CALC A Week 1 Oude en nieuwe prijzen + marges

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
CalculatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

'Rules of engamenent'
in zicht = uitzicht

in sight = outside

en la vista = hasta la vista

Slide 2 - Tekstslide

Brutowinstopslag en brutowinstmarge
Bij opslag gaan we uit van de inkoopprijs (=IWO) en doen we er een % bovenOP.

Bij marge gaan we uit van de verkoopprijs (= omzet) en kijken we naar het winstgedeelte (%) van de verkoopprijs

Slide 3 - Tekstslide

Inkoopprijs € 1.000,-
BW opslag 25%
De verkoopprijs is:
A
€ 750,-
B
€ 1.333.33
C
€ 1.250,-
D
Geen van deze opties

Slide 4 - Quizvraag

Even narekenen
Inkoop € 1.000,-
bovenOPslag 25% (van de INKOOPprijs)
1.000 /100 x 125 = € 1.250,-
1.000 x 1,25 = € 1.250,-

Slide 5 - Tekstslide

De verkoopprijs is € 1.000,-
De BW marge is 25%
De inkoopprijs is:
A
€ 700,-
B
€ 750,-
C
€ 1.250,-
D
Geen van deze opties

Slide 6 - Quizvraag

Even narekenen
Verkoop € 1.000,-
Marge (gedeelte) 25% (van de VERKOOPprijs)
1.000 /100 x 25 = € 250,- WINST
1.000 - 250 = € 750,- INKOOP

Slide 7 - Tekstslide

Omzet € 1.000.000,-
BW marge 40%
Bereken de brutowinst in €

Slide 8 - Open vraag

Omzet € 1.000.000,- Brutowinst dus € 400.000,-
Klant A heeft brutowinstaandeel van 10%, klant B 20% en klant C 5%.
Bereken de winstbijdrage in € van klant C
A
€ 50.000,-
B
€ 30.000,-
C
€ 20.000,-
D
€ 5.000,-

Slide 9 - Quizvraag

Even narekenen
Omzet € 1.000,000,-
Brutowinst (40%) = € 400.000,-
Klant C brutowinstaandeel 5%
400.000 / 100 x 5 = € 20.000,-
400.000 x 0,05 = € 20.000,-

Slide 10 - Tekstslide

Omzet klant C € 80.000,-
Winst dus € 20.000,-
Bereken de BW marge

Slide 11 - Woordweb

Even narekenen
Omzet klant C € 80,000,-
Brutowinst = € 20.000,-
Brutowinstmarge =  winst/omzet x 100
20.000 / 80.000 x 100 = 25%

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Brutowinst
Verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinst

Slide 14 - Tekstslide

Brutowinst vergeleken met de inkoop/kostprijs = 
                     BRUTOWINST OPSLAG %

Verkoopprijs € 36,-
Inkoopprijs     € 30,-
Brutowinst    €   6,-

Brutowinstopslag -> winst t.o.v. inkoopprijs
                                        € 6,-  / € 30,- x 100 = 20%

Slide 15 - Tekstslide

Brutowinst vergeleken met de inkoop/kostprijs = 
                     BRUTOWINST OPSLAG %

Narekenen
Winst           = €  6,- 
Inkoopprijs = € 30,-
10% van 30 = 3
20% van 30 = 6
 
30+6 erop = € 36,=

Slide 16 - Tekstslide

Brutowinst vergeleken met de verkoopprijs = 
                     BRUTOWINST MARGE %

Verkoopprijs € 80,-
Inkoopprijs     € 68,-
Brutowinst    € 12,--

Brutowinstmarge -> winst t.o.v. verkoopprijs
                                        € 12,-  / € 80,- x 100 = 15%

Slide 17 - Tekstslide

Brutowinst vergeleken met de verkoopprijs = 
                     BRUTOWINSTMARGE %

Narekenen
Winst              = €  12,- 
Verkoopprijs = €  80,-
Winstmarge 15%  - > 80 / 100 x 15 = € 12
€ 80 / 100 x 85 = € 68 inkoopprijs
(100% verkoop-15% winst = inkoop 85% v.d. verkoopprijs

Slide 18 - Tekstslide


Bereken de waardes van A en B
A
A = € 21,43, B = € 71,43
B
A = € 15,-, B = € 65

Slide 19 - Quizvraag

€ 50,- inkoopprijs plus 30% van € 50,- er bij OP is  
  50/100x 130 = € 65
30% van € 50 = € 15,-  (50+15=65)

Slide 20 - Tekstslide


Bereken de waardes van C en D
A
C = € 16,25, D = € 81,25
B
C = € 13,-, D = € 78,-

Slide 21 - Quizvraag

Marge -> verkoopprijs is 100%
Winstmarge is                    20%
Dus inkoopprijs detaillist 80% = € 65
65/80 = 1% van de verkoopprijs x 100 = verkoopprijs

Slide 22 - Tekstslide


Bereken de waardes van E en F
A
E = € 17,06, F = € 98,31
B
E = € 14,10, F = € 95,35

Slide 23 - Quizvraag

Netto verkoopprijs detaillist ex BTW = € 81,25
BTW -> 21% er OP
€ 81,25 x 1,21 = € 98,31

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide


Slide 26 - Open vraag


Slide 27 - Open vraag


Slide 28 - Open vraag

Brutowinstmarge

Slide 29 - Tekstslide

Bij brutowinstMARGE kijken we naar:
A
Inkoopprijs
B
Verkoopprijs
C
Minimale verlies
D
Maximale winst

Slide 30 - Quizvraag

De verkoopprijs van een CAT 320D is € 80.000,-. De brutowinstmarge is 8%.
Hoeveel is de winst in Euro's?
A
€ 6.400,-
B
€ 8.000,-
C
€ 72.000,-
D
€ 73.600,-

Slide 31 - Quizvraag

Even checken...
Marge dus winst t.o.v. verkoopprijs..

€ 80.000 / 100 x 8 = € 6.400,-
of
€ 80.000 x 0,08 = € 6.400,-

Slide 32 - Tekstslide

De inkoopprijs van een CAT 320D is € 80.000,-.
De brutowinstmarge is 10%. Hoeveel is de winst in Euro's?
A
€ 8.000,-
B
€ 8.889,-
C
€ 72.000,-
D
€ 7.200,-

Slide 33 - Quizvraag

Even checken...
Marge dus winst t.o.v. verkoopprijs..

€ 80.000 / 90 x 100 = € 88.889,- is verkoopprijs
verkoopprijs - inkoopprijs = winst
€ 88.889,-  - € 80.000 =  € 8.889,-

Slide 34 - Tekstslide

De inkoopprijs van een fles mineraalwater bedraagt € 1,-. De marge voor de winkelier is 20%. Hoeveel is de verkoopprijs in de winkel?
timer
1:00

Slide 35 - Open vraag

De inkoopprijs van een telefoonhoesje is € 2,40. De brutowinstmarge is 40%. Hoeveel is de netto verkoopprijs?
timer
1:00

Slide 36 - Open vraag

De brutowinst is € 5,- p/s. De brutowinstmarge is 15%. Wat is de verkoopprijs?
timer
1:00

Slide 37 - Open vraag

Verkooporder: 15 stuks, inkoopprijs € 9,50 p/s. Marge 25%. Hoeveel is het factuurbedrag (excl. btw)?
timer
1:00

Slide 38 - Open vraag

De inkoopprijs is € 1.000,-
De marge bedraagt 50%. Hoeveel is de verkoopprijs?
timer
0:30
A
€ 2.000,-
B
€ 1.500,-
C
€ 500,-

Slide 39 - Quizvraag

Even checken...
Marge -> verkoopprijs  = 100%
Winst = 50%
Inkoopprijs -> 50% van de verkoopprijs
€ 1.000 = 50% van de verkoopprijs
 1.000 / 50 x 100 = € 2.000,-

Slide 40 - Tekstslide

De inkoopprijs is € 500,-
De marge bedraagt 75%. Hoeveel is de verkoopprijs?
A
€ 1.500,-
B
€ 666,67
C
€ 2.000,-
D
€ 875,-

Slide 41 - Quizvraag

Even checken...
Marge -> verkoopprijs  = 100%
Winst = 75%
Inkoopprijs -> 25% van de verkoopprijs
€ 500 = 25% van de verkoopprijs
 500 / 25 x 100 = € 2.000,-

Slide 42 - Tekstslide

De inkoopprijs is € 1.500,-
De marge bedraagt 45%. Hoeveel is de verkoopprijs?
A
€ 3.33,33
B
€ 2.727,27
C
€ 2.325,-
D
€ 2.175,-

Slide 43 - Quizvraag

Even checken...
Marge -> verkoopprijs  = 100%
Winst = 45%
Inkoopprijs -> 55% van de verkoopprijs
€ 1.500 = 55% van de verkoopprijs
 1.500 / 55 x 100 = € 2.727,27

Slide 44 - Tekstslide

Verkoopprijs = € 500,-
Inkoopprijs = € 400,-
Hoeveel is marge %?

Slide 45 - Woordweb

Even checken...
Verkoopprijs - inkoopprijs = €500-€400 = €100
Marge -> kijken naar winst t.o.v. verkoopprijs
€ 100,- / € 500,- x 100 =  20% (van de verkoopprijs)

Slide 46 - Tekstslide

Verkoopprijs = € 800,-
Marge = 5%
Hoeveel is de inkooprijs?

Slide 47 - Open vraag

Aan de slag 
Huiswerk Maandag 22/11
Oef 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13

Slide 48 - Tekstslide