AFP 1.4.3 spijsverteringskanaal

AFP 1.4.3 spijsverteringskanaal
DA1V
Periode 4
Les 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

AFP 1.4.3 spijsverteringskanaal
DA1V
Periode 4
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Vragen n.a.v. de vorige les?
Kahoot!
Lesstof deze week
Opdracht
Afronden + bespreken eindtoets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kahoot!
https://create.kahoot.it/details/d4d49646-34ec-4891-87e5-5c04fe07024a

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week:
7.7 chronische darmontsteking
7.8 appendicitis
7.9 coeliakie
7.10 divertikels
7.11 darmpoliepen

                                                                   Medische kennis H7.1 t/m 7.6



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IBD = inflammatory bowel disease
Langdurige buikklachten, diarree
Colitis Ulcerosa
Ziekte van Crohn
Vaak op jongvolwassen leeftijd
Erfelijkheid lijkt mee te spelen
Auto-immuunziekte -> kan ook ontstekingsverschijnselen geven in huid, ogen en gewrichten

Slide 5 - Tekstslide

Ontstekingsziekten in de darm. Ong. 55.000 mensen in nederland hebben een inflammatoire darmziekte.
30.000 mensen lijden aan colitis ulcerosa.
Auto-immuunziekte
Ziekte van Crohn
Komt het meeste voor in laatste gedeelte dunne darm of eerste gedeelte dikke darm, of rond de anus.
Transmurale ontstekingen (door alle lagen van de darmwand heen gaat)
Vanuit ontstekingen kunnen fistels worden gevormd.

Slide 6 - Tekstslide

Koliekaanvallen bij darmafsluiting: Kolieken zijn krampen (ook wel spasmen genoemd) van het gladde spierweefsel van de wand van je holle organen zoals je slokdarm, maag, darmen, galwegen en galblaas, urinewegen en urineblaas.

Er zijn exacerbaties en remissies

Fistels

Gevolgen
Vitamine B12 tekort/foliumzuur -> anemie
Diarree, buikpijn vooral rechts onderin de buik
Verloopt in golven
Complicaties zoals vernauwingen/fistels
Psychische gevolgen niet onderschatten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Colitis ulcerosa
De ziekte bevindt zich in alle gevallen ook in het rectum
Ontstoken rectum = procitis, hierdoor vooral bloed verlies en 
slijm
Slijmvlies is ontstoken en kan gemakkelijk bloeden. Er kunnen zweren ontstaan.
Na jaren van ontstekingen is de kans op coloncarcinoom verhoogd, vooral bij colitis ulcerosa. De klachten vallen nauwelijks op omdat de patiënt al klachten had. Daarom regelmatig endoscopie


Slide 8 - Tekstslide

Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van een het slijmvlies van de dikke darm. De term is afgeleid van colon (dikke darm)itis (ontsteking en ulcera(zweren).
Binnenkant dikke darm of endeldarm regelmatig of chronisch ontstoken.
Altijd aaneengesloten ontstoken.

Gevolgen
Zoals al genoemd coloncarcinoom -> CAVE!
Toxische colitis -> in korte tijd zeer ernstige klachten -> levensgevaar!
Behandeling: ontstekingsremmende middelen -> om ziekte activiteit te onderdrukken
Soms operatie nodig -> sterke vernauwingen/ontstekingen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere ziektebeelden
Colon carcinoom
Appendicitis
Divertikels en poliepen
Coeliakie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coloncarcinoom
Verschijnselen: voorstadium poliep – stijgende deel – vaak anemie – obstipatie/diarree – loze aandrang – bloed/slijm

Risico: ongezonde voeding als veel (dierlijk) vet, weinig vezels, weinig beweging -> ontlasting blijft hierdoor langer in de darm en dit kan verandering in de cellen van het slijmvlies geven ->maligniteit
Erfelijkheid
Uitzaaiingen lever – icterisch – soms dan pas diagnose

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak; poliepen
Verschijnselen:
Opstijgende deel (rechts), weinig klachten
Linker kant: de kanker zal gemakkelijker verandering in ontlastingspatroon geven.
Dikkedarmkanker zaait als eerste uit naar de lever, kan leiden tot geelzucht, soms eerste symptoom van darmkanker.

Onderzoek, prognose, behandeling, preventie
Rectaal toucher – zwelling buik – colonscopie – biopt – operatie

Alert zijn op veranderingen defecatie

Secundaire preventie: darmonderzoek vanaf 55 jaar – iedere 2 jaar -> uitslag soms poliep, soms coloncarcinoom

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

appendicitis
Pijn meestal rechts onderin de buik
- iedere beweging doet zeer
    patiënt wil stil in bed liggen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
Appendix (nauw) raakt door ingedikte ontlasting of door zwelling van lymfatisch weefsel -> de inhoud van de appendix hoopt zich samen met slijm en bacteriën op -> appendix zet uit -> appendicitis
Kan vanzelf over gaan
Kan uitbreiden -> kans op perforatie -> peritonitis -> levensgevaarlijk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Divertikels en darmpoliepen
Divertikel                                                                              Darmpoliep




Diverticulose
Diverticulitis

Slide 15 - Tekstslide

Divertikels komen m.n. bij ouderen voor, geen of weinig klachten. Kan ontstoken raken doordat teveel ontlasting ophoopt: diverticulitis

Darmpoliepen bevinden zich in de dikke darm. Komen meestal aan het licht omdat ze kunnen bloeden. Colonscopie-> poliepen worden verwijderd.

Coeliakie
“glutenallergie”

 Chronische diarree
 Malabsorptie

Slide 16 - Tekstslide

Malabsorptie= noodzakelijke voedingsstoffen worden onvoldoende door het darmslijmvlies opgenomen.

Bij jonge kinderen als ze brood/koekjes krijgen, 9 mnd. Daarna kunnen klachten een tijd verdwijnen en op volwassen leeftijd terugkomen.

Voor diagnose biopt in jejunem noodzakelijk, blijkt atrofie. Patiënt mag enkele maanden geen gluten eten en weer een biopt, als deze gezond is is diagnose gesteld.
De nuchtere darm of het jejunum is het middelste deel van de dunne darm.

Corticosteroïden; ontstekingsremmende middelen
Prednison

Deze middelen worden soms oraal maar bij voorkeur rectaal toegediend. Bij orale toediening zijn de tabletten vaak voorzien van een maagsapresistente laag, waardoor de inhoud pas in de darm vrijkomt

Slide 17 - Tekstslide

Bij welke aandoening: chronische darmontsteking (ziekte v Crohn, colitits ulcerosa)
Welke klachten heeft de patiënt:
Wat is de oorzaak vd ziekte/ aandoening
Is er een recept nodig: JA

Antidiarrhoica = stopmiddelen
Oorzaken diarree:
  •  virusinfectie (90% ; meestal gastro-enteritis of buikgriep genoemd);
  •  bacteriële infectie (bijv Salmonella-bacterie);
  •  een bijwerking van geneesmiddelen (bijv breedspectrumantibioticum);
 reizigersdiarree

loperamide, ORS (Oral Rehydration Salts)


Slide 18 - Tekstslide

Loperamide remt de darmperistaltiek zo sterk dat de diarree vrijwel onmiddellijk stopt
Bij welke aandoening: Diarree
Welke klachten heeft de patiënt: (water)dunne ontlasting
Wat is de oorzaak vd ziekte/ aandoening; zie dia
Is er een recept nodig: OTC

Laxantia -> bevorderen en/ of vergemakkelijken stoelgang
Ingedeeld naar de manier waarop ze werken, zijn er drie belangrijke groepen laxeermiddelen:
  •  contactlaxantia; prikkelen de darmwand. Krachtige werking, incidenteel en kortdurend gebruik. Bijv. bisacodyl
  •  osmotische laxantia; houden vocht vast in de dikke darm waardoor de ontlasting zachter blijft en meer volume heeft. Hierdoor wordt darmwand geprikkeld en ontstaan ontlasting reflex. Bijv. lactulose
  •  volumevergrotende middelen; middelen die de darm ‘vullen’, hierbij moet veel worden gedronken anders averechts effect.. Bijv. metamucil, volcolon

Slide 19 - Tekstslide

Bij welke aandoening: verstopping/ obstipatie
Welke klachten heeft de patiënt: is er sprake van ontlasting die minder vaak komt dan voor de patiënt gebruikelijk is of waarbij de patiënt zich extra in moet spannen om ontlasting te krijgen
Wat is de oorzaak vd ziekte/ aandoening: Te weinig drinken is een belangrijke oorzaak. Verder krijgt de darm door te weinig vulling onvoldoende prikkels. Dit leidt tot een vertraagde peristaltiek en daarmee tot verstopping. Weinig beweging kan ook leiden tot verstopping. Verstopping komt dan ook veel voor bij oudere mensen en bij mensen die bedlegerig zijn. Een zittend leven en het gebruik van weinig voedingsvezels kan eveneens leiden tot verstopping.
geneesmiddelen zoals ijzerpreparaten en opioïden, spanningen en afwijkingen aan de darmen.
Is er een recept nodig: beide zonder recept verkrijgbaar

spasmolytica = stoffen die gebruikt worden om darmkrampen op te heffen 
prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is spastisch colon

De ernst van de klachten maakt dat veel mensen bang zijn voor een kwaadaardige ziekte. De klachten hangen vaak samen met stress, spanning en nervositeit.

Mebeverine gaat de verkramping van de spieren van de darmwand tegen, mag niet worden gebruikt als er een infectie of andere aanwijsbare oorzaak is!!

De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom is vooral niet-medicamenteus. Het effect van farmacotherapie is vaak teleurstellend. Er is geen bewijs voor de effectiviteit van mebeverine

Slide 20 - Tekstslide

Kompas: De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom is vooral niet-medicamenteus. Het effect van farmacotherapie is vaak teleurstellend.
 Er is geen bewijs voor de effectiviteit van mebeverine.

Bij welke aandoening: PDS
Welke klachten heeft de patiënt: Klachten van verstopping, soms afgewisseld met diarree. Andere klachten zijn buikpijn, soms met hevige krampen, en darmrommelingen. Bij lichamelijk onderzoek is bij deze patiënten, behalve een gespannen dikke darm, niets te vinden.

Wat is de oorzaak vd ziekte/ aandoening; geen oorzaak maar hevige klachten voor de patient
Is er een recept nodig:

Hepatitis = leverontsteking
Hepatitis A, B, C

Mogelijke oorzaken niet virale hepatitis
  • Auto-immuun hepatitis
  • Alcoholische hepatitis
  • NASH (= Niet Alcoholische Steatose Hepatitis)
  • Gebruik van bepaalde medicatie (die worden afgebroken in de lever)
  • Steatose = leververvetting, op termijn kan dit tot hepatitis leiden.


Slide 21 - Tekstslide

Hepatitis A, vooral bij kinderen en vooral in landen als Turkije en Marokko. Wordt overgebracht via ontlasting. Incubatietijd ongeveer 1 maand. Actieve en passieve immunisatie zijn mogelijk.
Actief: vaccinatie met beetje van de ziekteverwekker
Passief: antistoffen worden toegediend

Hepatitis B, bloed-bloed contact of geslachtsgemeenschap. Risicogroepen: drugsverslaafden, prostituees, mensen in de gezondheidszorg -> moeilijk te behandelen maar goed te vaccineren (actief of passief). Werkgevers in de zorg zijn verplicht de vaccinatie aan te bieden. Bij bloed-bloed contact 100x besmettelijker dan HIV Het vaccinatieschema bestaat uit drie injecties op de tijdstippen 0, 1 en 6 maand. Omdat 5 tot 10% van de gevaccineerden geen antistoffen maakt, moet gecontroleerd worden of de vaccinatie voldoende resultaat heeft gehad

Hepatitis C, vrijwel alleen bloed-bloed contact. Vaccinatie niet mogelijk
Bij prikaccident altijd melden er wordt bekeken of postexpositie profylaxe nodig is. (behandeling ter voorkoming van een infectie)

Levercirrose
De lever verandert in bindweefsel

Slide 22 - Tekstslide

De lever verandert in bindweefsel
Kan het gevolg zijn van chronisch alcoholmisbruik. Of vaak gevolg van een autoimmuunziekte of gevolg van Hep B of C

Aandoeningen alvleesklier
  • Acute pancreatitis
  • Chronische pancreatitis
  • Pancreas carcinoom

Slide 23 - Tekstslide

Pancreatitis: het gedeelte van de alvleesklier dat spijsverteringssappen maakt is ontstoken. Vele mogelijk oorzaken, bijv. een virus of een geneesmiddel. Vaak complicatie van galstenen of van alcoholmisbruik.
Typerend voor de pijn is dat de patiënt rechtop zit en voorovergebogen, hij voelt zich ziek en misselijk en moet braken.

Chronische pancreatitis: meestal is de oorzaak alcoholmisbruik, oorzaak is niet altijd bekend. Alvleesklier is min of meer blijvend ontstoken. Wisselde pijn in de buik of rug, deze kan afnemen als patiënt rechtop voorovergebogen zit. Door tekort aan spijsverteringssappen kan er vettige ontlasting zijn.
Pancreascarcinoom: Zeer ernstige vorm van kanker, oorzaak niet precies bekend. De ziekte komt vaak pas aan het licht als het te laat is, eerste verschijnsel is vaak icterus, doordat de galwegen worden dichtgedrukt
Aandoeningen alvleesklier
De alvleesklier maakt:
1. het hormoon insuline aan
2. stoffen die nodig zijn voor afbraak van vetten en koolhydraten = amylase

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liesbreuk

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cholelithiasis = Galstenen
Galstenen bestaan meestal vooral uit cholesterol of bilirubine

Cholecystitis = galblaasontsteking



Slide 26 - Tekstslide

Galsteenaanval is niet altijd heftig. Soms vage pijn of misselijk na eten van een vetrijke maaltijd. Andere patienten krijgen heftige pijnaanvallen met veel bewegingsdrang.

Je kan goed leven zonder galblaas, de lever maakt nog steeds gal aan, dit wordt alleen niet meer opgeslagen.

Buikpijnpatronen
Ontstekingspijn
Koliek
Perforatiepijn

Slide 27 - Tekstslide

Ontstekingspijn patroon: komt langzaam opzetten, koorts, pijn algemene malaise
Koliek pijn patroon: patiënt ‘moet’ bewegen, kan niet stil zitten of liggen
Perforatiepijn: patiënt licht doodstil. Beweging doet pijn (bijv. meer maagzuur die uit de maag kan lopen of gevoelig buikvlies dat wordt geprikkeld door bewegen.

Opdracht aandoeningen spijsvertering
Antwoorden komen op cumlaude

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Oefentoets 
Doorlezen document op cumlaude over diverse onderzoeken

Mogelijkheid tot het stellen van vragen: mailen naar ibosma@deltion.nl

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies