Interventieles Attribueren

Welkom !

  • Jassen en oortjes uit
  • Tassen van tafel
  • Mobiel weg

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
CKVMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom !

  • Jassen en oortjes uit
  • Tassen van tafel
  • Mobiel weg

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Korte herhaling differentiëren + Organiseren
  2.  Stap 3: Attribueren uitleggen + voordoen
  3. Attribueren zelf uitvoeren
  4.  Opdracht: zichtbare memory
  5. Korte reflectie
  6. Aan de slag met het kunstwerk!

Slide 2 - Tekstslide

1. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat attribueren inhoudt bij het analyseren van kunst op basis van het aangeleerde stappenplan.

2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat voor gevoelens hij of zij ervaart bij een kunstwerk n.a.v. de vormgeving en/of voorstelling.

3. De leerling kan zich inleven in de positie van de maker door vanuit zijn intentie, de keuze(s) voor de vormgeving en voorstelling van een kunstwerk uit te kunnen leggen

4. De leerling kan zich inleven in de positie van de maker door vanuit de keuzes voor de vormgeving en de voorstelling, de intentie van de maker uit te kunnen leggen.

5. De leerlingen kan in eigen woorden een oordeel geven over het kunstwerk op basis van de achterhaalde intentie van de maker en het beschreven effect (gevoel) dat de leerling zelf ervaarden n.a.v. de vormgeving en voorstelling.

6. De leerling kan reflecteren op het leerproces door na te gaan hoe hij of zij vond dat het attribueren van kunstwerken ging op basis van de gemaakte opdrachten.

Slide 3 - Tekstslide

Kunst analyseren
  1. Differentiëren
  2. Organiseren
  3. Attribueren 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Differentiëren
Vormgeving --> Hoe wordt het vormgegeven (kleuren, lijnen, vormen, ruimte, compositie)
Voorstelling --> Wat stelt het voor? Wat zie je erin? Het verhaal.


OBJECTIEF BESCHRIJVEN


Slide 6 - Tekstslide

Organiseren






- Ik denk dat het dit betekent, want............
- Naar aanleiding van X, Y, en Z denk ik dat dit kunstwerk dit moet betekenen...


1. Vormgeving en voorstelling in samenhang beschrijven
2. Hoofdzaken / Bijzaken onderbouwen
3. De context betrekken in je analyse
4. Dan pas interpreteren

Slide 7 - Tekstslide

Attribueren
Wat heeft de maker voor intentie met dit kunstwerk?

Inleven in zijn positie !
Doel? Gevoel? Boodschap? Kritiek? Bewustmaken? Choqueren? 

Altijd met onderbouwing : waaraan zie of denk ik dat?


Slide 8 - Tekstslide

Attribueren voordoen! 

Victorie Boogie Woogie, Piet Mondriaan, 1944

1. Wat zie ik?
2. Wat voel ik?
3. Waarom?
3. Intentie? > hulpboekje

Slide 9 - Tekstslide

  • Kleine vierkantjes in primaire kleuren: rood, blauw en geel.
  • Zwarte en witte vierkantjes.
  • Sommige vierkanten zijn groter anderen kleiner die in een reeks achter elkaar geplaatst zijn.
  • Het kader maar ook de lijst is ruit-vorming.
  • Lijnen lopen horizontaal en verticaal door elkaar heen, smallere en dikke lijnen.
  • Niet gelijk te herkennen > choatisch beeld
  • Ik krijg er een duizelig gevoel bij
     
  • Attribueren: Ik denk dat de kunstenaar ook een gevoel van chaos wilt creëren bij de kijker of een bepaalde drukte wilt weergeven door de verschillende kleuren, groottes en herhalingen. Als ik de titel bekijk boogiewoogie en het jaartal 1944 krijg ik ook het idee dat het om iets vrolijks moet gaan in tijden van oorlog misschien? Dat zou ook het kleurpatroon kunnen verklaren wat wel vrolijk is. Het lijkt ook haast alsof we een bepaalde drukte van bovenaf bekijken?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Evalueren -> oordeel geven
Nu ik de context weet -> Heeft de kunstenaar dit goed vormgegeven?
Is het overgekomen?

  • Als dit de intentie van de maker is, dan vind ik dat goed weergegeven, want het kunstwerk creëert zeker een bepaalde onrust bij me door de verschillende kleuren en vierkanten die overal lijken te zijn net als in een drukke stad/plattegrond.


Slide 12 - Tekstslide

Nu jullie!

1. Wat zie ik?
2. Wat voel ik?
3. Waarom?
4. Wat kan de intentie zijn? 
5. Evalueren

Francis Bacon, Painting 1946, MoMa New York. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht Zichtbare memory
  • In duo's
  • Welke intentie van de kunstenaar hoort bij welk kunstwerk?
  • Waar let je dan op?
  • Vormgeving en voorstelling 

  • Bespreken antwoorden
  • Evalueren
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Reflectie
Schrijf in een paar zinnen op

-> Wat heb ik gedaan vandaag?
-> Wat heb ik geleerd?


> Gezamenlijk bespreken

Slide 15 - Tekstslide

1. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat attribueren inhoudt bij het analyseren van kunst op basis van het aangeleerde stappenplan.

2. De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat voor gevoelens hij of zij ervaart bij een kunstwerk n.a.v. de vormgeving en/of voorstelling.

3. De leerling kan zich inleven in de positie van de maker door vanuit zijn intentie, de keuze(s) voor de vormgeving en voorstelling van een kunstwerk uit te kunnen leggen

4. De leerling kan zich inleven in de positie van de maker door vanuit de keuzes voor de vormgeving en de voorstelling, de intentie van de maker uit te kunnen leggen.

5. De leerlingen kan in eigen woorden een oordeel geven over het kunstwerk op basis van de achterhaalde intentie van de maker en het beschreven effect (gevoel) dat de leerling zelf ervaarden n.a.v. de vormgeving en voorstelling.

6. De leerling kan reflecteren op het leerproces door na te gaan hoe hij of zij vond dat het attribueren van kunstwerken ging op basis van de gemaakte opdrachten.

Slide 16 - Tekstslide

Kunst analyseren
  1. Differentiëren
  2. Organiseren
  3. Attribueren

    > Kunstanalyse opdracht volgende week 

Slide 17 - Tekstslide

De rest van het uur: Aan de slag! 
  • Verzamelen materiaal of ga gelijk aan de slag!
  • Laatste 5 minuten van de les terug in het lokaal : bespreken
  • Lokaal 2.24 is open om spullen te pakken en materiaal op te slaan
  • Ik zit hier voor vragen en loop op en neer 
  • 9 juni lever je het kunstwerk in, voor 12 uur in de aula! 

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken
  1. Wat ging goed vandaag?
  2. Wat kon beter?
  3. Wat moet ik onthouden voor volgende week om verder te kunnen?

> Ik mis nog de verslagen van....
> Volgende week herhalen stappen en kunstopdracht maken

Slide 19 - Tekstslide