1.2 De gevolgen van de watersnoodramp

Water en weer - Watersnoodramp 1953

Wereldoriëntatie.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Water en weer - Watersnoodramp 1953

Wereldoriëntatie.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?
Sleep het goede antwoord naar de goede zin.

Door de watersnoodramp overleden                       mensen.                                      dieren verdronken.

                                           hectaren grond kwamen onder water te staan..

1836
Tienduizenden
200.000

Slide 2 - Sleepvraag


Het rampgebied

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de watersnoodramp ontstond.
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen waren van de watersnoodramp.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is een storm?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

In welk jaar gebeurde de watersnoodramp?
timer
0:15
A
1953
B
1935
C
1958
D
1945

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken.
  • Dijken waren niet sterk en niet hoog genoeg.
  • Noordwesterstorm.
  • De vorm van de Noordzee.
  • Springtij > Water hoger dan normaal.

Slide 10 - Tekstslide

   uitleg
Oorzaken: De geschiedenis achter de ramp
De Tweede Wereldoorlog heeft bijgedragen aan de Watersnoodramp
  tijdens de oorlog
  • Duitsland is de baas in Nederland.
  • Geen geld voor onderhoud aan dijken

Slide 11 - Tekstslide

   uitleg
Oorzaken: De geschiedenis achter de ramp.
De Tweede Wereldoorlog heeft bijgedragen aan de Watersnoodramp
  na de oorlog
  • Crisissituatie in Nederland
  • Tekort aan levensmiddelen en bouwmaterialen
  • Focus op bedrijven en landbouw en opbouw Nederland

Slide 12 - Tekstslide

   uitleg
Oorzaken: De aardrijkskunde achter de ramp.
In de nacht van 31 januari op 1 februari was er sprake van springtij.
Het getij (eb en vloed) ontstaat door de zwaartekracht door de maan.

Slide 13 - Tekstslide

   uitleg
Oorzaken: De aardrijkskunde achter de ramp.
De weersituatie van 31 januari is de belangrijkste oorzaak van de Watersnoodramp
 De Noordwesterstorm...
  • was meer dan 1000 km groot
  • kwam uit IJsland naar Groot-Brittanië en Nederland toe
  • bleef meer dan 24 uur boven Nederland hangen
  • zorgde bovenop de springtij voor een stormvloed.

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaken
  • Noordwesterstorm.
  • Vorm van de Noordzee.

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen van de watersnoodramp.

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen van de watersnoodramp.

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen van de watersnoodramp.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Lesdoelen.
  • Je kunt uitleggen hoe de watersnoodramp ontstond.
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen waren van de watersnoodramp.

Slide 20 - Tekstslide


Zet de woorden op de juiste plek in de tekst.
   voorkennisopdracht
Wat is de Watersnoodramp?
De Watersnoodramp in 1953                                       was de grootste waterramp uit de Nederlandse 

geschiedenis. In totaal vielen er wel meer dan 1836                                       slachtoffers. Een groot deel 

van Nederland overstroomde. De ramp kwam door een combinatie van springtij                               en

een Noordwesterstorm.         . Springtij betekent hoog water. Door de krachtige wind werd het

zeewater nog extra opgestuwd: stormvloed.                        .  Het gevolg: op meer dan 150 plekken in 

Nederland braken de dijken                                   . Uiteindelijk konden deze dijken breken door 

een combinatie van de duur van de storm (meer dan 24 uur) en door de slechte kwaliteit van de 

dijken. Dit maakt deze gebeurtenis tot een zeldzame                                     ramp .
 wist je dat...
pas op 6 november 1953, ruim 9 maanden na de ramp, het laatste gat in de dijk van Ouwerkerk pas werd gedicht?
springtij
1953
stormvloed
Noordwesterstorm
ramp
dijken
1836

Slide 21 - Sleepvraag

Schrijf een korte samenvatting over de watersnoodramp.
Beantwoord de vragen:
Wat?
Waar?
Waarom daar?
timer
3:00

Slide 22 - Open vraag

extra informatie:

Slide 23 - Tekstslide