met de verplichte bijtellingen.

Voorbeelden van aftrekposten zijn betaalde alimentatie en hypotheekrente voor de eigen woning. Bekende voorbeelden voor een bijtelling zijn het eigenwoningforfait en de 'leaseauto van de zaak'.
Het bruto inkomen minus de aftrekposten plus de bijtellingen is het belastbaar inkomen.





Aftrekposten:
Het tarief dat van toepassing is op het extra inkomen dat een belastingbetaler verdient.


Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Elke Nederlander heeft recht op heffingskortingen. Dat is een
korting die je mag toepassen op het te betalen belastingbedrag.
Omdat het een vast bedrag is, hebben lage inkomens hier
procentueel het meeste profijt van.

Door aftrekposten betalen we over een lager inkomen belasting en
door heffingskortingen betalen we minder belasting.
Heffingskorting: 
Korting op een verschuldigd belastingbedrag.

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Stappenplan om de te betalen belasting te berekenen:
  1. Stel het belastbaar inkomen vast. Dat is het bruto inkomen plus bijtellingen en minus aftrekposten.
  2. Bereken de te betalen belasting via de belastingschijven.
  3. Verminder dit bedrag met de heffingskortingen.

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld berekenen inkomstenbelasting
Sjaak heeft een inkomen van € 100.000. Hij heeft € 8.000 aan hypotheekrente betaald en een bijtelling eigenwoningforfait van € 2.400. De algemene heffingskorting is voor Sjaak € 0 en de arbeidskorting € 2.000.

Stap 1 bepalen belastbaar inkomen:

Slide 15 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld berekenen inkomstenbelasting
Sjaak heeft een inkomen van € 100.000. Hij heeft € 8.000 aan hypotheekrente betaald en een bijtelling eigenwoningforfait van € 2.400. De algemene heffingskorting is voor Sjaak € 0 en de arbeidskorting € 2.000.

Stap 1 bepalen belastbaar inkomen:
Bruto inkomen             € 100.000
Eigenwoningforfait      €      2.400    +
Hypotheekrenteaftrek  €     8.000     -
Belastbaar inkomen    €   94.400

Slide 16 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld berekenen inkomstenbelasting
Stap 2 belasting berekenen van een belastbaar inkomen van € 94.400:

Schijf    Belastbaar inkomen    Tarief
1           tot en met € 75.518     36,97%
2           vanaf € 75.518            49,50%

Slide 17 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld berekenen inkomstenbelasting
Stap 2 belasting berekenen van een belastbaar inkomen van € 94.400:

Schijf    Belastbaar inkomen    Tarief
1           tot en met € 75.518     36,97%
2           vanaf € 75.518            49,50%

Schijf 1: in deze schijf valt € 75.518. Belasting is € 75.518 × 36,97% = € 27.924
Schijf 2: in deze schijf valt het resterende inkomen: € 94.400 - € 75.518 = € 18.882
              Belasting is € 18.882 × 49,50% = € 9.344
Totale belasting zonder heffingskortingen € 27.924 + € 9.344 = € 37.268

Slide 18 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld berekenen inkomstenbelasting
Stap 3 pas de heffingskortingen toe:
Algemene heffingskorting: € 0
Arbeidskorting: € 2.000

Totale belasting na aftrek van heffingskortingen:
€ 37.268 - € 2.000 = € 35.268.

Het gemiddelde belastingpercentage is dus € 35.269 / € 100.000 x 100% = 35,3%

Slide 19 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aan de slag

  • Willem heeft een inkomen van € 40.000. Hij heeft € 4.000 aan hypotheekrente betaald en een bijtelling eigenwoningforfait van € 1.100. De algemene heffingskorting is voor Sjaak € 0 en de arbeidskorting € 2.000.Maak dezelfde berekening met een inkomen van 40.000 euro.

Schijf Belastbaar inkomen Tarief
tot en met € 75.518       36,97%
vanaf € 75.518              49,50%


Slide 20 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Iedere belastingbetaler betaalt dus afhankelijk van de
persoonlijke omstandigheden een ander gemiddeld 
belastingtarief.

Door de inkomstenschijven kan het marginale tarief stijgen
als je extra inkomen krijgt.




Gemiddeld belastingtarief: 
Het gemiddelde belastingpercentage dat je over je inkomen betaalt.

Marginaal belastingtarief:
Het tarief dat van toepassing is op het extra inkomen dat een belastingbetaler verdient.


Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Een progressief belastingstelsel heeft als doel de inkomens te 
nivelleren. Dat is mogelijk door progressie in de tarieven toe te
passen en heffingskortingen in te stellen. Een heffingskorting
is in verhouding waardevoller voor iemand met een relatief laag
inkomen dan voor iemand met een relatief hoog inkomen.

Nivelleren: 
Procentuele inkomensverschillen tussen hoge en lage inkomens kleiner maken.

Slide 22 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Een progressief belastingstelsel heeft als doel de inkomens te 
nivelleren. Dat is mogelijk door progressie in de tarieven toe te
passen en heffingskortingen in te stellen. Een heffingskorting
is in verhouding waardevoller voor iemand met een relatief laag
inkomen dan voor iemand met een relatief hoog inkomen.

Een degressief belastingstelsel beoogt het tegenovergestelde
en denivelleert.

Nivelleren: 
Procentuele inkomensverschillen tussen hoge en lage inkomens kleiner maken.

Denivelleren:
Procentuele inkomensverschillen tussen hoge en lage inkomens groter maken.


Slide 23 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag



  • Lezen paragraaf 2.1
  • Leren begrippen
  • Maak opgave 9 en 10 op pagina 60.

Slide 24 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.