Paragraaf 2.1 Pinpas of portemonnee?

Week 41 (vanaf 24 oktober)
Pincode Hoofdstuk 2. Jij en je geld
  1. Pinpas of portemonnee?
  2. Waarom zou je sparen?
  3. Waarom zou je lenen?
  4. Verzekeren, hoezo?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 41 (vanaf 24 oktober)
Pincode Hoofdstuk 2. Jij en je geld
  1. Pinpas of portemonnee?
  2. Waarom zou je sparen?
  3. Waarom zou je lenen?
  4. Verzekeren, hoezo?

Slide 1 - Tekstslide

Als je iets koopt,
op welke manieren kun je dan betalen?

Slide 2 - Woordweb

Geld (2 soorten)

Slide 3 - Tekstslide

Saldo
Het bedrag dat op je bankrekening staat, is je saldo. Met internetbankieren
of  met een bank-app op je telefoon kun je zien hoeveel saldo je hebt.

Saldo berekenen: nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten – uitgaven

Voorbeeld saldo berekenen:
Je hebt € 15 op je bankrekening staan. Op je bankrekening krijg je
€ 10 zakgeld van je ouders. Je koopt mascara en pint daarvoor € 7,50.
 Wat wordt je nieuwe saldo?
  • € 15 + € 10 – € 7,50 = € 17,50

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1 t/m 6

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
Wat was het verschil tussen giraal en chartaal geld?
 

Hoe berekenen je ook alweer een nieuw saldo?

Ik had nog €20,- ik ontvang €10,- kleedgeld en betaald €15,- voor een cadeau voor mijn moeder. Hoeveel heb ik nog over?


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Ruilen (2 soorten)

Slide 8 - Tekstslide

Elektronisch betalen
Betalen via internet, met je bankpas, met je telefoon of met je tablet of pc, noem je elektronisch betalen.
  • voordeel: het is handig
  • nadeel: je hebt vaak niet in de gaten hoeveel geld je nog hebt


Slide 9 - Tekstslide

Maakwerk voor de volgende keer



Paragraaf 2.1 Pinpas of portemonnee
opgaven 7 t/m 12

Slide 10 - Tekstslide