H5.1 lading en spanning

H5.1 lading en spanning

Lesplanning

• Leerdoelen doorlopen
• Uitleg 
• Videos
• Aan de slag 

H5.1 Lading en spanning

• 5.1.1 Je kunt uitleggen hoe een voorwerp elektrisch geladen kan worden.
  
• 5.1.2 Je kunt kenmerken van positieve en negatieve lading benoemen.
  
• 5.1.3 Je kunt uitleggen hoe een geladen voorwerp ontladen kan worden.
  
• 5.1.4 Je kunt een aantal spanningsbronnen benoemen.
• (VWO) 5.1.6 Je kunt berekeningen uitvoeren met de formule Q = I ∙ t.

5.1.1 Je kunt beschrijven hoe je een neutraal voorwerp van perspex of pvc elektrisch kunt laden.

5.1.2 Je kunt uitleggen hoe positieve lading en negatieve lading van elkaar zijn te onderscheiden.

5.1.3 Je kunt uitleggen welke rol elektronen spelen bij het laden en ontladen van een voorwerp.

5.1.4 Je kunt twee manieren beschrijven waarop een geladen voorwerp kan worden ontladen.

5.1.5 Je kunt toelichten welke spanningsbronnen in het dagelijks leven worden gebruikt.

5.1.6 Je kunt berekeningen uitvoeren met de formule Q =

 ∙ t.

§5.1 Lading en spanning

Heb je al eens gemerkt:

• dat bij het kammen van je haar, het rechtop gaat staan? 
  
• dat bij een trui uittrekken, deze knettert? 
• dat het aanraken van een metalen knop, een schok kreeg? 
• dat er vonkjes overspringen als je iets of iemand vast pakt?

Je hebt dan een elektrische lading gekregen.

het voorwerp is elektrisch geladen oftewel statisch

• Gelijke lading stoot elkaar af
  
• Ongelijke lading trekt elkaar aan

Neutraal voorwerp bezit evenveel positieve als negatieve lading.

phet.colorado.edu

Lading: 

Lading Q , eenheid: Coulomb (C)

Tussen A en B : spanning

Elektroscoop

Met een elektroscoop kan 

worden onderzocht of een 

voorwerp wel of niet 

elektrisch geladen is.

HAVO Aan de slag

Lees zelf 5.1 door en maak daarna: 

1, 3, 4, 6 en 9 

Ben je hiermee klaar? 
Maak dan de test jezelf van 5.1

Wat is nu een coulomb?

Een coulomb is een woord voor een aantal:

6,2 x 10^18 elektronen

Net zoals in de scheikunde het begrip mol 

Als we het hebben over stroomsterkte (I) van 1A dan betekent het dat

1 A = 1 C elektronen per seconde ( 1 C/ s)

VWO Aan de slag

Lees zelf 5.1 door en maak daarna: 

Ben je hiermee klaar? 
Maak dan de test jezelf van 5.1

HAVO

Lees zelf 5.1 door en maak daarna:

1, 3, 4, 6 en 9

Ben je hiermee klaar?

Maak dan de test jezelf van 5.1

VWO

Lees zelf 5.1 door en maak daarna:

Ben je hiermee klaar?

Maak dan de test jezelf van 5.1