Klimaat Quiz voor Brugklas VMBO T

Klimaat Quiz voor Brugklas VMBO T

Wat weet jij al over klimaat, temperatuur en neerslag?

Wat is klimaat?

Klimaat is het gemiddelde weer over een lange periode in een bepaald gebied. Het wordt bepaald door verschillende factoren zoals breedtegraad, hoogte, afstand tot de zee en windrichting.

Leg uit wat klimaat is en wat de belangrijkste factoren zijn die het bepalen.

Wat is temperatuur?

Temperatuur is de maat voor hoe warm of koud het is. Het wordt gemeten in graden Celsius (°C) of Fahrenheit (°F).

Leg uit wat temperatuur is en hoe het wordt gemeten.

Wat is neerslag?

Neerslag is het water dat uit de atmosfeer op de aarde valt. Het kan in de vorm van regen, sneeuw, hagel of ijzel zijn.

Leg uit wat neerslag is en wat de verschillende vormen ervan zijn.

Klimaatzones

Er zijn verschillende klimaatzones op aarde, zoals de tropen, de gematigde zone en de poolgebieden. Elke zone heeft zijn eigen klimaatkenmerken.

Laat de leerlingen zien wat de verschillende klimaatzones zijn en wat de kenmerken van elke zone zijn.

Quiz: Klimaatzones

Welke klimaatzone is het warmste?

Laat de leerlingen het antwoord opschrijven en bespreek daarna het juiste antwoord.

Het weer

Het weer is de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en op een bepaalde plaats. Het kan per dag en zelfs per uur veranderen.

Leg uit wat het weer is en hoe het verschilt van het klimaat.

Wat zijn klimaatveranderingen?

Klimaatveranderingen zijn veranderingen in het klimaat die over een lange periode plaatsvinden. Ze worden veroorzaakt door menselijke activiteiten zoals het verbranden van fossiele brandstoffen.

Vertel de leerlingen wat klimaatveranderingen zijn en wat de oorzaken ervan zijn.

Quiz: Klimaatverandering

Wat zijn de oorzaken van klimaatverandering?

Laat de leerlingen het antwoord opschrijven en bespreek daarna de juiste antwoorden.

Klimaat en landbouw

Het klimaat heeft invloed op de landbouw omdat het bepaalt welke gewassen er kunnen groeien en wanneer ze kunnen worden geoogst.

Leg uit hoe het klimaat van invloed is op de landbouw.

Klimaat en dieren

Het klimaat heeft ook invloed op dieren en hun leefomgeving. Sommige diersoorten zijn beter aangepast aan bepaalde klimaten dan andere.

Leg uit hoe het klimaat van invloed is op dieren en hun leefomgeving.

Quiz: Klimaat en landbouw/dieren

Welke invloed heeft het klimaat op de landbouw en dieren?

Laat de leerlingen het antwoord opschrijven en bespreek daarna de juiste antwoorden.

Klimaatverandering en gevolgen

Klimaatverandering kan leiden tot verschillende gevolgen zoals droogte, overstromingen en het uitsterven van diersoorten.

Leg uit wat de mogelijke gevolgen van klimaatverandering zijn.

Quiz: Klimaatverandering en gevolgen

Wat zijn de gevolgen van klimaatverandering?

Laat de leerlingen het antwoord opschrijven en bespreek daarna de juiste antwoorden.

Wat kunnen we doen?

Er zijn verschillende dingen die we kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan, zoals energie besparen, duurzame energie gebruiken en minder vlees eten.

Vertel de leerlingen wat we kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan.

Quiz: Wat kunnen we doen?

Wat kunnen we doen om klimaatverandering tegen te gaan?

Laat de leerlingen het antwoord opschrijven en bespreek daarna de juiste antwoorden.

Afsluiting

Je hebt nu geleerd wat klimaat, temperatuur en neerslag inhouden en wat de gevolgen van klimaatverandering kunnen zijn. Door middel van de quiz heb je je kennis getest. Denk eens na over hoe jij je steentje kunt bijdragen aan het verminderen van klimaatverandering.

Sluit de les af en laat de leerlingen nadenken over hoe ze kunnen bijdragen aan het verminderen van klimaatverandering.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.