In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
4.6 Woonomgeving
Maken opdracht buurtprofiel
Uitleg woonomgeving
Aan de slag met opdrachten
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen paragraaf 4.5
Je kunt de vier woningkenmerken benoemen en beschrijven.
Je kunt de vijf bewonerskenmerken benoemen en beschrijven.
Je kunt de samenhang beschrijven tussen woningen, bewoners en omgeving.
Slide 2 - Tekstslide
Buurtprofiel
Belangrijkste kenmerken van een buurt:
woningkenmerken
bewonerskenmerken
woonomgeving
Slide 3 - Tekstslide
Voor welk doel is een buurtprofiel handig voor een gemeente?
A
kijken waar een nieuwbouwwijk kan worden gebouwd
B
verbeteren van de sociale veiligheid in een woonwijk
C
kijken waar een duurzaam bedrijf gevestigd kan worden
D
Men wil kijken waar een nieuwe basisschool kan worden gebouwd
Slide 4 - Quizvraag
In Kanaleneiland is er veel / weinig open ruimte tussen de gebouwen.
A
veel
B
weinig
Slide 5 - Quizvraag
Wat hoort niet bij bewonerskenmerken?
A
Opleiding
B
Inkomen
C
Soort huis
D
Afkomst / etniciteit
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen paragraaf 4.6
Je kunt maatregelen noemen waarmee het gemeentelijk bestuur de sociale cohesie in een wijk kan bevorderen.
Je kunt de belangen van verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar afwegen.
Je kunt uitleggen hoe bepaalde maatregelen positieve gevolgen hebben voor de leefbaarheid van een wijk.
Slide 7 - Tekstslide
Sociale veiligheid
Slide 8 - Tekstslide
Objectieve veiligheid
Subjectieve veiligheid
Slide 9 - Tekstslide
'Vorig jaar zijn in de wijk 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 10 - Quizvraag
Sociale veiligheid in de openbare ruimte
Openbare ruimte kun je beoordelen op meerdere aspecten van sociale veiligheid, namelijk:
Onderhoud
Overzichtelijkheid
Toezicht
Toegankelijkheid
Slide 11 - Tekstslide
Sociale veiligheid in de openbare ruimte
Hoe is dat hier? Sociaal onveilig:
slecht onderhoud,
onoverzichtelijk en
er is geen toezicht
Slide 12 - Tekstslide
Fietsen worden vaker gestolen, maar de kans dat dieven gepakt worden is klein. Mensen doen steeds minder vaak aangifte. De objectieve sociale veiligheid ... en de subjectieve sociale veiligheid .....
A
daalt - stijgt
B
daalt - daalt
C
stijgt - stijgt
D
stijgt - daalt
Slide 13 - Quizvraag
Als de gemeente bosjes weghaalt bij een fietspad in de openbare ruimte om de sociale veiligheid te vergroten, past dit het best bij het begrip
A
toegankelijkheid
B
onderhoud
C
overzichtelijkheid
D
toezicht
Slide 14 - Quizvraag
1. Betere sociale cohesie zorgt voor een groter gevoel van sociale veiligheid. 2. Door de aanleg van een speeltuin is de sociale cohesie verbetert