Interpunctie

Interpunctie
Taalverzorging
Interpunctie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Interpunctie
Taalverzorging
Interpunctie

Slide 1 - Tekstslide

Ik begin een zin altijd met een _ en eindig met een _

Slide 2 - Open vraag

Uitzonderingen
Als een zin begint met een getal, schrijf je geen hoofdletter aan het begin van de zin. Als een zin begint met een apostrof, zoals bij ‘’s avonds’, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord in de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is interpunctie belangrijk?

Slide 4 - Open vraag

Vraagteken en uitroepteken
Een vraagteken gebruik je aan het eind van een vraagzin. Een uitroepteken gebruik je bijvoorbeeld na een uitroep of oproep. Gebruik niet te veel vraagtekens en uitroeptekens in een tekst, want dan komt je tekst niet meer serieus over.

  

Slide 5 - Tekstslide

Komma's
Als je komma’s gebruikt, kan de lezer de tekst makkelijker lezen. Komma’s zet je op plekken waar je een leespauze houdt. Tussen de verschillende delen van een opsomming plaats je altijd een komma.

Er is een aantal gevallen waarin je vaak een leespauze houdt en dus een komma gebruikt:
- tussen twee bijvoeglijke naamwoorden;
- tussen twee persoonsvormen;
- voor voegwoorden.



Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je té lange zinnen maakt?

Slide 7 - Open vraag

Lange zinnen
Als je een tekst schrijft, moet je zorgen dat je de zinnen niet te lang maakt. Lange zinnen bevatten vaak te veel informatie, waardoor het voor de lezer niet duidelijk is wat je met de zin wilt zeggen. Lange zinnen kunnen een tekst moeilijker leesbaar maken. Daarom moet je een zin die te veel informatie bevat, splitsen. Dit houdt in dat je de informatie over meerdere zinnen verdeelt.

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf ik een hoofdletter of niet?
Altijd
Soms
Nooit
Voor - en achternamen
Tussenvoegsels (namen)
Aardrijkskundige namen
Afleidingen van aardrijkskundige namen
Namen van bedrijven, merken, evenementen
Feestdagen
Afleidingen van feestdagen
Historische gebeurtenissen
Historische periodes
Religies en aanhangers daarvan
Heilige begrippen

Slide 9 - Sleepvraag

Woordraadstrategieën
via de context  of de volgende zin 

De paus werd beschuldigd van nepotisme. Hij zou vrienden en familie bevoordeeld hebben.



Slide 10 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
synoniem
Het wetsvoorstel had weinig draagvlak. Het kreeg nauwelijks steun in de Tweede Kamer. 

Slide 11 - Tekstslide

woordraadstrategieën
tegenstelling (antoniem)
Mijn vader is erg conservatief, maar mijn moeder is juist heel vooruitstrevend

Slide 12 - Tekstslide

woordraadstrategieën
samenstelling
Het begrotingstekort is de afgelopen jaren afgenomen.

Slide 13 - Tekstslide

woordraadstratgieën
lijkt op bekend woord
Internationaal Monetair Fonds

Slide 14 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 15 - Open vraag