Terugblik 3.1 + 3.2
1 / 27
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk volk werd na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk erg machtig in Europa?
A
De Franken
B
De Arabieren
C
De Friezen
D
De Bataven
Slide 2 - Quizvraag
Wie was in 800 n.C. de leider van het Frankische rijk?
A
de Romeinen
B
Karel de Grote
C
Julius Ceasar
D
Napoleon
Slide 3 - Quizvraag
Karel de Grote was...
A
Koning
B
Keizer
C
Hertog
D
Graaf
Slide 4 - Quizvraag
In ruil voor wat heeft de paus Karel de Grote tot keizer gekroond?
A
Veiligheid
B
Geld
C
Hulp
D
Land
Slide 5 - Quizvraag
Waarom hadden de geestelijken veel macht?
A
Omdat zij konden lezen en schrijven
B
Zij zorgden voor meer mensen in dienst van de kerk
C
omdat zij het meeste contact hadden met God
Slide 6 - Quizvraag
Het was voor Karel de Grote erg moeilijk om een groot rijk in zijn eentje te besturen. Hoe loste hij dit op?
Slide 7 - Open vraag
De boeren in die tijd noemden we ...
A
Heren
B
Horigen
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heette de edelman, die de baas was over een gebied?
A
Adel
B
Horige
C
Heer
D
Ridder
Slide 9 - Quizvraag
Waaruit bestaat de adel?
A
monniken
B
geestelijken
C
hertogen en grafen
D
ridders
Slide 10 - Quizvraag
Een geestelijke is ...
A
... iemand die geesten ziet
B
... iemand in dienst van de kerk
C
... iemand in dienst is van een gemeente
D
... een voorlichter
Slide 11 - Quizvraag
Wie stuurde Karel de Grote om het christendom te verspreiden?
A
geestelijken
B
monniken
C
ridders
D
edelen
Slide 12 - Quizvraag
Wie was de baas in een kerk?
A
adel
B
Karel de Grote
C
priester
D
monnik
Slide 13 - Quizvraag
Waar leefden monniken en nonnen?
Slide 14 - Open vraag
Geestelijken
Edelen
Priester
Hertog
Graaf
Monniken
Nonnen
Keizer
Slide 15 - Sleepvraag
Wat zijn horigen?
A
Horigen zijn vrije boeren die op het land van een heer wonen.
B
Horigen zijn boeren die veel reizen.
C
Horigen zijn nomaden.
D
Horigen zijn boeren die een deel van hun opbrengst moesten afstaan aan de heer.
Slide 16 - Quizvraag
Vrouwelijke geestelijken in het klooster heten...
A
monniken
B
nonnen
C
geestelijken
D
dominees
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heette de edelman, die de baas was over een gebied?
A
Adel
B
Horige
C
Heer
D
Ridder
Slide 18 - Quizvraag
Waar is de islam ontstaan?
A
Midden-Oosten
B
Arabisch schiereiland
C
Noord-Afrika
D
India
Slide 19 - Quizvraag
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Een keppel op doen als je de moskee in komt
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vasten tijdens Ramadan
Slide 20 - Quizvraag
Jezus is volgens de Koran de zoon van god
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Sommige teksten uit de Koran zijn lijken op de teksten uit de bijbel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Mohammed verhuisde voor zijn eigen veiligheid naar de stad ...
A
Medina
B
Mekka
C
Jerusalem
D
Bagdad
Slide 23 - Quizvraag
Allah
Profeet
Islam
Koran
Heilig boek van de Islam
Godsdienst van de moslims
Boodschapper van God
Arabisch voor God
Slide 24 - Sleepvraag
Welke profeet is het belangrijkste in de islam?
A
Mozes
B
Jezus
C
Mohammed
D
Abraham
Slide 25 - Quizvraag
Wat hoort bij christendom, wat bij islam en wat bij allebei?
Christendom
Islam
beide
Koran
Bijbel
Jezus
Monotheïsme
Mekka
Mohammed
Kerk
Slide 26 - Sleepvraag
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde. Denk na over wat eerst gebeurd is en wat daarna kwam.
Jezus wordt geboren
Ontstaan van Jodendom
Verspreiding Christendom
Ontstaan Islam
