3.2 een kruitvat wordt gevuld

3.2 Een kruitvat wordt gevuld
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Een kruitvat wordt gevuld

Slide 1 - Tekstslide

 indirecte oorzaken van de 1e wereldoorlog
1914-1918

Slide 2 - Tekstslide

Vanaf de industriële revolutie (1850)
Zien we dingen in Europa veranderen:
- nationalisme
- modern-imperialisme
- militarisme
- bondgenootschappen
Deze zaken vormen de indirecte oorzaken voor het uitbreken van de 1e wereldoorlog

Slide 3 - Tekstslide

Nationalisme
sterke voorliefde voor eigen volk en land. 

Duitsland bestond uit verschillende staten. Pruissen weet de staatjes te verenigen tot een groot Duits Rijk doordat Frankrijk de oorlog verklaart aan Pruissen in 1870. In deze 1e Frans-Duitse oorlog (1870-1871) wint Duitsland van Frankrijk

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

vervolg Nationalisme
- Duitsland wordt een keizerrijk onder keizer Wilhelm I. 
- Frankrijk moet een belangrijk industriegebied, Elzas- Lotharingen, afstaan aan Duitsland
- De Fransen zijn gekrenkt in hun trots en willen wraak (revanchegedachte)

Deze wraak leidt tot het sneller uitbreken van oorlog 

Slide 6 - Tekstslide

Nationalisme op de Balkan
In de 19e eeuw nam de macht van het Ottomaanse Rijk af. 

Griekenland, Servië en Roemenië werden onafhankelijk.

Slide 7 - Tekstslide

de dubbelmonarchie
De keizer van Oostenrijk werd ook de keizer van Hongarije. Zo ontstond de 'dubbel monarchie' Oostenrijk-Hongarije. Ook wel de Donau-monarchie genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Veelvolkerenstaat
Oostenrijk-Hongarije bestond uit verschillende volken die elk hun eigen cultuur, taal, godsdienst en geschiedenis hadden. Zo wilde Bosnië liever bij Servië horen.

Rusland probeerde haar eigen invloed in de Balkan te versterken door de roep om onafhankelijkheid van de Slavische volken te ondersteunen. Deze botsing van nationalistische gevoelens van de verschillende landen en volken leidde tot een aantal Balkanoorlogen.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
- Ga naar Tijd voor geschiedenis
- Ga naar 3.2.1 en 3.2.2
- Maak opdrachten 1 t/m 7
- Lever ze online in                                                                                                                                                                                                                                                                                     

Slide 10 - Tekstslide

3.2.3 Militarisme
Omdat iedereen zichzelf het beste land vond wilden ze hun macht ook tonen aan anderen.
Landen gaan het leger steeds belangrijker vinden als machtsvertoon en investeren enorme hoeveelheden geld in het produceren van meer wapens en het vergroten van het leger. Generaals staan in hoog aanzien.


Slide 11 - Tekstslide

Wapenwedloop
Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland proberen elkaar steeds te overtreffen met meer en betere wapens.

Door de komst van fabrieken en industrie werden er in ramp tempo nieuwe uitvindingen gedaan. Ook op het gebied van wapens.

Slide 12 - Tekstslide

1898 Vlootwet
Duitsland besluit met deze wet de oorlogsvloot flink uit te breiden.

Engeland reageert hierop met de bouw van een snel slagschip met grote kanonnen, de 'Dreadnought'

Slide 13 - Tekstslide

Industrie
Ook op industrieel gebied was er competitie. Landen wilden dat hun inwoners zoveel mogelijk eigen producten kochten. Engeland liet daarom 'made in Germany' op Duitse producten zetten zodat mensen het niet zouden kopen. Dat werkte even kort maar daarna wilde juist iedereen een 'made in Germany' product hebben.

Slide 14 - Tekstslide

Modern Imperialisme
Rond 1800 was het meeste van Amerika en Azië gekoloniseerd door de Europese grootmachten. Vanaf 1850 zetten zij hun zinnen op Afrika. Ieder land wilde zoveel mogelijk kolonies hebben . 

Kolonies zorgden voor
- status
- macht
- geld: grondstoffen en afzetmarkt

Slide 15 - Tekstslide

Modern Imperialisme
Deze 2e golf van kolonisatie vanaf 1850 in Afrika en een deel van Azië noemen we het modern Imperialisme.

Duitsland ging onder leiding van Keizer Wilhelm II ook deelnemen aan de race om kolonies.

Slide 16 - Tekstslide

Modern Imperialisme
De Duitse keizer Wilhelm II voerde een 'Weltpolitiek' (wereldpolitiek). Hij wilde dat Duitsland een leidende rol kreeg in de wereldpolitiek.

Om ervoor te zorgen dat de strijd om Afrika niet uitmondde in oorlog maakten de Europese landen afspraken over de verdeling van Afrika op de conferentie van Berlijn.

Slide 17 - Tekstslide

Modern Imperialisme
Op de conferentie van Berlijn werd de kaart van Afrika, zonder overleg met de Afrikanen, gewoon verdeeld tussen de Europese landen.

Slide 18 - Tekstslide

Bondgenootschappen
- spanningen tussen Frankrijk en Duitsland zorgen ervoor dat landen kant gaan kiezen en bondgenootschappen sluiten:

- Triple Entente:  Engeland, Frankrijk, Rusland (geallieerden)
- Triple Alliance: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Ottomaanse Rijk, Italië
Oorlog tussen 2 landen leidt zo dus direct tot grote oorlog

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Triple Entente
Engeland, Frankrijk, Rusland


Tijdens WO1:
Geallieerden
Engeland, Frankrijk, Rusland, Servië, België, de VS, Italië (wisselt van kant)
Triple Alliance
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, en Italië

Tijdens WO1:
Centralen
 Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Ottomaanse Rijk, Bulgarije, Italië


Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
- Ga naar Tijd voor geschiedenis
- Ga naar 3.2.3 en 3.2.4
- Maak opdrachten 8 t/m 16
- Lever ze online in

Slide 22 - Tekstslide