Module E1, week 3 communicatie met de zorgvrager

Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk (Communicator)

Week 3 – Communicatie met de zorgvrager

MODULE E1 (B1-K1-W5)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk (Communicator)

Week 3 – Communicatie met de zorgvrager

MODULE E1 (B1-K1-W5)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
  • Lesdoelen 
  • Refresh your memory
  • Theorie: 
- Communicatiestijlen
- Waarneming en interpretatie
- Opbouwen gelijkwaardige relatie met de zorgvrager
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je de boodschap van een ander goed waarneemt en interpreteert.  
  • Je kunt uitleggen hoe de communicatiestijl van invloed is op de manier hoe je communiceert.
  • Je kunt samenvatten wat de invloed is van macht, afhankelijkheden en gelijkwaardigheid in de relatie tussen de zorgverlener en de zorgvrager.
  • Je kunt uitleggen hoe je een professionele relatie opbouwt door gelijkwaardig te communiceren met de zorgvrager

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Refresh your memory:
Uit welke non-verbale signalen halen we als verpleegkundigen onze informatie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekaders m.b.t. communicatie worden gevormd door:

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: de juiste communicatie
De docent legt de opdracht uit. Deze wordt klassikaal uitgevoerd. 

Slide 6 - Tekstslide

docent: Vraag of er een iemand heel goed instructie kan geven. 
Neem die mee naar de gang, geef het blad en zeg dat de klas dit moet gaan natekenen.

Klas : mag de eerste ronde geen vragen stellen.
Daarna evalueren, wat had je wel nodig, wat zou helpen etc

Daarna nog een keer en dan met de andere vorm en met vragen

De 2 opdrachten staan bij week 3 op itslearning, print deze van te voren uit voor de ‘instructeur’.

Communicatiestijlen
De vier communicatiestijlen zijn:
  • Analyser
  • Promoter
  • Supporter
  • Controller

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht communicatiestijlen
  1. Lees op Thieme --> communicatie en begeleiden N4 --> 1 communicatie in de zorg--> 1.2 communicatie met de zorgvrager -->de vier communicatiestijlen.
  2. Bespreek in groepen met elkaar de verschillende communicatiestijlen. Welke eigenschappen zijn er? En welke valkuilen? Welke herken jij?
  3. Welke communicatiestijl heb jij?
  4. Doe de test op: https://amethist.nl/communicatiestijlentest/
  5. Mail de uitslag naar je schoolmail.

duur: 25 minuten
Met wie: groepen van 3-4

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarneming en interpretatie
Waarneming wordt gedaan met de zintuigen. Om de juiste interpretatie te geven aan de waarneming, is het van belang om de juiste vragen te stellen en effectief te luisteren.

  • Waarneming: mevrouw voelt warm aan. Interpretatie: mevrouw heeft koorts.
  • Waarneming: mevrouw eet slecht. Interpretatie: mevrouw heeft zeker geen honger.
  • Waarneming: mevrouw huilt. Interpretatie: mevrouw mist haar dochter.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inzetten van de juiste vragen
  • Open vragen


  • Gesloten vragen


  • Suggestieve vragen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg inzetten juiste vragen
  • Reflecterende vragen


  • Retorische vragen


  • Gerichte vragen





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht, afhankelijkheid en gelijkwaardigheid 
De relatie tussen zorgvrager en zorgverlener is een complexe relatie;
  • De zorgvrager heeft in principe niet gekozen voor deze situatie.
  • De zorgvrager is afhankelijk van degene die de zorg biedt.
  • Verpleegkundigen hebben ook niet voor een bepaalde zorgvrager gekozen, je doet je werk omdat je dat leuk vindt, maar je kiest een zorgvrager niet persoonlijk uit.

De relatie met de zorgvrager is daarom vaak ongelijk.
Belangrijk = Hoe houd je de relatie professioneel?!


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ongelijkwaardige relatie heeft de volgende kenmerken:
  • Functionele relatie;
  • Rollen zijn onomkeerbaar;
  • Vrijheid tegenover gebondenheid;
  • Deskundigheid tegenover ondeskundigheid;
  • Geslotenheid tegenover openheid;
  • Onafhankelijkheid tegenover afhankelijkheid;
  • Macht tegenover onmacht.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







  • Het uitgangspunt van de communicatie is respect voor de zorgvrager.

  • Je maakt geen verschil tussen de zorgvragers.

  • Je respecteert de rechten van de zorgvrager.

  • Je ondersteunt de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager zo goed mogelijk.

  • Je stelt de belangen van de zorgvrager centraal.

  • Je houdt rekening met de achtergrond van de zorgvrager.












  • Je zorgt ervoor dat de zorgvrager zijn eigen regie, zelfredzaamheid en autonomie behoudt.

  • Je bent je bewust van de afhankelijkheid van de zorgvrager en gaat daar zorgvuldig mee om.

  • Je respecteert je beroepsgeheim.

  • Je houdt rekening met de privacy van de zorgvragers.

  • Je handelt zorgvuldig bij intieme handelingen.





De volgende aandachtspunten helpen je om een gelijkwaardige relatie op te bouwen:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bouw je een vertrouwensrelatie met een zorgvrager op?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opbouwen vertrouwensrelatie door;
  • Goed en duidelijk te communiceren;
  • Je afspraken na te komen;
  • Je beroepsgeheim te bewaken;
  • Je woorden met daden te ondersteunen;
  • Eerlijk te zijn over wat je wel en niet weet;
  • Grenzen aan te geven;
  • Onpartijdig en objectief te beslissen over zaken;
  • Eerlijke feedback te geven.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertrouwen kost tijd, een vertrouwensrelatie is ook zo weer kapot.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met een casus
Wat ga je doen: 
- Maak groepen van 4 studenten
- Lees de casus op itslearning bij ME1 week 3
- Maak een verdeling van 1 zorgverlener, 1 zorgvrager en 2 observanten. 
- Speel de casus, waarbij observanten na het gesprek feedback geven. 

wissel van rol; zorgvrager en zorgverlener worden nu observant en andersom. 


timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag/ huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
                             Thieme Meulenhoff --> Communicatie en begeleiden N4 --> COM1 communicatie in de zorg: 
1.Basiscommunicatietechnieken--> Vaardigheid: Omgaan met afhankelijkheid en zelfstandigheid in de zorgverlening: oriënteren  




                            Thieme Meulenhoff --> Communicatie en begeleiden N4--> COM1 communicatie in de zorg:
 2. Communicatie met de zorgvrager --> Maak de 6 opdrachten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je geleerd hebt deze les.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur
ThiemeMeulenhoff – Communicatie en begeleiden – Module 1 Communicatie in de zorg:

1. Basiscommunicatietechnieken 
2. Communicatie met de zorgvrager 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies